ECLI:NL:RBGEL:2025:6263

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 juli 2025
Publicatiedatum
30 juli 2025
Zaaknummer
05.362734.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verkrachting en ontuchtige handelingen door stiefvader tegen minderjarige stiefdochter

Op 30 juli 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een stiefvader die beschuldigd werd van verkrachting en ontuchtige handelingen met zijn stiefdochter. De verdachte, geboren in 1970, werd beschuldigd van meerdere seksuele misdrijven tegen zijn stiefdochter, geboren in 2007, die op het moment van de feiten tussen de 12 en 17 jaar oud was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het verkrachten van zijn stiefdochter op 13 november 2024, terwijl hij het feit beging tegen een kind dat hij verzorgde en opvoedde als behorend tot zijn gezin. Daarnaast werd hij schuldig bevonden aan het plegen van ontuchtige handelingen met de stiefdochter in de periode van 23 april 2022 tot en met 30 juni 2022. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van het slachtoffer, die consistent en gedetailleerd waren, en op ondersteunend bewijs, waaronder DNA-onderzoek. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar de rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer betrouwbaar. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en een contactverbod met het slachtoffer. Tevens werd een schadevergoeding van €15.000,- aan de benadeelde partij toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/362734-24
Datum uitspraak : 30 juli 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1970 in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in en ingeschreven op het adres van de P.I. [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. J.A.B.H.M. Willemse, advocaat in Ulft.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 13 november 2024 te [plaats] , althans in Nederland, met een kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaren, te weten (zijn stiefdochter) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, een of meer seksuele handelingen, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten,
- het (met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand en/of mond en/of tong) betasten van de hals/nek en/of borsten en/of schaamstreek van die [slachtoffer] en/of
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, tong in de vagina en/of tussen en/of over de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] ,
terwijl dit feit werd begaan jegens verdachtes kind, een kind dat werd verzorgd of opgevoed als behorend tot het gezin van verdachte, een kind waarover verdachte het gezag uitoefende en/of een anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van verdachte toevertrouwd kind en/of een aan verdachte ondergeschikt kind
en welke verkrachting werd voorafgegaan door, vergezeld van en/of gevolgd door dwang, geweld en/of bedreiging, door
- onaangekondigd en/of onuitgenodigd en/of onverhoeds de slaapkamer van die [slachtoffer] binnen te gaan en/of
- bij/naast die [slachtoffer] in bed/op een matras te gaan liggen en/of
- de deken van die [slachtoffer] af te trekken/aan de kant te doen en/of
- die [slachtoffer] met haar rug op het bed/matras te drukken/duwen en/of
- de rits van de onesie van die [slachtoffer] te openen en/of
- de onesie en/of string van die [slachtoffer] uit en/of naar beneden te trekken en/of
- de bh van die [slachtoffer] omhoog te schuiven tot boven haar borsten en/of
- bovenop die [slachtoffer] te gaan liggen en/of
- ( toen die [slachtoffer] aangaf dat hij, verdachte, moest stoppen) een ‘ssst’-geluid te maken, althans te laten blijken dat zij stil moest zijn en/of
- ( meermalen) voorbij te gaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
- misbruik te maken van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer] en/of
- misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen en omstandigheden voortvloeiende overwicht op die [slachtoffer] , gelet op de onderlinge verhouding van stiefvader ten opzichte van zijn stiefdochter en/of
- ( hierdoor) een zodanig bedreigende en/of beangstigende situatie te creëren dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en/of durfde te onttrekken en/of
- ( hierdoor) die [slachtoffer] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand te brengen dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en/of durfde te onttrekken;
2.
hij op twee, althans een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 2022 tot en met 30 juni 2022 te [plaats] , althans in Nederland, met een kind over wie hij het gezag uitoefent, een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin en/of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten (zijn stiefdochter) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog net die van zestien jaren had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten (telkens)
- het (met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand en/of mond en/of tong) betasten van de hals/nek en/of borsten en/of schaamstreek van die [slachtoffer] en/of
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, tong en/of vinger(s) in de vagina en/of tussen en/of over de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op twee, althans een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 april 2022 tot en met 30 juni 2022 te [plaats] , althans in Nederland, met een kind over wie hij het gezag uitoefent, een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin en/of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten (zijn stiefdochter) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten (telkens)
- het (met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand en/of mond en/of tong) betasten van de hals/nek en/of borsten en/of schaamstreek van die [slachtoffer] en/of
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, tong over de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, penis tegen de schaamlippen en/of schaamstreek van die [slachtoffer] ;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2024 tot en met 29 juni 2024 te [plaats] , althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, een kind over wie hij het gezag uitoefent, een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin en/of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten (zijn stiefdochter) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het (met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand en/of mond en/of tong) betasten van de hals/nek en/of borsten en/of schaamstreek van die [slachtoffer] en/of
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, tong en/of vinger(s) in de vagina en/of tussen en/of over de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] , waarbij dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of die één of meer andere feitelijkheden er in hebben bestaand dat verdachte
- onaangekondigd en/of onuitgenodigd en/of onverhoeds de slaapkamer van die [slachtoffer] is binnengegaan en/of
- de kleding van die [slachtoffer] uit/omlaag te trekken en/of
- (meermalen) voorbij te gaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
- misbruik te maken van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer] en/of
- misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen en omstandigheden voortvloeiende overwicht op die [slachtoffer] , gelet op de onderlinge verhouding van stiefvader ten opzichte van zijn stiefdochter en/of
- (hierdoor) een zodanig bedreigende en/of beangstigende situatie te creëren dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en/of durfde te onttrekken en/of
- (hierdoor) die [slachtoffer] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand te brengen dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en/of durfde te onttrekken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2024 tot en met 29 juni 2024 te [plaats] , althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, een kind over wie hij het gezag uitoefent, een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin en/of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten (zijn stiefdochter) [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten
- het (met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand en/of mond en/of tong) betasten van de hals/nek en/of borsten en/of schaamstreek van die [slachtoffer] en/of
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, tong over de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, penis tegen de schaamlippen en/of schaamstreek van die [slachtoffer] ,
waarbij dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of die één of meer andere feitelijkheden er in hebben bestaand dat verdachte
- onaangekondigd en/of onuitgenodigd en/of onverhoeds de slaapkamer van die [slachtoffer] is binnengegaan en/of
- de kleding van die [slachtoffer] uit/omlaag te trekken en/of
- (meermalen) voorbij te gaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
- misbruik te maken van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer] en/of
- misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen en omstandigheden voortvloeiende overwicht op die [slachtoffer] , gelet op de onderlinge verhouding van stiefvader ten opzichte van zijn stiefdochter en/of
- (hierdoor) een zodanig bedreigende en/of beangstigende situatie te creëren dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en/of durfde te onttrekken en/of
- (hierdoor) die [slachtoffer] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand te brengen dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en/of durfde te onttrekken.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feiten 1, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 partiële vrijspraak bepleit ten aanzien van het met de mond en/of tong betasten van de schaamstreek en het brengen en/of bewegen van zijn tong in de vagina en/of tussen en/of over de schaamlippen. Ten aanzien van het overige onder feit 1 tenlastegelegde heeft de verdediging geen verweer gevoerd.
De raadsman heeft ten aanzien van feiten 2 en 3 vrijspraak bepleit. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de aangifte niet wordt ondersteund door overige bewijsmiddelen.
Beoordeling door de rechtbank
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de rechtbank het volgende voorop. Zedenzaken zijn bewijstechnisch lastige zaken en kenmerken zich doorgaans door het feit dat slechts twee personen aanwezig zijn geweest bij de (gestelde) seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Veelal is het ook zo dat de (belastende) verklaring van het vermeende slachtoffer lijnrecht tegenover de (ontkennende) verklaring van de verdachte staat. Getuigen van de gebeurtenissen zijn er vaak niet. Ook in deze zaak is dit het geval.
Op grond van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op grond van de verklaring van één getuige. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, dient sprake te zijn van steunbewijs. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen als de door één getuige verklaarde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal (zie in dit verband ook de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, o.a. ECLI:NL:HR:2020:637).
Die ondersteuning hoeft niet te zien op alle onderdelen van de tenlastelegging. Het gaat erom dat de verklaring op specifieke punten steun vindt in ander bewijsmateriaal, zodat die verklaring ‘niet op zichzelf staat’, maar als het ware is ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in een andere bron. Tussen de verklaringen van het vermeende slachtoffer en het overige bewijsmateriaal mag niet een te ver verwijderd verband bestaan. De vraag of aan het bewijsminimum van artikel 342, tweede lid, Sv is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
De rechtbank zal eerst toetsen of de verklaring van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) op zichzelf beschouwd betrouwbaar kan worden geacht. De rechtbank zal – indien zij tot de conclusie zou komen dat die verklaring betrouwbaar is – vervolgens beoordelen of de verklaring van [slachtoffer] in voldoende mate wordt gesteund door ander bewijs.
[slachtoffer] verklaarde dat zij op 13 november 2024 naar bed ging. [slachtoffer] vertrouwde het niet en legde haar telefoon met de camera aan, onder haar kussen. Dit deed zij omdat verdachte vier of vijf keer eerder aan haar had gezeten. De eerste keer was ongeveer 2/2,5 jaar geleden. Verdachte kwam op 13 november 2024 omstreeks 22:00 uur ineens haar kamer binnen. De deur zat dicht, verdachte deed de deur open. Hij ging op haar matras liggen en deed haar pyjama uit. [slachtoffer] zei “ga weg”, verdachte stopte niet. Hij raakte haar aan bij haar string en bh. Verdachte deed haar bh omhoog. Verdachte likte aan haar borsten en nek. Verdachte begon met beffen. [slachtoffer] werd boos en zei “ga weg”. [slachtoffer] probeerde met al haar kracht verdachte weg te duwen. Zij probeerde hem bij zijn hoofd en schouder weg te duwen. Zij kreeg hem niet weg. Toen stopte hij zijn penis in haar en bewoog heen en weer. [slachtoffer] duwde hem een beetje weg en zei “hou op”. Verdachte reageerde hierop door “Ssst” te zeggen. [slachtoffer] bleef roepen. Verdachte kwam klaar. Nadat verdachte doorhad dat [slachtoffer] filmde met haar telefoon, pakte hij de telefoon af. [slachtoffer] kreeg de telefoon terug en belde met [naam 1] , haar vriend. Zij heeft haar moeder wakker gemaakt en ging weg. Het gebeurde vaker. Vier of vijf keer. De eerste keer was toen oma net was overleden. Van de eerste keer weet [slachtoffer] nog dat verdachte op haar kamer kwam, dat hij zijn piemel in haar stopte en toen hij klaarkwam hij hem er wel uittrok. Toen hij klaarkwam deed hij zijn hand bij dat velletje zodat het er niet uitlekt. Hij deed zijn hand om het velletje en kneep dat velletje dan dicht zodat het er niet uitlekte. Daarna liep hij naar de badkamer. Ze heeft “stop” en “ga weg” gezegd, maar het had geen zin. [slachtoffer] vertelde eerder toen zij op de groep zat dat verdachte haar had verkracht. Toen geloofde haar moeder haar niet en vertelde [slachtoffer] dat zij het van haar echte vader moest zeggen omdat zij terug wilde naar haar moeder en haar miste. Hij ging alle keren dat het is gebeurd met zijn piemel in haar vagina. Bij de tweede of derde keer vingerde verdachte haar ook. Dit gebeurde altijd op haar slaapkamer. [2]
[slachtoffer] is op 23 januari 2025 nader gehoord. Zij verklaarde dat de eerste keer dat het misbruik plaatsvond kort nadat haar oma overleed op 23 april 2022 was. Verdachte kwam toen haar kamer binnen, ging bij haar in bed liggen en bleef liggen. Hij vingerde haar. [slachtoffer] zei elke keer “stop”. Dit deed verdachte niet. Hij ging steeds verder met vingeren en beffen. Daarna stopte hij zijn penis in haar vagina. [slachtoffer] probeerde hem weg te duwen, maar dat ging niet. Verdachte ging vervolgens weg. Het gebeurde 3 of 4 keer eerder voordat [slachtoffer] bij [naam 1] ging wonen. Zij vertelde het voordat zij naar de groep ging, het [locatie] . Daar ging [slachtoffer] op 2 juli 2024 heen. De tweede keer ging hetzelfde. Dit was ongeveer een maand later dan de eerste keer. Het gebeurde toen [naam 2] uit huis ging. Het gebeurde telkens op haar slaapkamer en in de avond. De derde keer bestond het misbruik uit vingeren (het bewegen van zijn vingers bij haar vagina), beffen (likken over haar vagina) en het gaan met de penis in haar vagina (er helemaal in). Ook kuste verdachte [slachtoffer] in de nek. Tijdens het misbruik zei [slachtoffer] de hele tijd “stop” of “kappen nu” en duwde zij verdachte of trok zijn hoofd weg. Na de derde of vierde keer sprak [slachtoffer] er voor het eerst over. Dat was in de zomer van 2024. Zij vertelde het aan [naam 1] , hulpverlening en haar moeder. Haar moeder geloofde haar niet. Daarom trok [slachtoffer] haar verklaring in. [slachtoffer] sprak met haar moeder via de chat over een trucje van verdachte. Als verdachte klaarkwam, dan deed hij zijn vel naar voren. Dat trucje deed hij ook twee keer bij haar. [3]
Op 13 november 2024 omstreeks 22.41 uur kreeg de politie via de meldkamer een melding over een verkrachting in [plaats] . De politie kreeg vervolgens [slachtoffer] aan de telefoon. Zij vertelde dat haar stiefvader haar kamer was binnengekomen, haar pyjama en haar string had uitgetrokken en aan haar borsten was gaan likken. Haar stiefvader heeft zijn piemel in haar vagina gedaan. Zij heeft hem weggeduwd en gezegd dat hij moest stoppen. [4]
De telefoon van [slachtoffer] werd onderzocht. In de map “Media” was een video-opname opgeslagen. De opname was gemaakt op 13 november 2024 om 21:53 uur. De opname werd door een verbalisant bekeken en beluisterd. Het beeld bleef gedurende de gehele opname zwart. Na 2.19 minuten hoorde verbalisant een bonk, het geluid lijkt op het sluiten van een deur. Daarna hoorde verbalisant op de achtergrond krakende geluiden en geruis. Na 4.21 minuten hoorde verbalisant de stem van een meisje. Vanaf 4.31 minuten zei de stem van het meisje “niet doen” en ”ga weg”. Vanaf 4.43 minuten bleef zij herhalen “ga weg”. Verbalisant hoorde dat zij dit dertien keer zei. Na 5.21 minuten ging het meisje luider spreken. Zij zei “ga ‘ns weg”. Vervolgens zei zij weer tien keer “ga weg”. Na 5.45 minuten hoorde verbalisant een kort zacht geluid, gelijkend op een zucht. Het meisje bleef daarna weer “ga weg” zeggen. Na 5.59 minuten was het even stil, daarna was er een kort zacht geluid, gelijkend op een zucht te horen. Na 6.09 minuten zei het meisje weer “ga weg”. Na 6.15 minuten zei het meisje “hou op, neehee, hou op”, waarna de opname stopt. [5]
Verdachte verklaarde ter terechtzitting dat hij de onesie, onderbroek en bh van [slachtoffer] bij haar heeft uitgetrokken/opzij heeft gedaan, op haar is gaan liggen en [slachtoffer] in haar nek heeft gekust. Hij heeft [slachtoffer] “ga weg” en “hou op” horen zeggen. Hij is klaargekomen. Hij weet niet of hij met zijn penis in haar vagina is geweest, maar hij betwist de uitslagen van het NFI niet. [6]
De rechtbank stelt - nu dit niet ter discussie staat- op basis van de resultaten van het onderzoek door het NFI [7] vast dat er DNA van verdachte is aangetroffen op de buitenste- en binnenste schaamlippen, het perineum, diep vaginaal en op de hals van [slachtoffer] .
Feit 1
Betrouwbaarheid
De rechtbank is van oordeel dat er geen reden is om aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] te twijfelen. [slachtoffer] heeft op twee momenten een verklaring afgelegd over de gebeurtenissen op 13 november 2024. De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] consistent over de gebeurtenissen heeft verklaard, zowel ten aanzien van de seksuele handelingen die zouden hebben plaatsgevonden als de omstandigheden waaronder deze plaatsvonden. Verder heeft zij direct nadat het misbruik op 13 november 2024 gebeurde hierover contact gehad met anderen en met de politie. Tegen de politie heeft zij diezelfde avond verteld dat verdachte haar heeft verkracht en dat hij met zijn penis in haar is geweest. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] dan ook betrouwbaar en daarmee bruikbaar als bewijsmiddel.
Steunbewijs
De verklaring van [slachtoffer] wordt op specifieke onderdelen ondersteund door andere bewijsmiddelen in het dossier, waaronder de verklaring van verdachte, de bevindingen van de video-opname en door de resultaten van het DNA-onderzoek.
De verklaring van verdachte dat [slachtoffer] “ga weg” en “hou op” heeft geroepen toen hij al in de badkamer stond en het geluid lijkend op het sluiten van de deur op de video-opname de badkamerdeur is, is geenszins aannemelijk geworden. De rechtbank overweegt hiertoe dat tussen de (herhaaldelijke) woorden “ga weg” en “hou op” meerdere zuchten zijn te horen die niet afkomstig zijn van [slachtoffer] . Ook is de geluidopname geheel in overeenstemming met de verklaring van de gebeurtenissen zoals door [slachtoffer] afgelegd.
Verder stelt de rechtbank vast, nu dit niet ter discussie staat, dat verdachte de stiefvader van [slachtoffer] is, hij al sinds haar zesde jaar bij haar woont, hij haar al die tijd opvoedt en voor haar zorgt en zij elkaar zien als vader en dochter. [slachtoffer] is geboren in 2007 en was op 13 november 2024, 17 jaar. [8]
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het slachtoffer heeft gedwongen tot het ondergaan van het misbruik, waaronder het seksueel binnendringen, doordat hij misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke en uit feitelijke verhouding voortvloeiend overwicht. Verdachte is op [slachtoffer] gaan liggen, heeft zich niet laten wegduwen en is meerdere malen voorbijgegaan aan de verbale en non-verbale signalen van verzet van [slachtoffer] . Daarbij was verdachte de stiefvader van het slachtoffer en woonden zij samen als gezin.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 tenlastegelegde.
Feiten 2 en 3
Betrouwbaarheid.
Zoals de rechtbank hierboven heeft geoordeeld acht zij de verklaring van [slachtoffer] over de verkrachting op 13 november 2024 betrouwbaar. De rechtbank is van oordeel dat er evenmin reden is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] die zien op de eerdere seksuele misbruiken die hebben plaatsgevonden vanaf 23 april 2022. De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] in haar beide verklaringen consistent over de gebeurtenissen heeft verklaard, zowel ten aanzien van de seksuele handelingen die zouden hebben plaatsgevonden als de omstandigheden waaronder deze plaatsvonden. Zij geeft aan dat het misbruik steeds min of meer op dezelfde wijze plaatsvond, namelijk in haar slaapkamer waar verdachte naast haar kwam liggen, haar ging kussen, vingeren en/of beffen en daarna altijd zijn piemel in haar vagina stopte. Tevens is de verklaring van [slachtoffer] gedetailleerd voor zover zij daaraan herinneringen heeft. Zij weet duidelijk te benoemen dat de eerste keer dat het seksueel misbruik plaats heeft gevonden na het overlijden van haar oma was. De tweede keer zou een maand later zijn, wat zij koppelt aan het vertrek uit huis van haar stiefzusje. De rechtbank acht daarbij de verklaring van [slachtoffer] authentiek, omdat zij onder meer op momenten verklaart ook niet meer precies te weten welke seksuele handelingen precies op welk moment hebben plaatsgevonden en daarmee niet de indruk wekt het gebeurde aan te dikken. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] dan ook betrouwbaar en daarmee bruikbaar als bewijsmiddel.
Steunbewijs
Vervolgens moet de rechtbank bepalen of voor de verklaringen van [slachtoffer] voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is dat afkomstig is van een andere bron.
Op 29 juni 2024 en op 30 juni 2024 heeft [slachtoffer] WhatsApp berichten over het seksueel misbruik door verdachte naar haar moeder gestuurd.
Mama 29-6-2024 23:51:32 En hij is ook klaargekomen in jou?
[slachtoffer] 29-6-2024 23:51:41 Nee op bed
Mama 29-6-2024 23:52:07 En dat zag je?
[slachtoffer] 29-6-2024 23:52:13 Ja
[slachtoffer] 29-6-2024 23:52:27 Hij is zwaar hè, kon hem niet wegduwen hè.
Mama 29-6-2024 23:52:40 Wel raar dat hij daar een trucje voor heeft dat hij niet knooit.
Mama 29-6-2024 23:52:44 Knoeit
[slachtoffer] 29-6-2024 23:53:11 Jajajaja toch lag t in mijn bed beetje
(…)
[slachtoffer] 30-06-2024 00:04:52 Hijs pedofiel
(…)
Mama 30-6-2024 00:14:58 Omdat je liegt erover.
[slachtoffer] 30-6-2024 00:15:02 Nee zeker niet
[slachtoffer] 30-6-2024 00:15:11 Ik lieg niet
[slachtoffer] 30-6-2024 00:15:24 Ga ma na die pedo [9]
Ambulant begeleidster van het gezin van [slachtoffer] , [ambulant begeleidster] , sprak op 1 juli 2024 met [slachtoffer] over het seksueel misbruik. Toen benoemde [slachtoffer] of [naam 1] dat al het contact met [slachtoffer] verbroken zou worden door [naam 1] en zijn moeder als het verzonnen zou blijken te zijn. [ambulant begeleidster] hoorde dat [slachtoffer] geëmotioneerd was hierover. [slachtoffer] vertelde dat het echt was gebeurd en dat het vaker was gebeurd. Zij durfde het niet te vertellen uit angst om niet geloofd te worden. [10]
Uit het gesprekverslag tussen jeugd- en gezinswerker [jeugd- en gezinswerker] en [slachtoffer] blijkt dat [slachtoffer] op 9 juli 2024 aan [jeugd- en gezinswerker] vertelde dat het 3 of 4 keer is gebeurd. Verdachte ging haar toen vingeren en met zijn mond bij haar naar beneden (beffen). Toen kwam hij bij haar binnen. Zij probeerde hem weg te duwen, maar dat lukte niet. Toen haalde hij hem er weer uit en kwam het op haar benen en op het bed. Dan ging hij weg en hield zijn hand ervoor. [11]
De moeder van [slachtoffer] , [naam 3] , verklaarde dat verdachte tijdens de seks met haar zijn penis net voordat hij klaarkwam eruit haalde en zijn voorhuid naar voren schoof. Daar kwam het sperma dan in terecht en dan ging hij zich direct wassen. [12]
Op grond van al het voorgaande acht de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] in voldoende mate ondersteund door ander bewijsmateriaal. [slachtoffer] heeft in WhatsApp berichten op 29 en 30 juni 2024 haar moeder verteld over het seksueel misbruik. Er is een getuige die emoties bij [slachtoffer] heeft waargenomen op 1 juli 2024 toen zij haar vertelde over het eerdere misbruik. Daarnaast vertelde zij over de angst om niet geloofd te worden. Dit zijn volgens de rechtbank bij het feit passende emoties. Daarnaast verklaarde de moeder van [slachtoffer] over een “trucje” van verdachte, namelijk voor het klaarkomen het terugtrekken van zijn penis en het opvangen van zijn sperma in zijn voorhuid. Dit komt overeen met de verklaringen van [slachtoffer] over deze handeling van verdachte. Ook verklaarde [slachtoffer] op 9 juli 2024 tegenover gezinswerker [jeugd- en gezinswerker] dat het drie of vier keer was gebeurd. Op 14 november 2024 verklaarde zij tegenover de politie dat het vier of vijf keer was gebeurd, hetgeen gezien de verkrachting op 14 november 2024 één keer vaker is. Daarnaast lijkt er sprake van een patroon van handelingen te zijn. Verdachte komt de kamer binnen, vingert en/of beft [slachtoffer] en brengt dan zijn penis in de vagina van verdachte. [slachtoffer] verklaart hierover op 9 juli 2024, ruim voordat zij aangifte van dezelfde handelingen doet op 14 november 2024. Handelingen die verdachte heeft bekend of die blijken uit het DNA-onderzoek. Ook acht de rechtbank het ondersteunend dat [slachtoffer] op 13 november 2024 een telefoon onder haar kussen legde en een video-opname maakte, omdat zij het niet vertrouwde gelet op de eerdere keren dat zij door verdachte misbruikt was. Dit bevestigt naar het oordeel van de rechtbank haar angst dat verdachte haar kamer op zou komen en seksuele handelingen bij haar zou verrichten. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat [slachtoffer] deze video-opname zou starten -zelfs voordat verdachte de kamer binnenkwam- indien het niet eerder was gebeurd.
Tot slot overweegt de rechtbank dat [slachtoffer] weliswaar de beschuldigingen in de richting van verdachte dat het misbruik eerder heeft plaatsgevonden op 13 juli 2024 heeft ingetrokken, maar hiervoor heeft zij naar het oordeel van de rechtbank een plausibele en consistente verklaring gegeven. Zij was op dat moment sinds een paar weken op een groep uit huis geplaatst omdat het thuis (fysiek) was geëscaleerd. Zij heeft verklaard dat zij haar moeder heel erg miste, niemand haar geloofde en ze heel graag weer thuis wilde wonen. Op het moment dat zij aangaf dat zij het seksueel misbruik had verzonnen, is zij kort daarop door moeder en verdachte opgehaald en is zij weer thuis gaan wonen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het slachtoffer heeft gedwongen tot het ondergaan van het misbruik, waaronder het seksueel binnendringen, doordat hij misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke en uit de feitelijke verhouding voortvloeiende overwicht. Verdachte is op [slachtoffer] gaan liggen, heeft zich niet laten wegduwen en is meerdere malen voorbijgegaan aan de verbale en non-verbale signalen van verzet van [slachtoffer] . Daarbij was verdachte de stiefvader van het slachtoffer en woonden zij samen als gezin. Ten tijde van feit 2 was [slachtoffer] 14 en 15 jaar. Ten tijde van feit 3 was [slachtoffer] 16 en 17 jaar.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 2 primair en feit 3 primair tenlastegelegde.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan
  • Het onder feit 1 tenlastegelegde: het verkrachten van [slachtoffer] (leeftijdscategorie zestien tot achttien jaren) op 13 november 2024, terwijl hij het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin;
  • Het onder feit 2 primair tenlastegelegde: het buiten echt plegen van ontuchtige handelingen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam met [slachtoffer] die de leeftijd van twaalf, maar nog niet van zestien jaren heeft bereikt, terwijl hij het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin, omstreeks de periode van 23 april 2022 tot en met 30 juni 2022;
  • Het onder feit 3 primair tenlastegelegde: het verkrachten van [slachtoffer] , terwijl hij het feit beging tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin en het feit is voorafgegaan en vergezeld van geweld, in de periode van 1 juni 2024 tot en met 30 juni 2024.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feiten 1, 2 primair en 3 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks13 november 2024 te [plaats] ,
althans in Nederland,met een kind in de leeftijd van zestien tot achttien jaren, te weten
(zijn stiefdochter
)[slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007,
een ofmeer
dereseksuele handelingen, die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten,
- het
(met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand en
/ofmond en
/oftong
)betasten van de hals/nek en
/ofborsten en
/ofschaamstreek van die [slachtoffer] en
/of
- het brengen en
/ofbewegen van zijn, verdachtes, tong in de vagina en
/oftussen en
/ofover de schaamlippen van die [slachtoffer] en
/of
- het brengen en
/ofbewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en
/oftussen de schaamlippen van die [slachtoffer] ,
terwijl dit feit werd begaan jegens
verdachtes kind,een kind dat werd verzorgd of opgevoed als behorend tot het gezin van verdachte
, een kind waarover verdachte het gezag uitoefende en/of een anderszins aan de zorg, waakzaamheid of opleiding van verdachte toevertrouwd kind en/of een aan verdachte ondergeschikt kind
en welke verkrachting werd voorafgegaan door
,envergezeld van
en/of gevolgd doordwang
, geweld en/of bedreiging, door
- onaangekondigd en
/ofonuitgenodigd en
/ofonverhoeds de slaapkamer van die [slachtoffer] binnen te gaan en
/of
- bij/naast die [slachtoffer] in bed/op een matras te gaan liggen en
/of
- de deken van die [slachtoffer] af te trekken/aan de kant te doen en
/of
- die [slachtoffer] met haar rug op het
bed/matras te drukken/duwen en
/of
- de rits van de onesie van die [slachtoffer] te openen en/
of
- de onesie en
/ofstring van die [slachtoffer] uit en
/ofnaar beneden te trekken en
/of
- de bh van die [slachtoffer] omhoog te schuiven tot boven haar borsten en
/of
- bovenop die [slachtoffer] te gaan liggen en
/of
-
(toen die [slachtoffer] aangaf dat hij, verdachte, moest stoppen
)een ‘ssst’-geluid te maken
, althans te laten blijken dat zij stil moest zijnen
/of
-
(meermalen
)voorbij te gaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en
/of
- misbruik te maken van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer] en
/of
- misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen en omstandigheden voortvloeiende overwicht op die [slachtoffer] , gelet op de onderlinge verhouding van stiefvader ten opzichte van zijn stiefdochter en
/of
-
(hierdoor
)een zodanig bedreigende en/of beangstigende situatie te creëren dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en
/ofdurfde te onttrekken en
/of
-
(hierdoor
)die [slachtoffer] in een zodanig weerloze en
/ofafhankelijke toestand te brengen dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en
/ofdurfde te onttrekken;
2, primair
hij op twee
, althans een of meertijdstippen
in ofomstreeks de periode van 23 april 2022 tot en met 30 juni 2022 te [plaats]
, althans in Nederland,met
een kind over wie hij het gezag uitoefent,een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin
en/of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten
(zijn stiefdochter
)[slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog n
iet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt
een ofmeer
dereontuchtige handelingen heeft gepleegd, die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
(telkens
)
- het
(met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand en
/ofmond en
/oftong
)betasten van de hals/nek en
/ofborsten en
/ofschaamstreek van die [slachtoffer] en
/of
- het brengen en
/ofbewegen van zijn, verdachtes, tong en
/ofvinger(s) in de vagina en
/oftussen en
/ofover de schaamlippen van die [slachtoffer] en
/of
- het brengen en
/ofbewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en
/oftussen de schaamlippen van die [slachtoffer] ;
3, primair
hij in
of omstreeksde periode van 1 juni 2024 tot en met 29 juni 2024 te [plaats]
, althans in Nederland, door
geweld ofeen andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, een kind over wie hij het gezag uitoefent,een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin
en/of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige,te weten
(zijn stiefdochter
)[slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, heeft gedwongen tot het ondergaan van
een ofmeer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het
(met zijn, verdachtes, vinger(s)/hand en
/ofmond en
/oftong
)betasten van de hals/nek en
/ofborsten en
/ofschaamstreek van die [slachtoffer] en
/of- het brengen en
/ofbewegen van zijn, verdachtes, tong en
/ofvinger(s) in de vagina en
/oftussen en
/ofover de schaamlippen van die [slachtoffer] en
/of- het brengen en
/ofbewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en
/oftussen de schaamlippen van die [slachtoffer] , waarbij
dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/ofdie één of meer andere feitelijkheden er in hebben bestaand dat verdachte
- onaangekondigd en
/ofonuitgenodigd en
/ofonverhoeds de slaapkamer van die [slachtoffer] is binnengegaan en
/of- de kleding van die [slachtoffer] uit/omlaag te trekken en
/of-
(meermalen
)voorbij te gaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en
/of- misbruik te maken van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer] en
/of- misbruik te maken van het uit feitelijke verhoudingen en omstandigheden voortvloeiende overwicht op die [slachtoffer] , gelet op de onderlinge verhouding van stiefvader ten opzichte van zijn stiefdochter en
/of-
(hierdoor
)een zodanig bedreigende en/of beangstigende situatie te creëren dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en
/ofdurfde te onttrekken en
/of-
(hierdoor
)die [slachtoffer] in een zodanig weerloze en
/ofafhankelijke toestand te brengen dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon en
/ofdurfde te onttrekken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
verkrachting in de leeftijdscategorie van zestien tot achttien jaren voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door dwang.
feit 2 primair:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin;
feit 3 primair:
verkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin en het feit is voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en met aftrek van het voorarrest. Daarbij dienen de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering te worden opgelegd met dien verstande dat een zedenbehandeling als voorwaarden wordt toegevoegd. De officier heeft tot slot een contactverbod met het slachtoffer alsmede een locatieverbod voor de gehele gemeente [plaats] voor de duur van 3 jaren gevorderd, met twee weken hechtenis per overtreding. De officier van justitie heeft gevorderd dat deze vrijheidsbeperkende maatregelen dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden (of minder) met daarnaast een voorwaardelijk strafdeel met voorwaarden als voorgesteld door de reclassering bepleit.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vier keer verkrachten van zijn stiefdochter. Verdachte en [slachtoffer] leefden als gezin samen en zij noemde verdachte zelfs “papa”. Het seksueel misbruik vond telkens plaats op de slaapkamer van [slachtoffer] . Verdachte heeft daarmee op zeer ernstige wijze misbruik gemaakt van [slachtoffer] en daarmee grove inbreuk gemaakt op zowel haar lichamelijke als psychische integriteit. Verdachte heeft zijn eigen seksuele behoeftes boven het belang van [slachtoffer] gesteld en is daarbij volledig voorbijgegaan aan haar welzijn. Verdachte heeft misbruik gemaakt van zijn overwicht en het in hem door [slachtoffer] gestelde vertrouwen. Uit de voorgelezen slachtofferverklaring ter terechtzitting blijkt duidelijk de enorme impact die het handelen van verdachte op het leven van het slachtoffer heeft gehad en nog steeds heeft. De rechtbank neemt verdachte dit alles zeer kwalijk.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de justitiële documentatie van verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder in aanraking is gekomen met politie en justitie voor soortgelijke strafbare feiten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de rapportage van de deskundige J. Kluin, GZ-psycholoog d.d. 7 februari 2025. De deskundige adviseert verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te verklaren. Bij verdachte mag worden uitgegaan van een licht verstandelijk beperkt niveau van intellectueel functioneren. De intellectuele beperkingen hebben invloed op de ontwikkeling van de persoonlijkheid. Bij verdachte kan worden gesproken van een onrijpe persoonlijkheid. Hij is psychisch gezien gering belastbaar met beperkingen op het gebied van identiteitsvorming, zelfsturing, empathie en intimiteit. Het functioneren kenmerkt zich door een geringe zelfreflectie, moeite met het zich inleven in anderen, tekorten in emotieregulatie en impulscontrole en beperkt ontwikkelde gewetensfuncties. Er is daarbij sprake van enige antisociale kleuring zonder dat wordt voldaan aan de criteria van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Deze stoornis was ook aanwezig tijdens het plegen van het tenlastegelegde en beïnvloedde verdachtes gedragskeuzes en gedragingen. Verdachte had ten tijde van het tenlastegelegde kennis van de strafbaarheid van zijn handelen. Echter op het moment van de delictpleging lijkt verdachte niet vanuit deze kennis te hebben kunnen handelen. Hij had door een trage informatieverwerking, tekorten in het snappen van samenhang en causaliteit en zwakke verbale vermogens niet op tijd door dat hij zijn stiefdochter seksueel misbruikte. Wel bemerkte hij op een meer intuïtief niveau dat het gesprek dat hij met haar had seksuele lading kreeg, maar zonder dat het op tijd tot hem doordrong/ hij tijdig genoeg (voor zichzelf) onder woorden kon brengen dat er grenzen werden overschreden. Hij lijkt in een licht verwarde staat te zijn geraakt waarvan uit hij niet in staat was om grip te krijgen op zijn mentale processen en zijn gedrag bij te sturen. De uitkomsten van de risicotaxatie wijzen op een laag-matig risico op recidive. Om het risico op recidive terug te dringen wordt aanbevolen om aan verdachte reclasseringstoezicht en algemene forensische begeleiding op te leggen. Een expliciete zedenbehandeling wordt op dit moment niet als noodzakelijk gezien.
De psycholoog heeft per e-mail een aanvulling gegeven op zijn rapportage nadat de tenlastelegging met twee feiten werd uitgebreid (feiten 2 en 3). Kijkend naar de interventie-adviezen die in de pro Justitia rapportage zijn gegeven kan worden opgemerkt dat bij bewezenverklaring van feit 2 en feit 3 er geen directe aanleiding lijkt te zijn om af te wijken van het advies om (langdurige) ambulante begeleiding en een reclasseringstoezicht op te leggen, mits er geen veranderingen zijn in uitkomsten van de risicotaxatie en in verdachtes motivatie en toestandsbeeld. Dat wil zeggen, in het geval er sprake blijkt te zijn van een hoger risico op recidive en /of er afname is van motivatie dan wel mogelijkheden tot conformeren aan behandeling dan dient beoordeeld te worden of het beveiligingsniveau van een ambulante setting volstaat en of bijzondere voorwaarden nog altijd haalbaar zijn. Het eerder gegeven advies om aan verdachte geen expliciete zedenbehandeling aan te bieden houdt minder goed stand in het geval er geen sprake blijkt te zijn van een eenmalig seksueel delict (feit 1) maar van een patroon van seksuele delicten (feiten 1,2 en 3) en/ of wanneer er uit aanvullende delictanalyse blijkt dat er meer seksuele problematiek aanwezig is dan tot nu toe duidelijk was. In dat geval dient overwogen te worden om een zedenbehandeling op te nemen in het begeleidings- en behandelaanbod.
Uit het reclasseringsadvies van 10 februari 2025 blijkt dat de criminogene factor het psychosociaal functioneren van verdachte is. Hij heeft ten tijde van oplopende (seksuele) spanning niet de juiste keuze weten te maken en was niet in staat om zijn impulsen te beheersen. Eveneens ziet de reclassering het leefgebied relatie partner, gezin en familie vanwege de familieband als criminogene factor. Een mogelijke criminogene factor is het middelengebruik, omdat verdachte op de dag van het delict zegt XTC te hebben gebruikt. Beschermde factoren vindt de reclassering het sociaal netwerk en de ontvankelijke houding van verdachte tegenover hulpverlening. Het netwerk heeft verdachte, ondanks het gevoelige onderwerp, niet de rug toegekeerd, maar keuren zijn delictgedrag wel af. De reclassering acht een toezicht met een behandeling geïndiceerd. Om het recidiverisico, dat wordt ingeschat als gemiddeld, te verlagen, is aandacht nodig voor het verbeteren van de oplossingsvaardigheden en het versterken van de zelfcontrole. Een behandeling voor zedendelinquenten achten zij niet noodzakelijk. Zij adviseren bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, te weten: meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en meewerken aan schuldhulpverlening. De reclassering had ten tijde van het opmaken van de rapportages geen wensen vanuit het slachtoffer ontvangen. Zij zien geen contra-indicaties voor het opleggen van een contact- en locatieverbod of het opleggen van en maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
De rechtbank neemt de conclusies uit voornoemde rapportages over voor zover het gaat om het vaststellen van stoornissen, waardoor verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd.
Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat, gelet op de aard en ernst van de feiten en de periode waarin de feiten zijn gepleegd, niet anders dan een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. De rechtbank acht echter ook van belang dat verdachte een behandeling zal krijgen. Daarom zal zij geen langere gevangenisstraf dan vier jaren opleggen, zodat een gedeelte van deze straf voorwaardelijk opgelegd kan worden. Nu de rechtbank bewezen acht dat verdachte gedurende een langere periode zijn stiefdochter viermaal heeft verkracht, acht zij ook een zedenbehandeling aangewezen.
De rechtbank acht oplegging van een maatregel ex artikel 38v Sr niet noodzakelijk. De rechtbank acht ter bescherming van het slachtoffer een contact- en locatieverbod als bijzondere voorwaarden bij de voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf afdoende. De rechtbank zal bepalen dat het locatieverbod geldt voor de gehele stad [plaats] .
Alles overziend, zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 4 jaren met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank zal naast de algemene voorwaarden bijzondere voorwaarden opleggen in de vorm van een meldplicht, ambulante behandeling (ook als dit inhoudt meewerken aan een zedenbehandeling), een contact- en locatieverbod en meewerken aan schuldhulpverlening.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met de ten laste gelegde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 20.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 6.000,- tot € 8.000,-.
Overweging van de rechtbank
Immateriële schade
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het bewezenverklaarde onder feiten 1, 2 en 3 is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 15.000,- vaststellen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Verdachte is vanaf 23 april 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 242 (oud), 245 (oud), 246, 248 (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
4 (vier) jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- veroordeelde zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak;
- veroordeelde zich laat behandelen door Trajectum of een soortgelijke zorgverlener te bepalen door de reclassering. De zorgverlener bepaalt de wijze van behandeling. De behandeling kan ook gericht zijn op zedenproblematiek. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- veroordeelde gedurende de proeftijd geen contact zal opnemen, zoeken of hebben -in welke vorm dan ook, ook niet via derden- met [slachtoffer] , tenzij dit contact plaatsvindt met uitdrukkelijke toestemming van de reclassering en daarbij de aanwijzingen van de reclassering worden opgevolgd;
- veroordeelde zich gedurende de proeftijd niet zal bevinden in de stad [plaats] , tenzij deze aanwezigheid plaatsvindt met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de reclassering en daarbij de aanwijzingen van de reclassering worden opgevolgd, zo lang de reclassering dit locatieverbod noodzakelijk acht;
- veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
 geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de genoemde voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan begeleidt;
 hierbij gelden als voorwaarden dat verdachte:
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
De beslissing op de vordering benadeelde partij D.J.I [slachtoffer]
  • veroordeelt verdachte in verband met de feiten onder nummer 1, 2 en 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 15.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële immateriële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 15.000,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 april 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 110 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.S. de Vries (voorzitter), mr. A.M.P.T. Blokhuis en mr. H.C. Leemreize, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Wisseborn, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 juli 2025.
Mrs. Blokhuis en Leemreize zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024536013, gesloten op 14 april 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 16-25.
3.Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [slachtoffer] , p. 30-41.
4.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 13-15.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 65.
6.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 juli 2025.
7.Een schriftelijk bescheid, te weten: Rapport Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een melding van een zedenmisdrijf gepleegd in [plaats] op 13 november 2024, van 25 februari 2025.
8.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 16-25; het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [slachtoffer] , p. 30-41 en de ter terechtzitting door verdachte afgelegde verklaring.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 77-79.
10.Het proces-verbaal van verhoor getuige [ambulant begeleidster] , p. 111-114.
11.Een schriftelijk bescheid, te weten: Gesprekverslag en de context waarin het gesprek, tussen [slachtoffer] en jeugd- en gezinswerker [jeugd- en gezinswerker] , heeft plaatsgevonden, p. 118-119.
12.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] , p. 102.