In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan over de boetes die de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan eiseres heeft opgelegd wegens vermeende overtredingen van de Meststoffenwet in de jaren 2019 en 2020. Eiseres, een agrarisch bedrijf, was het niet eens met de opgelegde boetes voor het overschrijden van de gebruiksnormen voor stikstof en fosfaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat eiseres daadwerkelijk de normen had overschreden. De minister had de gemiddelde gehaltes van monsters van dunne mest niet kunnen doortrekken naar alle geleverde vrachten, omdat slechts 13 van de 21 monsters representatief waren voor de geleverde mest. De rechtbank oordeelde dat de minister de boetes ten onrechte had opgelegd en vernietigde het bestreden besluit. Tevens werd de minister veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding voor de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de boetebesluiten herroepen en de proceskosten vergoed.