Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser] , uit , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Arnhem
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
8.1. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiser een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Het college moet die vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt in totaal € 3.108. Voor de beroepsfase krijgt eiser een vergoeding van € 1.814 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor 1). Voor de bezwaarfase krijgt eiser een vergoeding van € 1.294 (1 punt voor het indienen van een bezwaarschrift en 1 punt voor het bijwonen van de hoorzitting, met een waarde per punt van € 647 en een wegingsfactor 1). Omdat eiser geen griffierecht heeft betaald, hoeft het college het griffierecht niet te vergoeden.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het besluit van 25 oktober 2024;
- wijst de aanvraag van eiser om een briefadres af;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- veroordeelt het college tot betaling van € 3.108 aan proceskosten aan eiser.
mr.L. Janssen, griffier. Uitgesproken in het openbaar op: