ECLI:NL:RBGEL:2025:7353

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
29 augustus 2025
Zaaknummer
25/3718
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging sluiting woning door burgemeester in verband met ernstige vrees voor verstoring openbare orde

In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Heumen om de sluiting van de woning en het perceel van verzoekers met drie maanden te verlengen. Verzoekers zijn het niet eens met deze verlenging en hebben de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 augustus 2025 behandeld, waarbij de burgemeester aanvullende informatie heeft overgelegd. De burgemeester heeft de sluiting van de woning verlengd vanwege ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde, na meerdere schietincidenten in de nabijheid van de woning. De voorzieningenrechter heeft beoordeeld of de burgemeester bevoegd was om de sluiting te verlengen en of deze maatregel evenwichtig was. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de burgemeester inderdaad bevoegd was en dat de maatregel geschikt en noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen. Wel heeft de voorzieningenrechter bepaald dat verzoekers gedurende de sluiting dagelijks 2 uur toegang tot de woning moeten krijgen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, behoudens de beperking van de toegang tot de woning. De burgemeester is verplicht het griffierecht aan verzoekers te vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 25/3718

uitspraak van de voorzieningenrechter van

in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2], uit [plaats 1], verzoekers

en

de burgemeester van de gemeente Heumen

(gemachtigde: [gemachtigde]).

Samenvatting

1. Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over het besluit van de burgemeester om de sluiting van de woning en het perceel van verzoekers met drie maanden te verlengen. Verzoekers zijn het hier niet mee eens. Zij verzoeken daarom om een voorlopige voorziening te treffen en voeren daartoe een aantal gronden aan. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of zij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen. Deze vraag beantwoordt zij aan de hand van de gronden van verzoekers.
1.1.
De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek toe. De burgemeester is bevoegd om de sluiting van de woning en het perceel met drie maanden te verlengen en mag ook gebruik maken van deze bevoegdheid
.Wel bepaalt de voorzieningenrechter dat verzoekers tijdens de verlenging van de sluiting gedurende 2 uur per dag toegang tot de woning en het perceel aan de [locatie] te [plaats 1] zullen hebben. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

Procesverloop

2. Met het bestreden besluit van 21 augustus 2025 heeft de burgemeester de sluiting van de woning van verzoekers en het perceel aan de [locatie] in [plaats 1] met drie maanden verlengd. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker [verzoeker 2] en de gemachtigde van de burgemeester.
2.2.
Ter zitting heeft de voorzieningenrechter het onderzoek geschorst en de burgemeester in de gelegenheid gesteld aanvullende informatie aan te leveren. De burgemeester heeft op 28 augustus 2025 met een beroep op 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een aanvullende bestuurlijke rapportage van de politie overgelegd. Ook verzoekers hebben met diverse mails aanvullende informatie in het geding gebracht.
2.3. Partijen hebben over en weer op elkaars stukken gereageerd.
2.4.
Partijen hebben toestemming gegeven om een tweede zitting achterwege te laten. Op 29 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter daarom het onderzoek gesloten en bepaald dat uitspraak zal worden gedaan.

Totstandkoming van het bestreden besluit

3. Op 28 juli 2025 omstreeks 03:58 uur ontving de politie meerdere meldingen
dat er geschoten werd in [plaats 1]. Uit onderzoek is gebleken dat meermaals is geschoten op (de poort van) de woning aan de [locatie] te [plaats 1]. Op de openbare weg en op de oprijlaan van de woning zijn in totaal 25 hulzen aangetroffen. Daarnaast zijn er doorgescheurde foto’s aangetroffen met daarop een afbeelding van het gezicht van
[verzoeker 2]. De aangetroffen munitie wordt meestal verschoten met aanvalsgeweren, of afgeleiden hiervan. De maximale afstand die door een kogel van het betreffende kaliber kan worden afgelegd, ligt tussen de 2,5 en 3,5 kilometer als dit onder een hoek van 30 graden wordt verschoten. Met munitie van het betreffende kaliber kunnen personen tot op grote afstand dodelijk worden getroffen.
3.1.
De politie heeft de burgemeester hiervan met een bestuurlijke rapportage van 28 juli 2025 op de hoogte gesteld. De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien de woning en het perceel van verzoekers voor de duur van 4 weken te sluiten.
3.2.
Verzoekers hebben de voorzieningenrechter gevraagd dit besluit te schorsen. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek bij uitspraak van 30 juli 2025 afgewezen. [1]
3.3.
Op 19 augustus 2025 heeft de politie de burgemeester met een bestuurlijke rapportage op de hoogte gesteld van de onderzoeksbevindingen tot dat moment. Naar aanleiding van deze bestuurlijke rapportage heeft de burgemeester met het bestreden besluit van 21 augustus 2025 besloten de duur van de sluiting te verlengen tot 25 november 2025.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of zij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen. Om dit te beoordelen beantwoordt zij aan de hand van de gronden van verzoekers of de burgemeester bevoegd was de sluiting van het perceel en de woning voor de duur van drie maanden te verlengen en of hij daartoe ook over mocht gaan.
De burgemeester is bevoegd om tot verlenging van de sluiting van de woning over te gaan
6. Op grond van artikel 174a, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet kan de burgemeester besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.
6.1.
De burgemeester heeft zich in het bestreden besluit op basis van de bestuurlijke rapportages van de politie op het standpunt gesteld dat er meermaals en gericht is geschoten, met vermoedelijk een automatisch vuurwapen. Er lijkt sprake te zijn van een escalatie in de geweldsspiraal, gelet op de eerdere incidenten in oktober 2024. Ernstig moet worden gevreesd voor meer incidenten en verdere escalatie. Nadat nog minder dan een jaar geleden gewapende mannen voor de deur stonden is de woning nu daadwerkelijk met een automatisch vuurwapen beschoten. Na de sluiting van de woning heeft zich in [plaats 2] een nieuw schietincident voorgedaan dat aan [verzoeker 2] gerelateerd was en waarbij dezelfde
beveiliger die verzoekers hebben ingeschakeld is beschoten. Daarna is zijn auto in brand gestoken. Bij de woning en bij de vermoedelijke verblijfplaats van [verzoeker 1] hebben zich na het incident in de nacht van 27 op 28 juli 2025 verdachte situaties voorgedaan.
Uit de incidenten na de sluiting blijkt dat er nog steeds sprake is van een
aanhoudende dreiging. Het heeft er alle schijn van dat de incidenten gerelateerd zijn aan zware drugscriminaliteit. Om de openbare orde te herstellen en om herhaling te voorkomen ziet de burgemeester reden de woning en het perceel voor nog drie maanden gesloten te houden.
6.2.
Uit de bestuurlijke rapportage blijkt niet duidelijk wat tijdens de incidenten in [plaats 2] precies is gebeurd, wat door de politie is waargenomen en vastgesteld en met name hoe deze incidenten zich tot verzoeker [verzoeker 2] verhouden. Ook blijkt niet hoe het onderzoek vordert. Daarom heeft de voorzieningenrechter de burgemeester in de gelegenheid gesteld nadere informatie aan te leveren over de voortgang van het onderzoek en de incidenten die in [plaats 2] hebben plaatsgevonden.
6.3.
De burgemeester heeft op 28 augustus 2025 een nadere bestuurlijke rapportage van de politie overgelegd. De burgemeester heeft deze aanvullende bestuurlijke rapportage met een verzoek om geheimhouding op grond van artikel 8:29 van de Awb in het geding gebracht. Dit verzoek om geheimhouding ziet op delen van de bestuurlijke rapportage die door de burgemeester zijn weggelakt. Op 28 augustus 2025 heeft de rechtbank geoordeeld dat beperkte kennisname door de voorzieningenrechter gerechtvaardigd is.
6.4.
Verzoekers hebben de voorzieningenrechter geen toestemming gegeven kennis te nemen van de vertrouwelijke passages in de bestuurlijke rapportage. Daarom heeft de voorzieningenrechter geen kennis genomen van de vertrouwelijke passages in de aanvullende bestuurlijke rapportage.
6.5.
Het is vaste rechtspraak dat de gevolgen van een weigering van toestemming, als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb, te verlenen om van stukken kennis te nemen in beginsel voor degene zijn die de toestemming heeft geweigerd. [2] Daarom moet het ervoor worden gehouden dat de in de rapportage opgenomen informatie zwaarwegend en relevant is voor het besluit om de sluiting te verlengen en onderbouwt dat de incidenten in [plaats 2] een link hebben met [verzoeker 2], dat het geweld escaleert en er ernstige vrees is voor verstoring van de openbare orde.
6.4.
Gelet op het incident op 28 juli 2025 en alle incidenten die zich nadien hebben voorgedaan heeft de burgemeester zich op het standpunt kunnen stellen dat sprake is van ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde. Daarom is de burgemeester bevoegd de sluiting van de woning te verlengen.
Mocht de burgemeester de bevoegdheid tot verlenging van de sluiting gebruiken?
7. Een verlenging van een sluiting van een woning is een ingrijpende maatregel. Als de burgemeester gebruik wil maken van deze bevoegdheid, moet hij het concrete geval toetsen aan het evenredigheidsbeginsel uit artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. Die toets houdt in dat beoordeeld moet worden of de verlenging van de sluiting van de woning geschikt, noodzakelijk en evenwichtig is, gezien de overige in het geding zijnde belangen.
De maatregel is geschikt
8. De maatregel is geschikt om het doel, het wegnemen van de ernstige verstoring van de openbare orde, te bewerkstelligen. Dat wordt ook niet betwist.
Is er een noodzaak tot verlenging van de sluiting?
9. De verlenging van de sluiting van de woning is noodzakelijk als de burgemeester aannemelijk heeft gemaakt dat de verstoring van de openbare orde rond de woning niet afdoende kan worden bestreden met een minder ingrijpend middel dan een sluiting. Daarbij is van belang of de verlenging van de sluiting noodzakelijk is ter herstel van de openbare orde en het voorkomen van herhaling van een verstoring van de openbare orde.
9.1.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 30 juli 2025 overwogen dat de burgemeester de sluiting noodzakelijk heeft mogen achten en permanente beveiliging geen
geschikt alternatief heeft hoeven achten om de openbare orde te herstellen. Hierbij heeft de voorzieningenrechter de burgemeester gevolgd in zijn stelling dat de beveiliger mogelijk gevaar loopt en dat dit onwenselijk is en dat een ander alternatief niet goed denkbaar is. De voorzieningenrechter ziet geen reden hier nu anders over te oordelen.
Is de maatregel evenwichtig?
10. Vraag is vervolgens of de verlenging van de sluiting ook evenwichtig is. Ook als een sluiting van een woning noodzakelijk is, mag die in het licht van alle van belang zijnde feiten en omstandigheden niet onredelijk bezwarend zijn.
10.1.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 30 juli 2025 overwogen dat de burgemeester, gelet op de herhaling van het geweld, de toenemende escalatie in de geweldsspiraal en de zorgen in de buurt over de eigen veiligheid, een zwaar gewicht heeft mogen toekennen aan het belang van herstel van de openbare orde. De belangen van verzoekers zijn zwaar, zeker nu de partner van [verzoeker 2] hoogzwanger is, maar wegen niet op tegen het belang van bescherming van de openbare orde. De voorzieningenrechter ziet geen reden daar nu anders over te denken. De burgemeester onderkent deze belangen ook en heeft een deels gemeubileerde en gestoffeerde woning ter beschikking gesteld. Dat deze woning spartaans is ingericht en niet geheel voldoet aan de eisen die verzoekers daaraan stellen doet hier niet aan af. De voorzieningenrechter stelt daarbij voorop dat de burgemeester partijen (financieel dan wel anders) dient te ondersteunen in deze voor hen lastige tijd, maar het kan en hoeft niet van de burgemeester te worden verlangd dat hij verzoekers volledig en compleet compenseert. Wel wijst de voorzieningenrechter erop dat de woning en de apparatuur in de woning veilig moet zijn voor alle bewoners en aan alle gebruikelijke eisen dient te voldoen. Zo moet er warm water en elektriciteit zijn. Hierbij weegt de voorzieningenrechter mee dat de burgemeester ter zitting heeft toegezegd, en herhaald in de vele mails die de rechtbank heeft ontvangen, dat verzoekers in de gelegenheid worden gesteld desgewenst nadere spullen uit hun woning te halen, zoals bijvoorbeeld babyspullen, meubels, kleding of een televisie.
Ook weegt de voorzieningenrechter mee dat de burgemeester heeft toegezegd indien nodig mee te willen denken en helpen bij het vinden van onderdak voor [verzoeker 1] en zijn vrouw, mocht dat nodig zijn en hier indien nodig een financiële compensatie voor te geven. Een eventuele financiële compensatie kan in de bezwaarfase nader worden onderzocht.
10.2.
De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat het besluit in dit concrete geval niet onevenwichtig is. Wel is de voorzieningenrechter van oordeel dat het besluit om verzoekers 1 uur per dag toegang te geven tot de woning en het perceel in plaats van de eerder toegekende 2 uur per dag, onvoldoende is onderbouwd. De enkele stelling ter zitting dat de verzorging van de dieren ook in 1 uur te mogelijk zou moeten zijn, volstaat daarvoor niet nu verzoeker ter zitting aangaf wel degelijk dagelijks 2 uur hiermee bezig te zijn. Daarom zal de voorzieningenrechter bepalen dat de burgemeester verzoekers dagelijks 2 uur onbeperkt toegang tot de woning en het perceel moet geven.

Conclusie en gevolgen

11. De voorzieningenrechter is concluderend van oordeel dat er geen reden is om aan te nemen dat het bestreden besluit in bezwaar niet in stand zal blijven, behoudens de dagelijkse toegang tot de woning. Daarvoor zal de voorzieningenrechter dan ook een voorziening treffen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek dan ook toe.
12. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat de burgemeester aan verzoekers het door hen betaalde griffierecht vergoedt. Er zijn geen proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en bepaalt dat verzoekers tijdens de verlenging van de sluiting gedurende 2 uur per dag toegang tot de woning en het perceel aan de [locatie] te [plaats 1] zullen hebben;
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening voor het overige af;
  • gelast dat de burgemeester het door verzoekers betaalde griffierecht van € 194 aan hen vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.H.Y Snoeren-Bos, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op
De voorzieningenrechter en de griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.ARN 25/3301
2.Zie bijvoorbeeld ABRvS 9 juli 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BD6714.