ECLI:NL:RBGEL:2025:8222
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.D.Z.R. Mohamed Hoesein
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland op 3 oktober 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de weigering van een WIA-uitkering behandeld. Eiseres, die eerder als apothekersassistente werkte, had zich ziek gemeld vanwege gezondheidsklachten en verzocht om een WIA-uitkering met ingang van 23 februari 2024. Het UWV had haar aanvraag afgewezen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht, met een vastgestelde mate van 29,18%. Eiseres was het niet eens met deze beoordeling en voerde verschillende beroepsgronden aan, waaronder dat haar beperkingen waren onderschat en dat zij niet in staat was om de geselecteerde functies uit te voeren.
De rechtbank beoordeelt of het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres correct heeft vastgesteld. De rechtbank komt tot de conclusie dat het UWV dit juist heeft gedaan, gebaseerd op medisch en arbeidskundig onderzoek. De verzekeringsarts M. van Oosterom en de arbeidskundige C. Smeets hebben vastgesteld dat eiseres, ondanks haar psychische klachten, in staat is om bepaalde functies uit te voeren die binnen haar belastbaarheid vallen. De rechtbank oordeelt dat er geen reden is om de FML aan te passen en dat de geselecteerde functies de belastbaarheid van eiseres niet overschrijden.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak benadrukt de rol van de verzekeringsarts in het vaststellen van beperkingen en de noodzaak voor eiseres om medische informatie te verstrekken ter ondersteuning van haar claims.