Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
- aan de linkerzijde zijn er fracturen zichtbaar van alle ribben. De ribben, met uitzondering van de eerste rib, zijn op meerdere plaatsen gebroken. Het merendeel van de fracturen hebben radiologisch geen tekenen van botgenezing en zijn daarom als recent te duiden;
- aan de rechterzijde zijn er fracturen zichtbaar van alle ribben. De ribben, met uitzondering van de eerste en de twaalfde rib, zijn op meerdere plaatsen gebroken. Er zijn zowel recente als genezende ribfracturen zichtbaar.
- verspreid aan de borst, buik en de flanken/rug zijwaarts, meerdere, veelal separaat gelegen en soms in elkaar verlopende hematomen.
- Aan de buik tenminste 30 hematomen en aan de rug (zijwaarts links) tenminste 30 hematomen.
3.De bewezenverklaring
opin of omstreeks de periode van 15 januari 2024 tot en met16 januari 2024 te [plaats 1]
, althans in Nederland, [slachtoffer 1] opzettelijk
en met voorbedachten radevan het leven heeft beroofd, door meermalen
, althans eenmaal, met kracht, al dan niet met een groot en/of zwaar voorwerp, op/tegen het hoofd en/of op/tegen de borst en/of op/tegen de rug en/of op/tegen de buik en/of op/tegen de romp
, althans op/tegen het lichaamvan die [slachtoffer 1] , te slaan en/of te stompen en/of te trappen en/of door meermalen
, althans eenmaal, met kracht, al dan niet met een groot en/of zwaar voorwerp, uitwendig en/of mechanisch en/of samendrukkend geweld op/tegen de borst en/of de rug
, althans op/tegen het lichaamvan die [slachtoffer 1] toe te passen en/of door meermalen
, althans eenmaal, met kracht, al dan niet met een groot en/of zwaar voorwerp, uitwendig en/of mechanisch en/of samendrukkend en/of smorend geweld op/tegen het hoofd en/of de hals
, althans op/tegen het lichaamvan die [slachtoffer 1] toe te passen;
op ofomstreeks 3 november 2023 te [plaats 2] , gemeente [plaats 3] [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door met een mes in de richting van die [slachtoffer 2] te richten en/ofdoor met een mes in de richting van die [slachtoffer 2] te lopen
, althans te wijzen, terwijl dit feit werd gepleegd tegen die [slachtoffer 2] in diens hoedanigheid van hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
in, noch verantwoordelijkheid genomen
voorzijn handelen. Hij heeft vooral zichzelf als slachtoffer gepresenteerd.
Verdachte wordt verdacht van een ernstig geweldsincident.”
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) jaren;
- veroordeelt verdachte in verband met de bewezenverklaarde doodslag tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 113,99 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en € 17.500,- aan immateriële schade in de zin van affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 1] , een bedrag te betalen van € 17.613,99 aan materiële schade en immateriële schade (affectieschade). De materiële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2024 en de immateriële schade (affectieschade) wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 123 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met de bewezenverklaarde doodslag tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van € 2.165,93 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en € 17.500,- aan immateriële schade in de zin van affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 2] , een bedrag te betalen van € 19.665,93 aan materiële schade en immateriële schade (affectieschade). De materiële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2024 en de immateriële schade (affectieschade) wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 134 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;