ECLI:NL:RBGEL:2025:8791
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoedingsvordering werknemer na beëindiging dienstverband in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van [rechthebbende], en Elis BV, voorheen Berendsen Textiel Service BV. De eiser vorderde schadevergoeding na de beëindiging van het dienstverband van [rechthebbende], die sinds 2018 in een situatie van ernstige bestaansonzekerheid verkeert. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van [eiser] zich niet lenen voor een kort gedingprocedure en heeft deze afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de beëindiging van het dienstverband onrechtmatig was en dat de schade niet voldoende was onderbouwd. De kantonrechter benadrukte dat een bodemprocedure de geëigende weg is voor het verder onderzoeken van de feiten en het vaststellen van eventuele schade. Daarnaast werd een reconventionele vordering van Elis tot contactverbod afgewezen wegens strijd met de goede procesorde. De proceskosten werden toegewezen aan Elis, aangezien [eiser] overwegend in het ongelijk werd gesteld.