ECLI:NL:RBGEL:2025:8792
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en de rechtsgeldigheid daarvan in een arbeidsovereenkomst met een disfunctionerende werknemer
In deze zaak verzoekt de werknemer, aangeduid als [verzoeker], om toekenning van een gefixeerde schadevergoeding, transitievergoeding en billijke vergoeding na een ontslag op staande voet door de werkgever, Herstelpartner B.V. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. De aan het ontslag ten grondslag gelegde feiten zijn grotendeels gebaseerd op het disfunctioneren van de werknemer. De kantonrechter wijst de billijke vergoeding af omdat deze niet is onderbouwd door de werknemer. De procedure begon met een verzoekschrift en een verweerschrift, gevolgd door een mondelinge behandeling op 8 juli 2025. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd op 31 maart 2025, maar dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding en de transitievergoeding, maar heeft het verzoek om een billijke vergoeding afgewezen. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van de werknemer toegewezen.