ECLI:NL:RBGEL:2025:8980

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 augustus 2025
Publicatiedatum
24 oktober 2025
Zaaknummer
11505004 \ BR VERZ 25-25 \ 814
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake verkeerssanctie voor niet-verzekerde bromfiets

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 20 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. De betrokkene, vertegenwoordigd door gemachtigde M.J.M. Bergers van Boete.nu, was niet ter zitting verschenen. De zaak betrof een opgelegde sanctie voor het niet hebben van een verzekering voor een bromfiets met kenteken [Kenteken], die op 7 augustus 2023 was vastgesteld. De officier van justitie verzocht om matiging van de sanctie met 50%, omdat de betrokkene had aangegeven dat er met de bromfiets niet was gereden.

De kantonrechter overwoog dat de aansprakelijkheid van de betrokkene voor het niet hebben van een verzekering niet werd opgeheven door de omstandigheden die door de betrokkene waren aangevoerd. Echter, de rechter besloot de sanctie te matigen, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak. Tevens werd er een proceskostenvergoeding toegekend aan de betrokkene, waarbij de kantonrechter de zaken als samenhangend beschouwde en de proceskosten op € 56,69 vaststelde. De beslissing van de officier van justitie werd gedeeltelijk vernietigd en de sanctie werd gematigd tot € 200,- exclusief administratiekosten.

De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. De griffier en de kantonrechter hebben de beschikking ondertekend en een afschrift is verzonden naar de betrokken partijen.

Uitspraak

proces-verbaal/uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaakgegevens 11505004 \ BR VERZ 25-25 \ 814
cjib-nr / registratienr [cjib-nummer]
zitting van 20 augustus 2025
proces- verbaal/beslissing inzake Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van

[Betrokkene]

wonende te [Adres] [postcode] [plaats]
betrokkene
gemachtigde M.J.M. Bergers, Boete.nu
tegen

de officier van justitie

De zaak is behandeld op de openbare zitting door de kantonrechter
mr. J.M. Breimer, bijgestaan door H. Jansen als griffier.
Namens de officier van justitie is aanwezig mr. Z. Fluitsma, medewerker van de Centrale Verwerkingseenheid Openbaar Ministerie als zittingsvertegenwoordiger, hierna te noemen de officier van justitie.
Betrokkene en gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen.
De kantonrechter vat, met verwijzing naar de beslissing van de officier van justitie en het ingediende beroepschrift, kort samen wat tussen partijen in geschil is.
Aan betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd vanwege het feit dat voor een bromfiets, met kenteken [Kenteken], geen verzekering is afgesloten en in stand gehouden op 7 augustus 2023.
De officier van justitie verklaart – zakelijk weergegeven – het volgende:
De gedraging is verricht. Door betrokkene is voldoende duidelijk gemaakt dat er met de bromfiets niet is gereden. Ik verzoek daarom de sanctie te matigen met 50% en het beroep voor het overige ongegrond te verklaren. Met betrekking tot het verweer over de vermenigvuldigingsfactor bij de toekenning van proceskosten verzoek ik u die toe te passen en overleg ik mijn schriftelijke standpunt hierover.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet uitspraak.

Gronden voor de beslissing

De kantonrechter overweegt als volgt.
Het beroep is ingesteld tegen een beslissing van de officier van justitie met bovenvermeld CJIB nummer.
Ingevolge artikel 30 lid 2 van de Wet aansprakelijkheid motorrijtuigen (WAM) is de bezitter, dan wel degene aan wie het kenteken is opgegeven, dan wel houder in de zin van artikel 2, tweede lid WAM, van een motorrijtuig ervoor aansprakelijk dat voor een gekentekend motorrijtuig een verzekering is afgesloten en in stand gehouden. Daarbij doet niet ter zake of met dat motorrijtuig wordt gereden op de openbare weg of waar het motorrijtuig zich bevindt.
De door betrokkene gestelde omstandigheden, dat er met de bromfiets niet kon worden gereden en dat het kenteken kort na de constatering is geschorst, heffen zijn aansprakelijkheid voor de gedraging niet op, maar geven wel aanleiding om in dit geval de sanctie te matigen.
Er zijn termen voor een proceskostenveroordeling.
Op de zitting van 20 augustus 2025 zijn 2 zaken behandeld, waarin heden uitspraak wordt gedaan en waarin aanspraak bestaat op proceskosten. In deze zaken van betrokkene [Betrokkene] zijn nagenoeg dezelfde beroepsgronden ingediend. Het betreft de zaken met de cjibnummers [cjib-nummer] en [cjib-nummer]. De kantonrechter merkt die zaken daarom aan als samenhangend in de zin van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
De kantonrechter kent, met verwijzing naar het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 oktober 2024 (ECLI:NL:GHARL:2024:6575) voor het beroepschrift tegen de inleidende beschikking geen vergoeding toe, omdat in deze zaak geen sprake is van een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.
De kantonrechter kent voor de fase van het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie 1 punt toe, met een wegingsfactor van 0,5 – licht -. Op grond van artikel 13a, tweede lid, van de Wahv wordt, nu de beslissing van de officier van justitie dateert van na 1 januari 2024, een vermenigvuldigingsfactor van 0,25 toegepast. Op de website van gemachtigde staat vermeld:
‘Je betaalt via iDEAL 12,99 voor gemaakte onkosten, winnen we de zaak dan vergoedt de overheid onze kosten’. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft gemachtigde in deze zaak rechtsbijstand verleend op basis van het principe van no cure no pay. Het verweer van gemachtigde hieromtrent slaagt daarom niet.
De officier van justitie zal derhalve worden veroordeeld in de kosten tot een bedrag van
€ 113,38 ( 1 x € 907,- x 0,5 x 0.25). In deze zaak dient de officier van justitie voor het beroepschrift een bedrag van € 56,69 te vergoeden (1/2 deel).
Er zal daarom als volgt worden beslist.

Beslissing

De kantonrechter:
-verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
-vernietigt de beslissing van de officier van justitie;
-verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gedeeltelijk gegrond;
-wijzigt de inleidende beschikking, in die zin dat de sanctie wordt gematigd tot € 200,- (exclusief administratiekosten);
-verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking voor het overige ongegrond;
-bepaalt dat het CJIB de gestelde zekerheid gedeeltelijk aan betrokkene terugbetaalt;
-veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 56,69.
Waarvan proces-verbaal,
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. J.M. Breimer, en in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzending van een afschrift hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. het beroepschrift niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift dient schriftelijk te worden ingediend bij de rechtbank Gelderland, Team strafrecht, Mulderzaken, kamer C.1.06, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem en dient door degene die beroep heeft ingesteld, of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend. Beroepschriften die per e-mail worden ingediend, kunnen gezien de wettelijke regeling niet in behandeling worden genomen.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarbij u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Een afschrift van deze uitspraak is aan betrokkene en de officier van justitie verzonden op: