ECLI:NL:RBGEL:2025:907
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-afname veroordeelde in verband met valsheid in geschrifte
Op 16 januari 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende een bezwaar tegen het bevel tot afname van DNA van een veroordeelde. De veroordeelde, die in 2017 was veroordeeld voor het opzettelijk gebruikmaken van een vals identiteitsbewijs, heeft op 29 november 2024 bezwaar aangetekend tegen de afname van zijn DNA-profiel. Hij stelde dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op de Wet DNA rechtvaardigden, omdat het misdrijf waarvoor hij was veroordeeld, valsheid in geschrifte, niet zou bijdragen aan de opsporing van toekomstige misdrijven. De rechtbank heeft het bezwaar behandeld in besloten raadkamer, waarbij de veroordeelde niet aanwezig was, en zijn raadsman zich had teruggetrokken. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar ongegrond was, omdat de Wet DNA geen uitzonderingen bood voor de situatie van de veroordeelde. De rechtbank benadrukte dat de aard van het misdrijf en de tijdsverloop sinds de veroordeling geen bijzondere omstandigheden vormden die de afname van DNA konden rechtvaardigen. De rechtbank verklaarde het bezwaar ongegrond en bevestigde dat de afname van DNA noodzakelijk was voor de opsporing van toekomstige strafbare feiten.