ECLI:NL:RBGRO:2008:BC9492
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J.B. Holsink
- F.J. Agema
- S. Tempel
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van een 42-jarige man wegens drugshandel en mishandeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 14 april 2008 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 42-jarige man, die werd beschuldigd van het exporteren van softdrugs naar Duitsland en het exploiteren van twee hennepkwekerijen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, in de periode van 1 januari 2003 tot en met 20 april 2004, opzettelijk hennep en hashish naar Duitsland heeft gebracht, wat in strijd is met de Opiumwet. De officier van justitie had een groot netwerk van hennepkwekerijen gesuggereerd, maar de rechtbank kwam tot de conclusie dat dit niet bewezen kon worden. Hierdoor werd het wederrechtelijk verkregen voordeel lager vastgesteld dan geëist door de officier van justitie.
Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van mishandeling van een persoon, zijn toenmalige leidinggevende, op 13 juni 2006. De rechtbank oordeelde dat de verdachte disproportioneel had gereageerd op een gesprek over zijn ontslag, waarbij hij het slachtoffer had gestompt en geslagen. De rechtbank vond de verklaringen van getuigen voldoende betrouwbaar om de betrokkenheid van de verdachte bij de hennepplantages te bevestigen.
De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 240 uur, met een vervangende hechtenis van 120 dagen, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de volksgezondheid en de rechtsorde, en nam daarbij de eerdere veroordelingen van de verdachte in aanmerking. De uitspraak werd gedaan na meerdere zittingen en op basis van de verzamelde bewijsstukken.