ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ3703
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J.A.M. Dijkers
- Rechtspraak.nl
Vordering tot DNA-onderzoek ter vaststelling van vaderschap
In deze zaak vordert eiser, die verondersteld wordt de biologische vader te zijn van gedaagde, veroordeling van gedaagde tot medewerking aan een DNA-onderzoek. Eiser stelt dat hij zekerheid wil omtrent zijn vaderschap, vooral na recente onthullingen die de afstammingsvraag opnieuw actueel maken. De rechtbank oordeelt dat het recht om te weten of een ander zijn kind is, valt onder de persoonlijke rechten, maar dit recht moet worden afgewogen tegen de belangen van gedaagde, die de kwestie als afgesloten beschouwt en geen behoefte heeft aan verder onderzoek. De rechtbank wijst de vordering af, omdat de belangen van gedaagde zwaarder wegen dan die van eiser. De rechtbank benadrukt dat emoties een belangrijke rol spelen in dergelijke zaken en dat het recht niet om emoties heen kan. De vordering wordt afgewezen en eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.