ECLI:NL:RBGRO:2009:BK5347

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
20 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
114272
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige in een zorgelijke thuissituatie

Op 20 november 2009 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen een verzoek van een moeder behandeld om haar zoon voorlopig onder toezicht te stellen. De moeder heeft aangegeven dat de situatie thuis onhoudbaar is en dat de hulpverlening in het vrijwillige kader niet tot resultaat leidt. De kinderrechter heeft, na een telefonische toelichting van de advocaat van de moeder en de Raad voor de Kinderbescherming, besloten het verzoek toe te wijzen. De moeder heeft geschetst dat haar zoon, geboren in 1994, zich zeer problematisch gedraagt, waaronder agressief gedrag, diefstal, en druggebruik. De moeder voelt zich ten einde raad en heeft geen toegang tot de benodigde hulpverlening. De kinderrechter oordeelt dat er sprake is van een zeer zorgelijke situatie en dat onmiddellijke hulpverlening noodzakelijk is. De minderjarige wordt voorlopig onder toezicht gesteld voor de duur van drie maanden, in afwachting van een nader onderzoek naar de noodzaak van de ondertoezichtstelling. De ouders, de Raad voor de Kinderbescherming, de minderjarige en andere belanghebbenden worden in staat gesteld om te worden gehoord op een zitting op 24 november 2009. De beslissing is genomen door mr. M.P. den Hollander, kinderrechter, in aanwezigheid van H. Siedsma, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 114272 / JE RK 09-1058
beschikking kinderrechter d.d. 20 november 2009
inzake
* [minderjarige], geboren in de gemeente [***] in 1994,
kind van:
[vader],
wonende te [adres]
en
[moeder],
wonende te [adres] .
nader te noemen de moeder
De moeder is belast met het gezag over voornoemde minderjarige.
PROCESGANG
Op 20 november 2009 heeft de moeder een verzoekschrift met bijlage(n) ingediend, gedateerd 20 november 2009 en verzocht dat:
1. de voorlopige ondertoezichtstelling van voornoemde minderjarige wordt uitgesproken voor de duur van drie maanden.
Naar aanleiding van het verzoekschrift van moeder, heeft de kinderrechter op
20 november 2009 de advocaat van moeder om een nadere telefonische toelichting verzocht. Voorts heeft de kinderrechter, met toestemming van de advocaat van moeder, het verzoekschrift naar de Raad van de Kinderbescherming (de Raad) gefaxt en ook de Raad om een nadere telefonische toelichting verzocht.
De advocaat van moeder heeft telefonisch aangegeven, dat hulp in het vrijwillige kader niet van de grond komt en moeder van het kastje naar de muur wordt gestuurd. De moeder is ten einde raad. Ook is het moeder niet gelukt om een vrijwillige uithuisplaatsing voor elkaar te krijgen.
De Raad heeft aangegeven dat de raadsmelding bij Bureau Jeugdzorg (bjz) in behandeling is en bjz in afwachting is van nadere informatie van Drievers Dale.
OVERWEGINGEN
Moeder heeft aangegeven dat er sprake is van een crisis en [minderjarige] zich zodanig misdraagt dat het gehele gezin geheel is ontwricht. Hij is agressief en heeft gevochten met de partner van moeder, steelt alles wat hij maar kan meenemen, rijdt onverzekerd en zonder certificaat rond op een brommer, gebruikt veel drugs en is voortdurend stoned. Hij is niet meer te motiveren om naar school te gaan. Hij doet volledig waar hij zin in heeft en blijft soms nachtenlang weg zonder iemand op de hoogte te stellen waar hij is. [minderjarige] heeft moeder een filmpje laten zien waarbij hij iemand volledig in elkaar slaat en hij is hier zeer trots op.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat [minderjarige] een licht verstandelijke beperking heeft en sprake is van een scheefgroei in zijn persoonlijkheid.
Moeder geeft voorts aan dat zij van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Stichting Mee zou hulp moeten bieden, maar Mee verwijst naar bjz. Bjz zegt dat Mee het probleem moet oplossen als moeder een hulpvraag heeft. Voor moeder is het onduidelijk waarom door de Raad er nog geen onderzoek is verricht, nu er op 9 juli 2009 een melding is gedaan door Drievers Dale.
Moeder wil heel graag hulpverlening maar krijgt de hulpverlening in het vrijwillige kader niet georganiseerd. Moeders noodkreet om hulp ligt ten grondslag aan het verzoek.
Op grond van de informatie, zoals weergegeven in het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlage(n), alsmede de nadere mondelinge toelichting komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is de minderjarige, in afwachting van een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling nodig is, voorlopig onder toezicht te stellen, voor de duur van ten hoogste drie maanden. Er lijkt sprake te zijn van een zeer zorgelijke situatie en onmiddellijke hulpverlening is geïndiceerd.
Het verhoor van de minderjarige en belanghebbende(n) kan niet worden afgewacht, zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige.
BESLISSING
stelt, in afwachting van het onderzoek, de minderjarige [minderjarige] met ingang van heden voorlopig onder toezicht, voor de duur van drie maanden, en draagt de ondertoezichtstelling op aan het bureau jeugdzorg Groningen (bjz) te Groningen, p/a Postbus 1203;
stelt, de ouders, de Raad voor de Kinderbescherming, de minderjarige en belanghebbende(n) in staat te worden gehoord op de zitting van 24 november 2009 om 11:00 uur in één van de zalen van het gerechtsgebouw aan het Guyotplein 1 te Groningen.
Deze beslissing is gegeven te Groningen op 20 november 2009 door mr. M.P. den Hollander, kinderrechter, in tegenwoordigheid van H. Siedsma, griffier.