ECLI:NL:RBGRO:2009:BM3710
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering op basis van geluidsopname als bewijs in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Groningen, heeft de eiseres, VDB Hosting Nederland B.V., een vordering ingediend tegen gedaagde Q. De zaak betreft een geschil over de gegrondheid van de vordering, waarbij een geluidsopname en de bijbehorende transcriptie als bewijs zijn ingebracht. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 29 april 2009 geoordeeld dat de geluidsopname en de schriftelijke bevestiging geen bewijswaarde hebben. VDB werd in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over de bewijsvoering, maar heeft aangegeven niet over andere bewijsmiddelen te beschikken. In het eindvonnis van 24 juni 2009 heeft de kantonrechter geconcludeerd dat de door VDB gestelde overeenkomst van opdracht niet is komen vast te staan, waardoor de vordering werd afgewezen. Tevens is VDB als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op nihil, aangezien niet is gebleken dat Q. zich door een beroepsgemachtigde heeft laten vertegenwoordigen. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.