ECLI:NL:RBGRO:2010:BN0902

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
1 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/994721-09
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van een voorwaardelijke geldboete aan een slachthuis voor het gebruik van valse verklaringen voor noodslachtingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 1 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vennootschap onder firma, hierna te noemen 'verdachte', die werd beschuldigd van het meermalen opzettelijk gebruik maken van valse geschriften in het kader van speciale noodslachtingen. De rechtbank oordeelde dat verdachte in de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 juni 2008, te Stadskanaal, samen met anderen, valse verklaringen heeft verstrekt aan de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) om runderen te kunnen slachten onder de noemer van noodslachting. Deze verklaringen waren bedoeld om te bewijzen dat de dieren in nood waren en moesten worden gedood, maar bleken vals te zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van meerdere valse verklaringen, die niet naar waarheid de anamnese, constatering of diagnose van de dieren weergaven. Dit leidde tot een risico dat vlees in de voedselketen terechtkwam dat niet geschikt was voor menselijke consumptie, wat schadelijk kon zijn voor het consumentenvertrouwen en de handelsbelangen van de Nederlandse vleessector. De rechtbank heeft de verdachte een voorwaardelijke geldboete van € 5.000,00 opgelegd, met een proeftijd van 2 jaren, en heeft daarbij rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om een hogere boete op te leggen, afgewezen, en de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18/994721-09 (promis)
datum uitspraak: 1 juli 2010
op tegenspraak
raadsman: mr. K.J. Zeef
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
gevestigd te [adres].
vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
17 juni 2010.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari
2007 tot en met 01 juni 2008 te Stadskanaal,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere
rechtsperso(o)n(en) en/of met één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans
alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt of gebruik heeft doen maken van
(de/een) (onder meer) hierna te noemen valse verklaring(en) voor speciale
noodslachtingen - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs
van enig feit te dienen - waaronder
1) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 19-03-07, betreffende een
anamnese en onderzoek bij een rund met oormerk NL 295905154, en met de
constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "niet kunnen
staan, mogelijk rugletsel"en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze
binnen 1 minuut is verbloed te Kootstertille op 19-03-07 om 18.55 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 56-62,
D/238 doordruk van de verklaring, D/487 gefaxte verklaring naar VWA), en/of
2) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-04-07, betreffende een
anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 439448381 en met
constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "gebroken re
dijbeen met bloeduitstorting" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze
binnen 1 minuut is verbloed te Luxwoude op 12-04-07 om 15.50 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 63-67
D/235 doordruk van de verklaring, D/488 gefaxte verklaring naar VWA), en/of
3) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 03-01-08, betreffende een
anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer
PL 00515584235 en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden
vanwege "knieletsel li.a " en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze
binnen 1 minuut is verbloed te Rogat op 03-01-08 om 14.15 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 80-92
D/358 originele verklaring, D/24 gefaxte verklaring naar VWA, D/52 en D/53
doordruk van de verklaring), en/of
4) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, betreffende een
anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 425946725 en met de
constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "neusbloeden" en
dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te
Mussel op 09-02-08 om 08.15 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 108-117
D/106 originele verklaring, D/27 gefaxte verklaring naar VWA, D/70 en D/71
doordruk van de verklaring), en/of
5) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, betreffende een
afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer LT 04444932, en met
de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "heup
gebroken",
en met de (vermoedelijke) diagnose "heup gebroken",
en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed
te Balkbrug op 09-02-08 om 13.10 uur,
(vindplaats documenten: PV pagina 99-107,
D/103 originele verklaring, D/2 gefaxte verklaring naar VWA, D/64 en D65
doordruk van de verklaring), en/of
6) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, betreffende een
afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer DE 07690114495 en
met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet
staan, vastgezeten"
en met de (vermoedelijke) diagnose "rugletsel",
en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed
te Vriezenveen op 12-02-08, om 13.55 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 118-127,
D/107 originele verklaring, D/1 gefaxte verklaring naar VWA, D/73 en D/74
doordruk van de verklaring), en/of
7) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, betreffende een
afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 488606387 en met
de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet
staan",
en met de (vermoedelijke) diagnose "li voorpoot geluxeerd",
en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed
te Blesdijke op 12-02-08 om 14.10 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 128-139
D/108 originele verklaring, D/2 gefaxte verklaring naar VWA, D/75 en D/76
doordruk van de verklaring), en/of
8) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, betreffende een
afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 482717537 en met
de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet
staan"
en met de (vermoedelijke) diagnose "parseses puerb post",
en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te
Eén op 12-02-08 om 17.25 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 140-152,
D/110 originele verklaring, D/4 gefaxte verklaring naar VWA, D/79 en D/80
doordruk van de verklaring),
en/of één of meer andere verklaring(en) voor speciale noodslachtingen, als
ware die/dat geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken
(telkens) in het verstrekken of doen verstrekken van die verklaring(en) voor
speciale noodslachtingen of één of meer van die verklaringen aan (een
dierenarts van) de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA),
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat (telkens) op die of één van
die verklaringen een
niet naar waarheid genoemde anamnese/constatering en/of diagnose voor het in
nood doden van een rund was vermeld, en/of
een niet naar waarheid genoemde plaats en/of datum en/of tijdstip van het
bedwelmen en verbloeden van een rund was vermeld, en/of
de handtekening van de eigenaar of houder van het dier was vervalst;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
De raadsman heeft aangevoerd dat de officier van justitie in zijn vervolging niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat verdachte, [verdachte], feitelijk dezelfde persoon is als verdachte [medeverdachte] die als natuurlijke persoon wordt vervolgd. Er is daarmee sprake van dubbele vervolging voor dezelfde feiten.
De officier van justitie heeft onder verwijzing naar artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht aangegeven dat het verweer van de raadsman moet worden verworpen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat ingevolge artikel 51, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, verdachte, de vennootschap onder firma [verdachte], in strafrechtelijk opzicht een andere persoon is dan [medeverdachte]. Dat [medeverdachte] een van de vennoten is van verdachte doet daaraan niet af. [medeverdachte] wordt vervolgd als natuurlijke persoon, verdachte als rechtspersoon in de zin van artikel 51, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht. Van een vervolging van dezelfde persoon is dan ook geen sprake. Er is dus geen reden om de officier van justitie in de vervolging van verdachte niet-ontvankelijk te verklaren.
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van de stukken en de verklaring van verdachte ter terechtzitting gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven dat de feiten door verdachte worden bekend.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de beoordeling van het tenlastegelegde acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 19-03-07, opgenomen als bijlage D/238 bij het van het proces-verbaal nummer 48499, d.d. 25 augustus 2008, van de Algemene Inspectiedienst, Inspectie Noord & Oost Nederland;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-04-07, opgenomen als bijlage D/235 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 03-01-08, opgenomen als bijlage D/358 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, opgenomen als bijlage D/106 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, opgenomen als bijlage D/103 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, opgenomen als bijlage D/107 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, opgenomen als bijlage D/108 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, opgenomen als bijlage D/110 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal.
De rechtbank acht op grond van deze bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 juni 2008 te Stadskanaal, tezamen en in vereniging met een ander, meermalen, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt of gebruik heeft doen maken van de (onder meer) hierna te noemen valse verklaringen voor speciale noodslachtingen
- elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - waaronder
1) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 19-03-07, betreffende een anamnese en onderzoek bij een rund met oormerk NL 295905154, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "niet kunnen staan, mogelijk rugletsel" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Kootstertille op 19-03-07 om 18.55 uur,
en
2) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-04-07, betreffende een anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 439448381, en met constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "gebroken re dijbeen met bloeduitstorting" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Luxwoude op 12-04-07 om 15.50 uur,
en
3) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 03-01-08, betreffende een anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer PL 00515584235, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "knieletsel li.a " en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Rogat op 03-01-08 om 14.15 uur,
en
4) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, betreffende een anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 425946725, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "neusbloeden" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Mussel op 09-02-08 om 08.15 uur,
en
5) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, betreffende een afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer LT 04444932, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "heup gebroken" en met de (vermoedelijke) diagnose "heup gebroken" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Balkbrug op 09-02-08 om 13.10 uur,
en
6) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, betreffende een afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer DE 07690114495, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet staan, vastgezeten"
en met de (vermoedelijke) diagnose "rugletsel" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Vriezenveen op 12-02-08, om 13.55 uur,
en
7) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, betreffende een afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 488606387, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet staan" en met de (vermoedelijke) diagnose "li voorpoot geluxeerd" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Blesdijke op 12-02-08 om 14.10 uur,
en
8) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, betreffende een afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 482717537, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet staan" en met de (vermoedelijke) diagnose "parseses puerb post" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Eén op 12-02-08 om 17.25 uur,
en
andere verklaringen voor speciale noodslachtingen, als ware die geschriften echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken telkens in het verstrekken of doen verstrekken van die verklaringen voor speciale noodslachtingen aan (een dierenarts van) de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat telkens op die verklaringen een niet naar waarheid genoemde anamnese/constatering en/of diagnose voor het in nood doden van een rund was vermeld en/of een niet naar waarheid genoemde plaats en/of datum en/of tijdstip van het bedwelmen en verbloeden van een rund was vermeld en de handtekening van de eigenaar of houder van het dier was vervalst.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het feit
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert het volgende strafbare feit op:
Medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift als bedoeld in artikel 225, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Strafoplegging
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een geldboete van € 15.000,00 waarvan € 10.000,00 voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor de oplegging van een geheel voorwaardelijke straf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, het de verdachte betreffende uittreksel uit het justitiële documentatieregister, alsmede met de vordering van de officier van justitie.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de zes ad informandum gevoegde feiten, zoals deze op de dagvaarding zijn vermeld en die door verdachte zijn erkend.
Voorwaardelijke geldboete
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke geldboete moet worden opgelegd.
Bij de bepaling van de hoogte daarvan zal de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
De rechtbank neemt daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De valselijk opgemaakte verklaringen die verdachte samen met haar medeverdachte heeft gebruikt spelen een belangrijke rol in de beoordeling van de vraag of dieren voor noodslachting in aanmerking mogen komen. Bij deze beoordeling is enerzijds het dierenwelzijn van belang, zo mag een gewond dier niet meer levend naar het slachthuis worden vervoerd, en anderzijds het belang van de volksgezondheid, dat daar mee is gediend dat slechts vlees in de voedselketen terecht komt, dat voor menselijke consumptie geschikt is.
Door het handelen van verdachte is het risico ontstaan dat vlees in de voedselketen terecht is gekomen dat voor menselijke consumptie niet geschikt was. Dergelijke feiten kunnen het consumentenvertrouwen in de kwaliteit van uit Nederland afkomstig vlees schaden, hetgeen nadelige gevolgen voor de handelsbelangen van de Nederlandse vleessector kan hebben. Ook is sprake van concurrentievervalsing.
De rechtbank rekent verdachte de feiten dan ook zwaar aan.
Verder is verdachte blijkens het haar betreffende uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 16 april eerder, zij het niet zeer recent, ter zake van een soortgelijk feit veroordeeld.
In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met het forse tijdsverloop sinds de feiten zijn gepleegd tot de datum van berechting.
In het verlengde van het verweer dat verdachte en één van haar vennoten feitelijk dubbel worden vervolgd, overweegt de rechtbank dat uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat verdachte en bedoelde vennoot in vergaande mate kunnen worden vereenzelvigd. De rechtbank ziet hierin aanleiding de bestraffing van verdachte te beperken tot na te noemen voorwaardelijke geldboete.
De rechtbank ziet, anders dan de officier van justitie, geen aanleiding om een proeftijd van 3 jaren op te leggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 51, 57 en 225, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
- een geldboete van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro).
Bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op 2 jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. E.W. van Weringh, voorzitter, F. Sijens en
H.J Bastin, in tegenwoordigheid van W. Brandsma, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 juli 2010.