ECLI:NL:RBGRO:2010:BN2381

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
1 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
18/994655-09
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplegging van een werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf voor valsheid in geschrift met betrekking tot noodslachtingen van runderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 1 juli 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd. De verdachte had in de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 juni 2008 in verschillende gemeenten in Nederland, verklaringen voor speciale noodslachtingen valselijk opgemaakt. Deze verklaringen waren bedoeld om aan te tonen dat runderen in nood gedood moesten worden, maar bevatten onjuiste informatie over de omstandigheden waaronder deze dieren gedood werden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen deze verklaringen heeft vervalst, met als doel deze als echt en onvervalst te gebruiken.

De officier van justitie heeft een werkstraf van 120 uren, een geldboete van € 2.500,00 en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden geëist. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte niet heeft kunnen aantonen dat zijn handelen het dierenwelzijn heeft gediend en dat er een risico is ontstaan dat ongeschikt vlees in de voedselketen terecht is gekomen. Dit heeft geleid tot een schending van het consumentenvertrouwen in de kwaliteit van vlees uit Nederland en concurrentievervalsing.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 60 dagen indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht. Daarnaast is er een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en het tijdsverloop sinds de feiten tot de berechting. De verdachte heeft bekend en er zijn geen strafuitsluitingsgronden aanwezig geacht. De rechtbank heeft de strafeis van de officier van justitie grotendeels overgenomen, maar geen geldboete opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummer: 18/994655-09 (promis)
datum uitspraak: 1 juli 2010
op tegenspraak
V O N N I S
van de rechtbank Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
17 juni 2010.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari
2007 tot en met 01 juni 2008 te Lutjegast, gemeente Grootegast, en/of te
Tolbert gemeente Leek en/of te Stadskanaal, althans in Nederland, tezamen en
in vereniging met een of meer andere rechtsperso(o)n(en) en/of met één of meer
natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk (onder meer) hierna te noemen verklaring(en) voor
speciale noodslachtingen
-elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
1) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 03-01-08, betreffende een
anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer PL 00515584235 en met de
constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "knieletsel li.a
" en dat dat rund is bewelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed
te Rogat op 03-01-08 om 14.15 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 80-92
D/358 originele verklaring, D/24 gefaxte verklaring naar VWA, D/52 en D/53
doordruk van de verklaring), en/of
2) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 11-01-08, betreffende een
afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 350841665 en met
de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege " gebroken
r.a. tarsus"
en met de diagnose "tarsaalfractuur li.a",
en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed
te Siddeburen op 11-01-08 om 18.50 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 176-179
D/281 originele verklaring bestemd voor VWA, D/58 doordruk van de verklaring),
en/of
3) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, betreffende een
afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer LT 04444932, en met
de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "heup
gebroken"
en met de (vermoedelijke) diagnose "heup gebroken",
en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed
te Balkbrug op 09-02-08 om 13.10 uur,
(vindplaats documenten: PV pagina 99-107,
D/103 originele verklaring, D/2 gefaxte verklaring naar VWA, D/64 en D65
doordruk van de verklaring), en/of
4) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, betreffende een
anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 425946725 en met de
constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "neusbloeden" en
dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te
Mussel op 09-02-08 om 08.15 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 108-117
D/106 originele verklaring, D/27 gefaxte verklaring naar VWA, D/70 en D/71
doordruk van de verklaring), en/of
5) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 02-12-08, betreffende een
afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer DE 07690114495 en
met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet
staan, vastgezeten"
en met de (vermoedelijke) diagnose "rugletsel",
en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed
te Vriezenveen op 12-02-08, om 13.55 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 118-127,
D/107 originele verklaring, D/1 gefaxte verklaring naar VWA, D/73 en D/74
doordruk van de verklaring), en/of
6) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d.12-02-08, betreffende een
anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 47796541 en met de
constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet staan,
voorpoot re breuk/fissuur" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze
binnen 1 minuut is verbloed te Blesdijke op 12-02-08 om 14.05 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 128-139
D/109 originele verklaring, D/3 gefaxte verklaring naar VWA, D/77 en D/78
doordruk van de verklaring), en/of
7) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d.12-02-08, betreffende een
anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer UK 181662600925 en met de
constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet
staan"en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is
verbloed te Eén op 12-02-08 om 17.30 uur,
(vindplaats documenten: PV pag 140-152,
D/111 originele verklaring, D/5 gefaxte verklaring naar VWA, D/81 en D/82
doordruk van de verklaring)
en/of één of meer andere verklaringen voor speciale noodslachtingen, als ware
die/dat geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing
hierin dat (telkens) op die of één van die verklaringen
een niet naar waarheid genoemde anamnese/constatering en/of diagnose voor het
in nood doden van een rund was vermeld, en/of
een niet naar waarheid genoemde plaats en/of datum en/of tijdstip van het
bedwelmen en verbloeden van het rund was vermeld, en/of
de handtekening van de eigenaar of houder van het dier was vervalst,
zulks met het oogmerk om dat/die geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van de stukken en de verklaring van verdachte ter terechtzitting gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft bekend de ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de beoordeling van het tenlastegelegde acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- de verklaring van [medeverdachte], d.d. 6 juni 2008, opgenomen in het persoonsdossier, onder V1, behorend bij het proces-verbaal nummer 48499, d.d. 25 augustus 2008, van de Algemene Inspectiedienst, Inspectie Noord & Oost Nederland;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 03-01-08, opgenomen als bijlage D/358 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 11-01-08, opgenomen als bijlage D/281 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, opgenomen als bijlage D/103 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, opgenomen als bijlage D/106 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 02-12-08, opgenomen als bijlage D/107 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, opgenomen als bijlage D/109 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal;
- een schriftelijk stuk, te weten een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, opgenomen als bijlage D/111 bij het hiervoor genoemde proces-verbaal.
De rechtbank acht op grond van deze bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 juni 2008 te Lutjegast, gemeente Grootegast, en/of teTolbert, gemeente Leek, en/of te Stadskanaal, tezamen en
in vereniging met een ander, meermalen, telkens opzettelijk (onder meer) hierna te noemen verklaringen voor speciale noodslachtingen
-elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft opgemaakt,
1) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 03-01-08, betreffende een anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer PL 00515584235, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "knieletsel li.a " en dat dat rund is bewelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Rogat op 03-01-08 om 14.15 uur,
en
2) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d.11-01-08, betreffende een afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 350841665, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege " gebroken r.a. tarsus" en met de diagnose "tarsaalfractuur li.a" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Siddeburen op 11-01-08 om 18.50 uur,
en
3) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, betreffende een afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer LT 04444932, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "heup gebroken" en met de (vermoedelijke) diagnose "heup gebroken" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Balkbrug op 09-02-08 om 13.10 uur,
en
4) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 09-02-08, betreffende een anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 425946725, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "neusbloeden" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Mussel op 09-02-08 om 08.15 uur,
en
5) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 02-12-08, betreffende een afgenomen anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer DE 07690114495, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet staan, vastgezeten" en met de (vermoedelijke) diagnose "rugletsel" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Vriezenveen op 12-02-08, om 13.55 uur,
en
6) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, betreffende een anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer NL 47796541, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet staan, voorpoot re breuk/fissuur" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Blesdijke op 12-02-08 om 14.05 uur,
en
7) een verklaring voor speciale noodslachtingen d.d. 12-02-08, betreffende een anamnese en onderzoek bij een rund met oornummer UK 181662600925, en met de constatering dat dat rund in nood gedood moest worden vanwege "kan niet staan" en dat dat rund is bedwelmd en op correcte wijze binnen 1 minuut is verbloed te Eén op 12-02-08 om 17.30 uur,
en
andere verklaringen voor speciale noodslachtingen, als ware die geschriften echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat telkens op die verklaringen een niet naar waarheid genoemde anamnese/constatering en/of diagnose voor het in nood doden van een rund was vermeld en/of een niet naar waarheid genoemde plaats en/of datum en/of tijdstip van het bedwelmen en verbloeden van het rund was vermeld en de handtekening van de eigenaar of houder van het dier was vervalst, zulks met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het feit
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard, levert het volgende strafbare feit op:
Medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitings-gronden aanwezig worden geacht.
Strafoplegging
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde wordt veroordeeld tot:
- een werkstraf van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis;
- een geldboete van € 2.500,00 subsidiair 35 dagen hechtenis;
- een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Standpunt van de verdachte
De verdachte heeft aangevoerd dat hij de strafeis erg zwaar vindt en dat hij primair heeft gehandeld vanuit het oogpunt van dierenwelzijn en dat hij door het plegen van de feiten geen economisch voordeel heeft genoten.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het aangaande zijn persoon opgemaakte reclasseringsrapport en het hem betreffende uittreksel uit het justitiële documentatieregister, alsmede met de vordering van de officier van justitie.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de zes ad informandum gevoegde feiten, zoals deze op de dagvaarding zijn vermeld en die door verdachte zijn erkend.
Taakstraf en voorwaardelijke vrijheidsstraf
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf in de vorm van een werkstraf en een voorwaardelijke vrijheidsstraf moet worden opgelegd.
De rechtbank neemt daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verklaringen die verdachte samen met een ander heeft vervalst spelen een belangrijke rol in de beoordeling van de vraag of dieren voor noodslachting in aanmerking mogen komen. Bij deze beoordeling is enerzijds het dierenwelzijn van belang, zo mag een gewond dier niet meer levend naar het slachthuis worden vervoerd, en anderzijds het belang van de volksgezondheid, dat daar mee is gediend dat slechts vlees in de voedselketen terecht komt, dat voor menselijke consumptie geschikt is.
Verdachte heeft de rechtbank niet duidelijk kunnen maken op welke wijze hij door het vervalsen van de onderhavige verklaringen het dierenwelzijn heeft gediend. Wel is door zijn handelen het risico ontstaan dat vlees in de voedselketen terecht is gekomen dat voor menselijke consumptie niet geschikt was.
Dergelijke feiten kunnen met zich meebrengen, dat het consumentenvertrouwen in de kwaliteit van uit Nederland afkomstig vlees wordt geschaad, hetgeen nadelige gevolgen voor de handelsbelangen van de Nederlandse vleessector kan hebben. Ook is sprake van concurrentievervalsing.
De rechtbank rekent verdachte de feiten dan ook zwaar aan.
In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met het forse tijdsverloop sinds de feiten zijn gepleegd tot de datum van berechting en met de omstandigheid dat verdachte blijkens het hem betreffende uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 16 april 2010 in het recente verleden niet ter zake van soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank ziet geen aanleiding om naast voornoemde straffen tevens over te gaan tot de oplegging van een geldboete.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 225, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
- veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
- een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 120 uren, met bevel dat vervangende
hechtenis voor de duur van 60 dagen zal worden toegepast als veroordeelde deze straf niet
naar behoren verricht.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van de werkstraf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht. De rechtbank waardeert de dagen die veroordeelde in verzekering heeft doorgebracht op twee uren werkstraf per dag.
De werkstraf moet zijn voltooid binnen een jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis. De veroordeelde zal zich met betrekking tot de werkstraf gedragen naar de aanwijzingen te geven door of namens de Reclassering Nederland.
- een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op 2 jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. E.W. van Weringh, voorzitter, F. Sijens en
H.J Bastin, in tegenwoordigheid van W. Brandsma, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 1 juli 2010.