ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3822

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
10 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
403956 / 09-2508
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onredelijk bezwarend beding in telecommunicatieovereenkomst

In deze zaak, uitgesproken op 10 augustus 2010 door de Rechtbank Groningen, sector kanton, staat de vraag centraal of een beding in de algemene voorwaarden van Telfort B.V. onredelijk bezwarend is. De eiseres, Telfort B.V., had een overeenkomst met de gedaagde, Q., die vroegtijdig werd ontbonden. Telfort vorderde de resterende abonnementskosten over de periode na de ontbinding, gebaseerd op artikel 8.1 en 8.3 van de algemene voorwaarden. De kantonrechter oordeelde dat het beding in artikel 8.3 onredelijk bezwarend was, omdat het een consument een onevenredig hoge schadevergoeding oplegt bij niet-nakoming van de verplichtingen. Dit leidde tot de conclusie dat Q. zich met succes kon beroepen op de vernietiging van dit beding.

De kantonrechter stelde vast dat Q. tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst, waardoor hij op grond van artikel 6:277 van het Burgerlijk Wetboek schade moest vergoeden aan Telfort. De schade kon niet nauwkeurig worden berekend, en de kantonrechter schatte deze op de helft van de abonnementskosten na de ontbinding, wat resulteerde in een schadevergoeding van € 444,38. De gevorderde rente werd toegewezen vanaf 12 november 2008 tot de dag van voldoening.

Daarnaast werden de gevorderde buitengerechtelijke kosten afgewezen, omdat deze niet meer omvatten dan een enkele aanmaning. Q. werd als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Winschoten
Zaak\rolnummer: 403956/09-2508
Vonnis d.d. 10 augustus 2010
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Telfort B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres, hierna te noemen Telfort,
gemachtigde J.A. Hartman gerechtsdeurwaarder te Groningen,
en
Q.,
wonende te [adres], Veendam,
gedaagde, hierna te noemen Q.,
gemachtigde mr. M.S. Scheffers, advocaat te Veendam.
PROCESGANG
Bij tussenvonnis van 23 maart 2010 heeft de kantonrechter Telfort in de gelegenheid gesteld zich bij akte nader uit te laten. Zij heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt. Daarna heeft Q. bij akte gereageerd. Vervolgens is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak is vastgesteld op heden
OVERWEGINGEN
1. De inhoud van het vonnis van 23 maart 2010 moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd en de daarvan deel uitmakende overwegingen worden gehandhaafd.
2. Bij tussenvonnis is Telfort onder meer in de gelegenheid gesteld omstandigheden aan te voeren waaruit kan worden afgeleid dat het beding waarop zij zich beroept in de gegeven omstandigheden niet onredelijk bezwarend is.
3. Telfort voert aan dat de klant aansprakelijk is voor alle schade die Telfort lijdt als gevolg van een handelen of nalaten in strijd met de bepalingen van de overeenkomst ingevolge artikel 8.1 jo 8.3 van de van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Door de vroegtijdige beëindiging van de onderhavige overeenkomst heeft zij schade geleden. Deze schade bestaat uit de overeengekomen abonnementskosten over de periode van na de ontbinding tot het einde van de contractsperiode. Door deze vroegtijdige ontbinding heeft Telfort eveneens niet de kosten, welke verdisconteerd zijn in de overige termijnbedragen, bij Q. in rekening kunnen brengen. Omdat het abonnement een sim-only abonnement is, heeft zij geen toestel aan Q. verstrekt bij het aangaan van de overeenkomst.
4. De kantonrechter is van oordeel dat artikel 8.3 van de algemene voorwaarden van Telfort in de gegeven omstandigheden een onredelijk bezwarend beding is. Het beding heeft tot gevolg dat een consument die zijn verplichtingen niet nakomt een onevenredig hoge schadevergoeding wordt opgelegd. Gezien de door Telfort in het geding gebrachte gegevens moet worden geoordeeld dat het in rekening brengen van de resterende maandtermijnen, in dit geval 22 maanden, terwijl Q. geen gebruik meer kan maken van de diensten van Telfort niet in redelijke verhouding staat tot het nadeel dat Telfort lijdt. Op grond van het voorgaande heeft Q. zich met vrucht beroepen op vernietiging van artikel 8.3 van de algemene voorwaarden zodat dit beding buiten toepassing zal blijven.
5. Dit neemt niet weg dat vast staat dat Q. is tekort gekomen in de nakoming van de overeenkomst en dat hij op grond van artikel 6:277 het Burgerlijk Wetboek (BW) de schade moet vergoeden die Telfort lijdt doordat ontbinding van de overeenkomst heeft plaatsgevonden.
6. In dit geval kan de door Telfort geleden schade niet nauwkeurig berekend worden. Ingevolge art. 6:97 BW zal de kantonrechter deze schatten op de helft van de abonnementskosten over de abonnementsperiode na ontbinding. Dit leidt tot een schadevergoeding van € 444,38. Omdat de hoofdsom gedeeltelijk wordt afgewezen kan de gevorderde rente niet worden toegewezen. Toegewezen zal worden de contractuele rente over het toegewezen bedrag vanaf 12 november 2008 tot de dag dat de vordering is voldaan.
7. Met betrekking tot de gevorderde buitengerechtelijke kosten overweegt de kantonrechter het volgende. Uitgangspunt voor toewijzing van de vordering met betrekking tot de buitengerechtelijke kosten is dat de buitengerechtelijke werkzaamheden meer moeten omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning. Nu hiervan niet is gebleken dienen deze werkzaamheden te worden aangemerkt als zijnde ter voorbereiding van de processtukken en instructie van de zaak. De gevorderde buitengerechtelijke kosten komen daarom niet voor toewijzing in aanmerking.
8. Q. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, met dien verstande dat de proceskostenveroordeling zal worden gebaseerd op het toe te wijzen bedrag.
B E S L I S S I N G
De kantonrechter:
veroordeelt Q. om tegen kwijting aan Telfort te betalen € 444,38 vermeerderd met de contractuele rente over € 444,38 vanaf 12 november 2008 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Q. tevens in de kosten van het geding, aan de zijde van Telfort tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 158,00 aan griffierecht, € 74,75 aan explootkosten en € 120,00 voor salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
ontzegt het meer of anders gevorderde
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en op 10 augustus 2010 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: TvdB