ECLI:NL:RBHAA:2003:AF6607
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor in ontbindingsprocedure
In deze zaak heeft verzoekster op 14 februari 2003 een verzoek ingediend tot dagbepaling van een voorlopig getuigenverhoor in het kader van een ontbindingsprocedure tegen de Coöperatieve Rabobank Beverwijk U.A. De Rabobank heeft op 25 februari 2003 een bezwaarschrift ingediend tegen dit verzoek. De mondelinge behandeling vond plaats op 6 maart 2003. De kantonrechter te Haarlem heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de regels van bewijsrecht ook van toepassing zijn in verzoekschriftprocedures, tenzij de aard van de procedure zich daartegen verzet. Verzoekster wenst te bewijzen dat er interne verschillen zijn binnen de Rabobank met betrekking tot het gebruik van COF-kredieten en dat er onduidelijkheid bestaat over de regels omtrent deze kredieten. De Rabobank heeft echter aangevoerd dat verzoekster geen belang heeft bij het bewijs dat zij wil leveren, omdat dit niet relevant zou zijn voor de beslissing in de ontbindingsprocedure. De kantonrechter heeft deze zienswijze van de Rabobank onderschreven en geconcludeerd dat verzoekster geen belang heeft bij het horen van de door haar genoemde getuigen. Daarom heeft de kantonrechter het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor afgewezen. De beschikking is gegeven en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 27 maart 2003 door de kantonrechter en ondertekend door de griffier.