ECLI:NL:RBHAA:2003:AZ6497
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hoofdverblijf en zorgplicht in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 4 december 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer. Eiseres, die gedurende ten minste negen maanden van het jaar in Ingen, gemeente Buren verblijft, heeft een aanvraag ingediend voor een scootmobiel op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres haar hoofdverblijf niet in de gemeente Haarlemmermeer heeft, zoals door verweerder is gesteld. Dit betekent dat de gemeente Haarlemmermeer geen zorgplicht heeft ten aanzien van eiseres onder de Wvg.
De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail bekeken. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag, maar de rechtbank oordeelde dat de gemeente Haarlemmermeer niet als hoofdverblijfplaats kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie en de feitelijke omstandigheden van eiseres. Het oordeel was dat eiseres haar centrum van dagelijkse sociale en economische activiteiten in Ingen heeft, en niet in Zwanenburg, waar zij ingeschreven staat.
De rechtbank concludeert dat de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie niet doorslaggevend is voor de bepaling van het hoofdverblijf. Eiseres heeft niet aangetoond dat zij haar hoofdverblijf in Haarlemmermeer heeft, en het beroep is ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de rechtbank heeft de uitspraak openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.