ECLI:NL:RBHAA:2005:AT4930
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.J.P. Veenhof
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever voor blootstelling aan neurotoxische stoffen tijdens werkzaamheden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 21 april 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen een schilder, [eiser], en zijn werkgever, de vennootschap onder firma Bouwcombinatie Van Braam-Minnesma. De zaak betreft de blootstelling van [eiser] aan neurotoxische stoffen tijdens zijn werkzaamheden als schilder bij Van Braam. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] gedurende zijn dienstverband van 1986 tot 1996 is blootgesteld aan schadelijke stoffen, wat heeft geleid tot een chronische toxische encefalopathie. De werkgever heeft weliswaar maatregelen getroffen voor een veilig arbobeleid, maar deze waren onvoldoende gericht op de specifieke werkzaamheden van [eiser]. De kantonrechter oordeelt dat Van Braam haar zorgplicht uit artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek niet is nagekomen. Dit blijkt uit getuigenverklaringen en schriftelijke bewijsstukken die aantonen dat de werkgever niet adequaat heeft gehandeld om de blootstelling aan schadelijke stoffen te voorkomen. De kantonrechter concludeert dat Van Braam niet heeft bewezen dat de ziekte van [eiser] niet het gevolg is van de blootstelling aan neurotoxische stoffen. De vorderingen van [eiser] worden toegewezen, en Van Braam wordt veroordeeld tot schadevergoeding, inclusief immateriële schade en kosten voor het vaststellen van de schade. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.