ECLI:NL:RBHAA:2005:AT6861
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en verdeling van huwelijksvermogensrecht onder Turks recht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 3 mei 2005, is een verzoek tot echtscheiding ingediend door een Turkse vrouw en man, die beiden hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben. De rechtbank moest eerst de rechtsmacht vaststellen, gezien de Turkse nationaliteit van de partijen. De rechtbank concludeerde dat zij rechtsmacht had over het verzoek tot echtscheiding en de nevenvoorzieningen, omdat beide echtgenoten in Nederland wonen. Vervolgens werd vastgesteld dat het Turks recht van toepassing is op het verzoek tot echtscheiding, aangezien de vrouw expliciet voor dit recht had gekozen. De nevenvoorzieningen, waaronder de verdeling van goederen, vallen ook onder het Turks recht, terwijl het huurrecht van de echtelijke woning onder Nederlands recht valt, omdat deze woning in Nederland is gelegen.
Tijdens de zitting verklaarden beide partijen dat zij hun huwelijk wilden ontbinden en dat het samenleven ondraaglijk was geworden. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot echtscheiding op basis van Turks recht kon worden toegewezen, omdat aan de voorwaarden voor echtscheiding was voldaan. De rechtbank sprak de echtscheiding uit en beval de verdeling van de gemeenschappelijke goederen. Tevens werd bepaald dat de vrouw huurster zou worden van de echtelijke woning, met ingang van de datum van inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de echtscheiding zelf. Het verzoek van de vrouw tot verdeling van de gemeenschap van goederen werd eveneens toegewezen, aangezien de man hiertegen geen verweer had gevoerd. De rechtbank benoemde een notaris om de verdeling te bewerkstelligen, tenzij partijen binnen veertien dagen anders overeenkomen.