ECLI:NL:RBHAA:2006:AV9107

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
5 april 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
109822/HA ZA 05-161
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige verkoop van Echtheidscertificaten door Castania en Stocks

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 5 april 2006 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Microsoft Corporation en de gedaagden, waaronder Stocks Trading en Castania Trading B.V. Microsoft vorderde dat de rechtbank zou oordelen dat de verkoop van losse Echtheidscertificaten, al dan niet in combinatie met niet-bijbehorende software, onrechtmatig was en inbreuk maakte op haar auteurs- en merkenrechten. De rechtbank oordeelde dat de Echtheidscertificaten, die bedoeld zijn om de echtheid van software te garanderen, niet los van de software mogen worden verkocht. De rechtbank verwierp het verweer van Castania en Stocks dat zij geen losse Echtheidscertificaten hadden verkocht, en concludeerde dat er voldoende bewijs was dat Stocks dit wel had gedaan. De rechtbank wees de vorderingen van Microsoft grotendeels toe, met uitzondering van enkele vorderingen die niet konden worden onderbouwd. Castania werd niet aansprakelijk gehouden voor de verkoop van losse Echtheidscertificaten, omdat niet was aangetoond dat zij deze daadwerkelijk had verhandeld. De rechtbank legde ook een dwangsom op voor verdere overtredingen en veroordeelde de gedaagden in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 109822 / HA ZA 05-161
Vonnis van 5 april 2006
in de zaak van
de rechtspersoon naar het recht van de staat Washington (V.S.)
MICROSOFT CORPORATION,
gevestigd te Redmond, Washington, Verenigde Staten van Amerika,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. S.I. van der Staal,
advocaat mr. D.N. van Beem te Amsterdam,
tegen
1. P.R.A. T., h.o.d.n. Stocks Trading,
wonende te [woonplaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASTANIA TRADING B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASTANIA HOLDING B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
procureur mr. J.W. Hilhorst.
Partijen zullen hierna Microsoft en Stocks, Castania en Castania Holding genoemd worden, en de drie gedaagden tezamen: Castania c.s..
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de akte producties aan de zijde van Microsoft
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
- de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Microsoft is producent van computerprogramma’s in diverse versies en talen, waaronder begrepen Microsoft Windows en Microsoft Office. Zij is tevens auteursrechthebbende op deze programma’s en de daarop betrekking hebbende handleidingen en sjablonen.
2.2. Stocks is een eenmanszaak, waarvan de onderneming wordt gedreven voor rekening van P.R.A. T.. Stocks houdt zich bezig met im- en export van, alsmede inkoop en verkoop van software (groot- en detailhandel).
2.3. Castania houdt zich bezig met de im- en export van en de groothandel in computerbenodigdheden, computerapparatuur en aanverwante artikelen. Bestuurder en enige aandeelhouder van Castania is Castania Holding. H.G.D. T., een broer van P.R.A. T., is enig aandeelhouder en bestuurder van Castania Holding.
2.4. Op de website van Castania stond vermeld: “Castania Trading is een voortzetting van het sinds 1985 actieve bedrijf Stocks Trading. Wij houden ons bezig met de inkoop en verkoop van restant partijen software en hardware.”
2.5. Microsoft levert bij haar software een zogenoemd Echtheidscertificaat (Certificate of Authenticity, COA) dat de echtheid van het computerprogramma waarmee het wordt gedistribueerd, garandeert en waarmee wordt beoogd originele en van Microsoft afkomstige computerprogramma’s te kunnen onderscheiden van gekopieerde of vervalste computerprogramma’s.
2.6. In 2003 heeft Microsoft een kort geding procedure aangespannen tegen License Express B.V., een groothandel in computerhardware en software. Inzet van dat kort geding was een verbod op het verhandelen van losse Echtheidscertificaten, welk verbod door de voorzieningenrechter van deze rechtbank bij vonnis d.d. 19 september 2003 is uitgesproken.
2.7. In het kader van voornoemd kort geding heeft Microsoft de beschikking gekregen over de administratie van License Express B.V. In die administratie zijn facturen van Stocks aan License Express aangetroffen. Op de facturen staat steeds vermeld: “Faktuur voor aan u geleverde goederen.” Verder staat bij de omschrijving van de geleverde goederen veelvuldig vermeld: “licentie”, voorafgegaan (of gevolgd) door een productnaam van Microsoft, zoals Word 2000, N.T. 4.0 en Office 2000 Pro.
2.8. Microsoft heeft conservatoir beslag tot afgifte gelegd onder Castania en Castania Holding en daarbij in beslag genomen 319 in plastik verpakte en onverpakte Echtheidscertificaten al dan niet in combinatie met handleidingenboekjes. De inbeslaggenomen zaken zijn ten pleidooie aan de rechtbank getoond.
2.9. Op de prijslijst van Castania staat, naast meerdere softwareprogrammatuur, vermeld:
Windows NT 4.0 Workstation Licentie € 20,00
Windows 95 Licensie € 17,50
Windows 98 licentie € 45,00
Windows 98 SE licentie € 45,00
Windows 2000 oem licentie € 100,00
Office 97 standaard Licensepack 1 user € 35,00
Word 2000 OEM licentie € 25,00
Workssuite 2001 Licentie OEM € 25,00
3. De vordering in conventie
3.1. Microsoft vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Castania c.s.:
I. ieder voor zich beveelt, met ingang van de datum van betekening van het vonnis, iedere openbaarmaking, en/of verveelvoudiging van de Echtheidscertificaten (COA’s), waaronder begrepen maar niet beperkt tot het kopen, in voorraad houden, te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van de Echtheidscertificaten los van de producten waarvan die Echtheidscertificaten de echtheid beogen te garanderen, waardoor inbreuk wordt gemaakt op de aan Microsoft toekomende auteursrechten en/of merkrechten, of welke anderszins onrechtmatig is jegens Microsoft, te staken en gestaakt te houden;
II. ieder voor zich beveelt om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis, aan de raadsman van Microsoft schriftelijk en gedetailleerd opgave te doen van:
- het aantal zich in de macht van de betreffende gedaagde bevindende, althans bij die gedaagde aanwezige, Echtheidscertificaten (COA’s);
- namen en adressen van de personen en/of bedrijven van wie de betreffende gedaagde deze inbreukmakende Echtheidscertificaten heeft betrokken alsmede aan wie deze inbreukmakende Echtheidscertificaten zijn doorverkocht, een en ander onder overlegging van kopieën van alle documenten die betrekking hebben op aan- en verkoop of distributie van Microsoft Echtheidscertificaten alsmede kopieën van alle documenten die betrekking hebben op de aan- en verkoop of distributie van alle andere Microsoft software;
III. ieder voor zich beveelt om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de zich in haar macht bevindende, althans bij gedaagde aanwezige Echtheidscertificaten (COA’s), voor zover zij niet behoren bij een rechtmatig door Microsoft in het verkeer gebracht exemplaar van een computerprogramma, aan de raadsman van Microsoft ter vernietiging c.q. ter onbruikbaarmaking af te geven, de in beslag genomen Echtheidscertificaten daaronder uitdrukkelijk begrepen;
IV. ieder voor zich beveelt om binnen dertig dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis aan de raadsman van Microsoft rekening en verantwoording af te leggen van de winst die de betreffende gedaagde ten gevolge van het in de dagvaarding omschreven onrechtmatig handelen heeft genoten, alsmede deze winst binnen dezelfde termijn af te dragen aan de raadsman van Microsoft;
V. ieder voor zich beveelt om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis de raadsman van Microsoft schriftelijk al hetgeen gedaagden bekend is omtrent de herkomst van de Echtheidscertificaten (COA’s) mee te delen, en alle daarop betrekking hebbende gegevens te verstrekken een en ander in de zin van artikel 13bis BMW;
VI. ieder voor zich veroordeelt om aan Microsoft ten titel van dwangsom te betalen een bedrag van € 25.000,-- per overtreding of elke dag, zulks naar keuze van Microsoft, dat de betreffende gedaagde niet, niet volledig, niet juist of niet tijdig voldoet aan de hierboven onder I tot en met IV geformuleerde bevelen;
VII. ieder voor zich veroordeelt om aan Microsoft te vergoeden de door Microsoft als gevolg van de in de dagvaarding omschreven handelwijze geleden schade, op te maken bij Staat en te vereffenen volgens de Wet;
VIII. bepaalt dat Castania, gelet op de in de dagvaarding omschreven voortzetting, hoofdelijk zal zijn verbonden al datgene te doen of na te laten waartoe Stocks wordt veroordeeld;
IX. hoofdelijk, des dat de een betalende, de ander zal zijn gekweten, veroordeelt aan Microsoft te vergoeden, de door Microsoft (voorafgaande aan dit geding) gemaakte kosten van rechtsbijstand, in totaal begroot op € 7.000,--, althans op een door de rechtbank vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over het toe te wijzen bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening;
X. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn gekweten, veroordeelt in de kosten van dit geding, daaronder uitdrukkelijk begrepen de kosten van beslaglegging.
3.2. Daartoe voert Microsoft aan dat Castania c.s. Echtheidscertificaten afkomstig van Microsoft al dan niet in combinatie met niet bijbehorende softwaredragers maar in elk geval zonder het (exemplaar van het) computerprogramma waarvan zij de echtheid beogen te garanderen, distribueert en verhandelt als waren het licenties. Daarmee handelt Castania c.s. onrechtmatig jegens Microsoft en meer in het bijzonder maakt Castania c.s. hierdoor inbreuk op de aan Microsoft toekomende auteurs- en merkrechten, als gevolg waarvan Microsoft schade lijdt.
4. De vordering in reconventie
4.1. Castania c.s. vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Microsoft veroordeelt tot het betalen van een schadevergoeding op te maken bij Staat en te vereffenen volgens de Wet, alsmede tot het onmiddellijk retourneren van alle van Castania in beslag genomen goederen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag, met veroordeling van Microsoft in de proceskosten.
4.2. Daartoe voert Castania c.s. aan dat Microsoft ten onrechte en bovendien vexatoir conservatoir beslag onder haar heeft gelegd, waardoor Castania c.s. schade heeft geleden. Daarnaast heeft Castania c.s. vanwege het handelen van Microsoft kosten van juridische bijstand gemaakt, waarvoor zij Microsoft aansprakelijk houdt.
5. Het geschil en de beoordeling
in conventie
5.1. Allereerst stelt de rechtbank ter voldoening aan het bepaalde in artikel 37 Eenvormige Beneluxwet op de Merken (BMW) haar bevoegdheid vast met betrekking tot de gestelde merkinbreuk, op grond van het feit dat Castania en Castania Holding gevestigd zijn en T. (van Stocks) woonachtig is binnen het arrondissement Haarlem.
5.2. Als primair verweer voert Castania c.s. aan dat Microsoft niet ontvankelijk is in haar vorderingen jegens Castania en Castania Holding, omdat van vereenzelviging, zoals Microsoft stelt, geen sprake is. Dit verweer wordt verworpen, omdat, wat er ook zij van het beroep op vereenzelviging, dit verweer niet kan leiden tot niet-ontvankelijkheid maar hoogstens tot afwijzing van de vorderingen tegen Castania en Castania Holding.
5.3. De kern van het geschil betreft de vraag of het verkopen van Echtheidscertificaten zonder het (exemplaar van het) computerprogramma waarvan zij de echtheid beogen te garanderen, geoorloofd is. Microsoft stelt dat een dergelijk handelen onrechtmatig jegens haar is. Naar haar stellingen zijn Echtheidscertificaten niet bedoeld om los te worden verkocht. Door dat toch te doen of door deze te verkopen met niet bijbehorende software, wordt de indruk gewekt dat de software afkomstig is van Microsoft of dat Microsoft toestemming zou hebben gegeven voor gebruik van die software. Dit handelen levert bovendien strijd op met hetgeen in de Auteurswet is bepaald. Door losse Echtheidscertificaten te verhandelen als ware het licenties, geeft de verkoper aan derden toestemming om een nieuw exemplaar van het betreffende programma te vervaardigen. Dat is een verveelvoudigingshandeling waarvoor Microsoft geen toestemming heeft gegeven. Daarnaast wordt gehandeld in strijd met de BMW, omdat zonder toestemming van Microsoft gebruik wordt gemaakt van het aan Microsoft toekomende merk, terwijl Microsoft gegronde redenen heeft om zich tegen het aan Castania c.s verweten gebruik te verzetten.
5.4. Het gaat hier om de zogenoemde OEM-software: dit is software die wordt meegeleverd bij hardware. Kenmerkend volgens Microsoft is dat die software is gebonden aan de hardware waarmee de software is verkocht. Weliswaar wordt bij de OEM-software “los” meegeleverd een handleiding, een licentieovereenkomst, een Echtheidscertificaat en soms een herstel-cd, maar deze maken deel uit van de geleverde software die onlosmakelijk is verbonden met de hardware waarmee de software is geleverd. Met uitzondering van OEM-software die wordt meegeleverd bij een computer, maar daarop nog niet is geïnstalleerd en die zich nog in zijn geheel in de oorspronkelijke verpakking bevindt, mag volgens de stellingen van Microsoft OEM-software niet worden doorverkocht. Als de software eenmaal is geïnstalleerd op de computer, mogen de daarbij behorende onderdelen, zoals de handleiding, de licentieovereenkomst, het Echtheidscertificaat en de herstel-cd niet worden doorverkocht. Het verwijt dat Microsoft Castania c.s. maakt, bestaat er in dat handleidingen en Echtheidscertificaten werden doorverkocht waarbij geen cd met software geleverd werd (eenvoudigweg omdat die software al op de computer was geïnstalleerd en nooit een herstelcd was meegeleverd). Als door Castania c.s. wel een cd met software werd meegeleverd, is die levering ook onrechtmatig jegens Microsoft, omdat die cd dan niet behoorde bij de betreffende handleiding en het Echtheidscertificaat en bovendien de herkomst van die cd niet meer te achterhalen is.
5.5. Castania c.s. betoogt dat Microsoft wel degelijk losse Echtheidscertificaten op de markt brengt. Dat geldt vooral voor OEM-software, waarbij producenten van hardware losse Echtheidscertificaten van Microsoft kunnen verkrijgen. Nu Microsoft die Echtheidscertificaten ook op die manier in het verkeer brengt, mogen ze ook als zodanig worden doorverhandeld. Castania c.s. betoogt dat sprake is van uitputting van het merkenrecht, zodat overheveling van de licentie van de ene persoon of computer naar de andere toegestaan is. Verder verwijst Castania c.s. naar artikel 12b Auteurswet op grond waarvan het in het verkeer brengen van een exemplaar van een verzameling geen inbreuk op het auteursrecht oplevert indien al eerder een exemplaar van die verzameling in het verkeer is gebracht. Castania c.s. betwist te hebben gehandeld in strijd met de merkenrechten van Microsoft: het gaat om producten die vrij verhandelbaar zijn en Microsoft maakt misbruik van haar machtspositie. Ten slotte stelt Castania c.s. dat Microsoft zich schuldig maakt aan koppelverkoop, hetgeen verboden is.
5.6. De verweren van Castania c.s. falen. Daarbij wordt als uitgangspunt genomen dat Echtheidscertificaten zijn bedoeld om de echtheid van de geleverde software te garanderen en niet als een licentie zijn te beschouwen. Een Echtheidscertificaat wordt door of vanwege Microsoft steeds in combinatie met een handboek, de licentieovereenkomst en de software (al dan niet geïnstalleerd op een computer) in het verkeer gebracht en is niet bedoeld om los verhandeld te worden. Gesteld noch gebleken is welk doel gediend zou worden met het verhandelen van losse Echtheidscertificaten anders dan dat hiermee de handel in illegale software wordt gefaciliteerd. Immers met een Echtheidscertificaat wordt het mogelijk ongeautoriseerde kopieën of niet van Microsoft afkomstige software als van Microsoft afkomstig voor te wenden. De stelling van Castania c.s. dat zij zelf nooit vervalste software in het economisch verkeer heeft gebracht en dat het de verantwoordelijkheid van de afnemer van de Echtheidscertificaten is wat hij daarmee doet, doet aan het voorgaande niet af. Door de verkoop van losse Echtheidscertificaten wordt naar de buitenwereld immers de indruk gewekt dat het gaat om licenties, hetgeen, zoals Microsoft heeft gesteld, niet het geval is.
5.7. Castania c.s. betoogt dat het toegestaan is om licenties over te hevelen van de ene persoon of computer naar de andere. Zoals hiervoor reeds overwogen, is een Echtheidscertificaat geen licentie. Volgens de licentievoorwaarden van Microsoft is de licentieovereenkomst die hoort bij de geleverde software alleen overdraagbaar indien daarbij ook de software, de handleiding en het Echtheidscertificaat worden overgedragen. Daarvan is hier geen sprake. Van uitputting van het merkenrecht is evenmin sprake: uitputting ziet immers op het in het verkeer brengen van een bepaald exemplaar en hier kan onder exemplaar uitsluitend worden begrepen een compleet softwarepakket, bestaande uit een Echtheidscertificaat, software, handleiding en licentieovereenkomst. Door slechts onderdelen van zo’n exemplaar (zonder toestemming van Microsoft) verder te verspreiden, wordt inbreuk gemaakt op het merkenrecht van Microsoft, omdat sprake is van een gewijzigd exemplaar.
5.8. Gelet op het voorgaande gaat het beroep van Castania c.s. op uitputting van de auteursrechten van Microsoft evenmin op: er is immers sprake van een nieuwe vorm van openbaarmaking. Daarvoor heeft Castania c.s. de toestemming van Microsoft nodig, die zij niet heeft.
5.9. Castania c.s. stelt verder dat een OEM-pakket moet worden beschouwd als een verzameling van werken als bedoeld in artikel 10 lid 3 Auteurswet. Vervolgens stelt Catania c.s. dat nu Microsoft zelf losse Echtheidscertificaten en handleidingen in het verkeer brengt, het anderszins in het verkeer brengen van losse Echtheidscertificaten geen inbreuk op het auteursrecht opleveren. Het beroep op artikel 12b Auteurswet wordt verworpen. Anders dan Catania c.s. betoogt, moet, zoals onder 5.7 reeds overwogen, een OEM-pakket niet als een verzameling, maar als één werk worden beschouwd. Door een Echtheidscertificaat afzonderlijk van de overige bestanddelen van een OEM-pakket te verhandelen, wordt niet een exemplaar van een verzameling verhandeld, maar wordt de toestand van het pakket veranderd, omdat wezenlijke onderdelen daarvan ontbreken. De verdere verspreiding daarvan is in strijd met de auteursrechten van Microsoft.
5.10. Castania c.s. heeft voorts aangevoerd dat Microsoft misbruik maakt van haar machtspositie op de markt van personal computers door gebruik te maken van koppelverkooptechnieken, hetgeen op grond van het bepaalde in artikel 82 van het EG-verdrag (Verdrag tot de oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957, zoals thans geldend) is verboden. Dit betoog faalt eveneens, aangezien van koppelverkoop slechts sprake kan zijn indien twee of meer op zich zelf staande producten uitsluitend in onderlinge samenhang te koop worden aangeboden. Het Echtheidscertificaat zoals door Microsoft bedoeld, is geen op zich zelf staand product en vertegenwoordigt in beginsel alleen een waarde in combinatie met het computerprogramma waarvan het de echtheid en oorsprong garandeert. Hieraan doet niet af dat gebruikers kennelijk bereid zijn een – soms aanzienlijke – prijs voor een los Echtheidscertificaat te betalen, aangezien dit slechts het gevolg kan zijn van het feit dat het Echtheidscertificaat ten onrechte als licentie wordt aangeboden. Voor zover volgens Castania c.s. naast koppelverkoop nog om andere redenen sprake zou zijn van misbruik door Microsoft van haar machtspositie, heeft Castania c.s. dat misbruik onvoldoende concreet omschreven, zodat zij te dien aanzien niet heeft voldaan aan haar stelplicht.
5.11. De conclusie is dan ook dat het leveren van losse Echtheidscertificaten al dan niet in combinatie met niet-bijbehorende software, onrechtmatig jegens Microsoft is en dat daarnaast inbreuk wordt gemaakt op de auteurs- en merkenrechten van Microsoft.
5.12. De vraag is vervolgens in hoeverre Castania c.s. zich daadwerkelijk heeft schuldig gemaakt aan het verkopen van losse Echtheidscertificaten. Stocks en Castania stellen immers nooit losse Echtheidscertificaten te hebben verkocht: T. verkocht alleen Echtheidscertificaten in combinatie met een software-cd. Castania is aan verkoop nooit toegekomen: zij heeft de voorraad van T. overgenomen en nog voordat zij de Echtheidscertificaten had kunnen samenvoegen met een software-cd, zijn de Echtheidscertificaten op vordering van Microsoft al in beslag genomen. Castania Holding staat als bestuurder en houdstermaatschappij helemaal buiten de verhandeling van Echtheidscertificaten.
5.13. De rechtbank is van oordeel dat uit de door Microsoft overgelegde facturen zoals genoemd onder rechtsoverweging 2.7 voldoende blijkt dat Stocks losse Echtheidscertificaten heeft verkocht aan License Express onder de noemer “licentie”. Stocks mag dan stellen dat de facturen betrekking hebben op Echtheidscertificaten met software-cd’s, maar die stelling sluit niet aan op de vermelding op de facturen. Immers op sommige facturen staat de geleverde software apart vermeld. De berekende prijzen van de licenties sluiten aan op de prijzen die zijn vermeld in de prijslijsten van Castania, zoals vermeld onder 2.9. Zelfs als Stocks wel Echtheidscertificaten heeft verkocht in combinatie met software-cd’s, doet zulks niet af aan de onrechtmatigheid, omdat die cd’s niet behoorden bij de Echtheidscertificaten (simpelweg omdat in de meeste gevallen de software direct op de computers is geïnstalleerd en er dus geen cd’s zijn), en derhalve sprake is van door Stocks zelf gemaakte softwarepakketten. Dat betekent dat de vorderingen die zijn gericht tegen Stocks (grotendeels) toewijsbaar zijn.
5.14. Ten aanzien van Castania Holding is gesteld noch gebleken dat zij zich heeft beziggehouden met het verhandelen van Echtheidscertificaten al dan niet in combinatie met software. Evenmin is gebleken dat zij daartoe enige intentie heeft gehad. Derhalve zullen de vorderingen tegen Castania Holding worden afgewezen.
5.15. Voor wat betreft Castania geldt dat niet is gebleken dat zij daadwerkelijk losse Echtheidscertificaten (al dan niet in combinatie met software-cd’s) heeft verhandeld. In elk geval blijkt dit niet uit de overgelegde facturen, aangezien deze van Stocks afkomstig zijn. Ook overigens is de stelling van Microsoft dat Castania losse Echtheidscertificaten heeft verhandeld onvoldoende onderbouwd. Uit het feit dat bij Castania een aanzienlijke hoeveelheid Echtheidscertificaten is aangetroffen, blijkt niet dat Castania deze ook daadwerkelijk heeft verhandeld. Onvoldoende weersproken heeft Castania immers gesteld dat zij die voorraad nog maar kort in bezit had en nog doende was hiervan pakketten te maken alvorens deze op de markt aan te bieden. Daaruit volgt echter wel dat Castania van plan was (en is) om tot verhandeling van Echtheidscertificaten al dan niet in combinatie met software-cd’s over te gaan zodra zij hiertoe de mogelijkheid zou hebben.
5.16. Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen tegen Castania voor zover deze als grondslag hebben dat Castania daadwerkelijk losse Echtheidscertificaten heeft verhandeld, op grond daarvan niet kunnen worden toegewezen. Microsoft voert echter aan dat Castania met Stocks vereenzelvigd moet worden, in die zin dat het handelen van Stocks ook aan Castania kan worden toegerekend en zij daarvoor aansprakelijk kan worden gehouden. Daarbij wijst Microsoft er op dat Castania, bestuurd door de broer van T., de onderneming van Stocks feitelijk heeft voortgezet en Castania ook als zodanig naar buiten treedt, hetgeen onder meer blijkt uit de websites van de beide vennootschappen. Volgens Microsoft verschuilen Castania en Stocks zich achter hun formele identiteitsverschil om verhaal door Microsoft illusoir te maken. Verder stelt Microsoft dat Castania de door Stocks verrichte rechtshandelingen stilzwijgend heeft bekrachtigd en ook uit dien hoofde aansprakelijk is voor het handelen van Stocks. Ten slotte stelt Microsoft dat Castania welbewust profiteert van de onrechtmatige handelwijze van Stocks en op die grond aansprakelijk is jegens Microsoft.
5.17. Castania betwist dat zij en Stocks vereenzelvigd kunnen worden. Castania heeft weliswaar op 27 juli 2004 de inventaris en handelsvoorraad van Stocks overgenomen, maar is daarmee niet eigenaar geworden van de gehele onderneming: Stocks handelt zelf ook nog steeds, althans bestaat nog als aparte rechtspersoon. Van een voortzetting van de onderneming van Stocks door Castania is derhalve geen sprake. Derhalve kan van een stilzwijgende bekrachtiging van de rechtshandelingen van Stocks evenmin sprake zijn. Ten slotte wordt ook het profiteren van het onrechtmatig handelen van Stocks door Castania betwist.
5.18. Vereenzelviging is het volledig wegdenken van de identiteitsverschillen tussen de rechtssubjecten. Daarvan kan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen sprake zijn. Het is aan Microsoft om te stellen en te bewijzen dat van dergelijke uitzonderlijke omstandigheden sprake is, waarbij de enkele verwevenheid tussen de rechtssubjecten onvoldoende is om hen met elkaar te vereenzelvigen. Vooral van belang zijn de motieven van de verschillende rechtspersonen om hun formele identiteitsverschil in stand te laten. De rechtbank is van oordeel dat Microsoft dienaangaande onvoldoende heeft gesteld. Uit de omstandigheden die Microsoft naar voren heeft gebracht, blijkt weliswaar van een verwevenheid tussen Castania en Stocks, maar dat is, zoals uit het voorgaande blijkt, onvoldoende. Verder stelt Microsoft wel dat Castania en Stocks zich achter hun identiteitsverschil verschuilen om aan aansprakelijkheid jegens Microsoft te ontkomen, maar deze stelling is feitelijk onvoldoende onderbouwd. Zo is niet duidelijk geworden of het conflict tussen Castania c.s. en Microsoft al speelde toen Stocks de inventaris en handelsvoorraad aan Castania overdroeg en dat zij juist in verband met dat conflict daartoe is overgegaan. Vereenzelviging kan derhalve niet worden aangenomen.
5.19. Van bekrachtiging ex artikel 2:203 BW kan, anders dan Microsoft betoogt, geen sprake zijn. Immers gesteld noch gebleken is dat Stocks een besloten vennootschap in oprichting is geweest die door oprichting Castania B.V. is geworden: Stocks is immers een eenmanszaak die naast Castania bestond. Ten slotte heeft Microsoft haar stelling dat Castania profiteert van het onrechtmatig handelen van Stocks niet feitelijk onderbouwd, zodat niet duidelijk is op welke wijze Castania profiteert en Microsoft ook op dit punt is tekort geschoten in haar stelplicht.
5.20. De slotsom is dat alle vorderingen voor zover ze zijn gericht tegen Castania Holding zullen worden afgewezen. Alle vorderingen die zijn gericht tegen Stocks zullen worden toegewezen, met uitzondering van de volgende vorderingen:
? vordering II, voor zover opgave wordt gevraagd van het aantal zich in de macht van Stocks bevindende Echtheidscertificaten. Microsoft heeft bij deze vordering geen belang (meer), omdat ook volgens haar eigen stellingen de totale voorraad is doorgeleverd aan Castania en vervolgens in beslag is genomen.
? vordering III: op grond van hetgeen hiervoor ten aanzien van vordering II is overwogen.
? vordering IX: de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen, omdat onvoldoende is aangetoond dat deze daadwerkelijk zijn gemaakt.
Van de tegen Castania gerichte vorderingen zullen de volgende worden afgewezen:
? vordering II, eerste liggende streepje: volgens de eigen stellingen van Microsoft zijn alle Echtheidscertificaten in beslag genomen, zodat zij bij deze vordering geen belang (meer) heeft.
? vordering II, tweede liggende streepje: bij deze vordering heeft Microsoft evenmin belang omdat Castania alle Echtheidscertificaten van Stocks heeft verkregen, terwijl de rechtbank heeft geoordeeld dat Castania zich niet heeft schuldig gemaakt aan doorverkoop van de Echtheidscertificaten zodat Castania ook niet kan worden veroordeeld tot opgave van de afnemers van die Echtheidscertificaten.
? vordering IV, omdat niet is gebleken dat Castania daadwerkelijk Echtheidscertificaten heeft verkocht.
? vordering V: bij deze vordering heeft Microsoft geen belang omdat vast staat dat Castania de Echtheidscertificaten van Stocks heeft verkregen.
? vordering VIII: gelet op hetgeen onder rechtsoverwegingen 5. 18 en 5.19 is overwogen, ontbeert deze vordering een deugdelijke grondslag en wordt deze daarom afgewezen.
? vordering IX: de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen, omdat onvoldoende is aangetoond dat deze daadwerkelijk zijn gemaakt.
Vordering III zal worden toegewezen voor wat betreft de in beslag genomen Echtheidscertificaten, met dien verstande dat deze veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad zal worden verklaard in verband met de mogelijkheid dat de Echtheidscertificaten nog nodig zijn wegens een eventueel hoger beroep.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt tot € 5.000 per overtreding of dag, met een maximum van € 100.000,-- per gedaagde.
5.21. Stocks en Castania zullen als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. De rechtbank merkt hierbij op dat de beslagkosten alleen voor vergoeding in aanmerking komen voor zover het beslag is gelegd met inachtneming van de daartoe gestelde wettelijke vereisten. Dit betekent dat de kosten van het eerste beslag niet voor vergoeding in aanmerking komen. De proceskosten worden aan de zijde van Microsoft begroot op:
- dagvaarding € 71,93
- vast recht € 241,00
- kosten beslag € 213,74
- salaris procureur € 2.260,00 (5 punten x € 452,00)
Totaal € 2.786,67
in reconventie
5.22. De grondslag voor de reconventionele vorderingen is dat Microsoft ten onrechte beslag heeft gelegd ten laste van Castania c.s. en dat daaruit allerlei schades zijn voortgevloeid. Uit hetgeen in conventie is overwogen volgt echter dat het beslag dat Microsoft heeft gelegd was gebaseerd op deugdelijke gronden, zodat niet kan worden gezegd dat sprake is geweest van vexatoir beslag. Alle daarmee samenhangende schades, zoals juridische kosten, kosten van binnentreding, en omzetderving, komen derhalve niet voor vergoeding in aanmerking. De reconventionele vorderingen zullen dan ook worden afgewezen. Castania c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
5.23. Castania c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Microsoft worden begroot op € 452,00 aan salaris procureur.
6. De beslissing
De rechtbank:
in conventie
I. beveelt Stocks en Castania ieder voor zich, om, met ingang van de datum van betekening van dit vonnis, iedere openbaarmaking en/of verveelvoudiging van de hiervoor bedoelde Echtheidscertificaten waaronder begrepen maar niet beperkt tot het kopen, in voorraad houden, te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van de Echtheidscertificaten los van de producten waarvan die Echtheidscertificaten de echtheid beogen te garanderen, waardoor inbreuk wordt gemaakt op de aan Microsoft toekomende auteursrechten en/of merkenrechten, of welke anderszins onrechtmatig is jegens Microsoft, te staken en gestaakt te houden;
II. beveelt Stocks om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan de raadsman van Microsoft schriftelijk en gedetailleerd opgave te doen van namen en adressen van de personen en/of bedrijven van wie zij deze inbreukmakende Echtheidscertificaten heeft betrokken alsmede aan wie deze inbreukmakende Echtheidscertificaten zijn doorverkocht, een en ander onder overlegging van kopieën van alle documenten die betrekking hebben op aan- en verkoop of distributie van Microsoft Echtheidscertificaten alsmede kopieën van alle documenten die betrekking hebben op de aan- en verkoop of distributie van alle andere Microsoft software;
III. beveelt Castania om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de in beslag genomen Echtheidscertificaten aan de raadsman van Microsoft ter vernietiging c.q. ter onbruikbaarmaking af te geven;
IV. beveelt Stocks om binnen dertig dagen na betekening van dit vonnis aan de raadsman van Microsoft rekening en verantwoording af te leggen van de winst die Stocks ten gevolge van het verhandelen van Echtheidscertificaten (zoals in dit vonnis omschreven) heeft genoten, alsmede deze winst binnen dezelfde termijn af te dragen aan de raadsman van Microsoft;
V. beveelt Stocks om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis de raadsman van Microsoft schriftelijk al hetgeen Stocks bekend is omtrent de herkomst van de Echtheidscertificaten mee te delen en alle daarop betrekking hebbende gegevens te verstrekken, een en ander in de zin van artikel 13bis BMW;
VI. veroordeelt Stocks en Castania ieder voor zich om aan Microsoft ten titel van dwangsom te betalen een bedrag van € 5.000,-- per overtreding of dag, zulks naar keuze van Microsoft, dat de betreffende gedaagde niet, niet volledig, niet juist of niet tijdig voldoet aan de hierboven onder I tot en met IV geformuleerde bevelen, voor zover betrekking hebbend op de betreffende gedaagde, waarbij de dwangsom wordt gemaximeerd tot € 100.000,-- per gedaagde;
VII. veroordeelt Stocks om aan Microsoft te vergoeden de door Microsoft als gevolg van het door Stocks verhandelen van Echtheidscertificaten geleden schade, op de maken bij Staat en te vereffenen volgens de Wet;
VIII. veroordeelt Stocks en Castania hoofdelijk in de kosten van dit geding, daaronder begrepen de kosten van beslaglegging, aan de zijde van Microsoft begroot op € 2.786,67.
IX. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de veroordeling als vermeld onder III;
X. wijst het meer of anders gevorderde af.
in reconventie
I. Wijst de vorderingen af.
II. Veroordeelt Castania c.s. in de kosten van deze procedure aan de zijde van Microsoft begroot op € 452,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.S. Röell, mr. J.J. Dijk en mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg en in het openbaar uitgesproken op 5 april 2006.?