ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8927
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- A.C. Monster
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil tussen eiseres en gemeente Haarlem over verkoop van voertuigen na beslaglegging
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vordert eiseres J. dat de gemeente Haarlem wordt verboden over te gaan tot de executoriale verkoop van twee voertuigen, die onder conservatoir beslag zijn gelegd. De gemeente heeft op 23 december 2005 en 1 februari 2006 beslag gelegd op de voertuigen van J., een Porsche en een Peugeot, in het kader van een terugvordering van een onterecht ontvangen uitkering door D., met wie J. volgens de gemeente een gezamenlijke huishouding voerde. J. is hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de vordering van de gemeente op basis van artikel 59 van de Wet werk en bijstand (WWB).
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van J. om de executie te schorsen, niet kan worden toegewezen. De gemeente heeft formele rechtskracht van haar besluit en het is niet gebleken dat de gemeente haar executiebevoegdheid misbruikt. J. komt niet op tegen het besluit zelf, maar wenst enkel de executie te schorsen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente rechtmatig heeft gehandeld en dat er geen juridische of feitelijke misslagen zijn die de schorsing van de executie rechtvaardigen.
De vorderingen van J. zijn afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gemeente zijn begroot op EUR 1.064,00. Dit vonnis is uitgesproken op 16 juni 2006 door mr. A.C. Monster.