ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6676
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Bracco Gartner
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeende diefstal van telefoontikken
In deze strafzaak, behandeld door de Politierechter van de Rechtbank Haarlem, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het opzettelijk toe-eigenen van telefoontikken, die volgens de aanklacht toebehoorden aan zijn werkgever. De feiten vonden plaats tussen 6 maart 2004 en 31 december 2004, waarbij de verdachte frequent belde naar een 0900-nummer, wat resulteerde in aanzienlijke gesprekskosten van meer dan 40.000 euro. De verdachte had bekend dat hij deze gesprekken voerde om te gokken via een internetwebsite, waarbij de gewonnen bedragen op zijn bankrekening werden gestort. De officier van justitie eiste een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf, maar de politierechter oordeelde dat niet bewezen was dat de verdachte zich telefoontikken had toegeëigend. De rechter stelde vast dat telefoontikken niet als 'goed' in de zin van de wet kunnen worden beschouwd, omdat ze slechts een rekeneenheid zijn voor de kosten van de geleverde dienst door de telefonieprovider. De politierechter concludeerde dat, zelfs als de diensten met telefoontikken waren afgerekend, deze niet de wezenlijke eigenschap van een goed bezaten. De verdachte werd uiteindelijk vrijgesproken van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging.