ECLI:NL:RBHAA:2006:AY8211
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van zoon tot het geven van een opdracht voor advertentieplaatsing
In deze zaak heeft de eiseres, Mediatrend Publicaties B.V., een advertentie geplaatst voor het bedrijf van de gedaagde, Schoonmaakbedrijf Ben’s Cleaning Service, na een telefonische opdracht van de zoon van de gedaagde. De gedaagde betwist de bevoegdheid van zijn zoon om deze opdracht te geven. Mediatrend heeft de advertentie geplaatst en een factuur van € 166,60 verzonden, maar de gedaagde heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank oordeelt dat, gezien het uitblijven van een reactie op de factuur en herinneringen, Mediatrend er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat de zoon bevoegd was om de opdracht te geven. De rechtbank verwijst naar artikel 3:61 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, dat stelt dat de gedaagde geen beroep kan doen op de onjuistheid van deze veronderstelling.
De procedure begon met een dagvaarding door Mediatrend op 22 mei 2006, waarna de gedaagde mondeling heeft geantwoord. De partijen hebben gerepliceerd en gedupliceerd, waarna het vonnis is bepaald. De vordering van Mediatrend omvatte de betaling van het factuurbedrag, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde voerde verweer, stellende dat hij geen opdracht had gegeven, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet adequaat heeft gereageerd op de factuur en herinneringen. Dit stilzwijgen heeft geleid tot de conclusie dat de zoon van de gedaagde wel degelijk bevoegd was om de overeenkomst aan te gaan.
De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het factuurbedrag, de wettelijke rente en de proceskosten, omdat hij in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitgesproken door de kantonrechter B. Vogel op 13 september 2006.