ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ1226
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Kronenberg
- mrs. Brouwer
- mrs. Mateman
- Rechtspraak.nl
Invoer van cocaïne en de toepassing van artikel 359a Sv
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 27 oktober 2006 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 14 juli 2006 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, samen met anderen opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De raadsman van de verdachte voerde aan dat er sprake was van burger-pseudodienstverlening, zoals bedoeld in artikel 126ij van het Wetboek van Strafvordering, en dat de voorwaarden voor het geven van een dergelijk bevel niet waren nageleefd. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat er geen overeenkomst was tussen de medeverdachte en de opsporingsambtenaren, en dat de verdachte slechts kortdurend onder observatie was gehouden zonder dat er sprake was van burger-pseudodienstverlening.
De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. De rechtbank overwoog dat de ingevoerde hoeveelheid cocaïne schadelijk is voor de gezondheid en dat de handel in cocaïne gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. De rechtbank verklaarde ook de inbeslaggenomen telefoons verbeurd, omdat deze waren gebruikt bij het begaan van het feit. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.