ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ8872
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een deelfactuur en beroep op opschortingsrecht in verband met gebreken aan de woning
In deze zaak vorderde Dura Vermeer Bouw Amsterdam B.V. (hierna: Dura Vermeer) betaling van een openstaande factuur van € 3.403,36 van gedaagde, die de factuur niet had voldaan. Gedaagde beriep zich op zijn opschortingsrecht, omdat hij gebreken aan de woning had geconstateerd, waaronder een gebroken ruit en problemen met het dak. Dura Vermeer had op de klachten van gedaagde niet adequaat gereageerd, wat leidde tot de vraag of gedaagde recht had op opschorting van de betaling.
De kantonrechter oordeelde dat gedaagde, gezien de omstandigheden, redelijkerwijs mocht aannemen dat aanmaning nutteloos zou zijn, waardoor de ingebrekestelling zonder aanmaning kon plaatsvinden. De rechter concludeerde dat er sprake was van een opeisbare tegenvordering van gedaagde, omdat Dura Vermeer in verzuim was geraakt met betrekking tot de door haar te leveren prestatie. De tekortkomingen van Dura Vermeer waren van zodanige aard dat deze de opschorting van de betaling van de factuur rechtvaardigden.
Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van Dura Vermeer af en veroordeelde Dura Vermeer tot betaling van de proceskosten aan gedaagde. De rechter benadrukte dat de gebreken aan de woning voldoende samenhang vertoonden met de vordering tot betaling, waardoor de opschorting gerechtvaardigd was. Dit vonnis werd uitgesproken op 14 februari 2007.