ECLI:NL:RBHAA:2007:BB6657
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. van Amsterdam
- T.J.P. van Os van den Abeelen
- A.A. Fase
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en het vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 14 september 2007 uitspraak gedaan over een navorderingsaanslag inkomstenbelasting die was opgelegd aan eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslagregelend ambtenaar een ambtelijk verzuim heeft begaan dat aan de navordering in de weg staat. Eiser had in zijn aangifte over het jaar 2001 een bedrag van € 16.269 in aftrek gebracht voor kosten ter zake van een monumentenpand. De inspecteur had aanvankelijk de aanslag vastgesteld conform de ingediende aangifte, maar later een navorderingsaanslag opgelegd waarbij de aftrekbare kosten waren verminderd tot € 3.909. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet beschikte over een nieuw feit dat navordering rechtvaardigde, omdat hij bij het opleggen van de primitieve aanslag een ambtelijk verzuim had begaan door niet te wachten op de uitkomsten van een onderzoek dat was ingesteld naar aanleiding van de aangifte van de echtgenoot van eiser. Dit verzuim kon niet worden hersteld door navordering, ongeacht of eiser op de hoogte was van het verzuim. De rechtbank benadrukte dat het vertrouwensbeginsel niet door de belastinginspecteur kan worden ingeroepen om zich te beschermen tegen de gevolgen van zijn eigen fouten. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de navorderingsaanslag en kende eiser een proceskostenvergoeding toe van € 644. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.