ECLI:NL:RBHAA:2007:BC6803

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
3 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/800915-07
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in drugszaken met twijfel over betrokkenheid verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 3 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne in Nederland. De verdachte, die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland had, werd beschuldigd van het invoeren van ongeveer 19.888,4 gram cocaïne op of omstreeks 11 augustus 2007 te Schiphol. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging.

De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit en had een gevangenisstraf van 48 maanden geëist, evenals de verbeurdverklaring van verschillende inbeslaggenomen voorwerpen. Echter, de rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank heeft in haar overwegingen de verklaring van de verdachte in aanmerking genomen, waarin zij stelde dat zij geen cocaïne naar Nederland had gebracht en dat de koffer waarin de cocaïne was aangetroffen niet van haar was.

De rechtbank heeft ook gekeken naar de omstandigheden rondom de koffer en het bagagelabel dat aan de koffer was bevestigd. Het bagagelabel droeg de naam van de verdachte, maar er waren twijfels over de echtheid en de herkomst van het label. Bovendien waren er geen vingerafdrukken van de verdachte op de koffer aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden voldoende twijfel opriepen over de betrokkenheid van de verdachte bij het ten laste gelegde feit.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten en gelast de teruggave van verschillende in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/800915-07
Uitspraakdatum: 3 december 2007
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 november 2007 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats]
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
zij op of omstreeks 11 augustus 2007 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 19.888,4 gram, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, althans bevattende een (ander) middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in haar verdediging.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – zakelijk weergegeven – gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit;
- de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden;
- de verbeurdverklaring van de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder de nummers 5 tot en met 8, 11, 12, 14, 15 en 18 tot en met 21 vermelde voorwerpen en gelden;
- de teruggave aan verdachte van een telefoontoestel en een simkaart.
4. Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan dus worden vrijgesproken.
Naast de verklaring van verdachte, inhoudende dat zij geen cocaïne naar Nederland heeft gebracht en dat de koffer waarin de cocaïne is aangetroffen niet van haar is, heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. De drugs zijn aangetroffen in een koffer waaraan een bagagelabel was bevestigd met verdachtes naam. Op het bagagelabel stond 1/10 vermeld, hetgeen er op duidt dat 1 colli met een gewicht van 10 kilogram is ingecheckt (zie het proces-verbaal van 11 augustus 2007, dossierpagina 0.3) terwijl alleen al het gewicht van de in de koffer aangetroffen cocaïne bijna 20 kilogram bedroeg (zie het proces-verbaal van 13 augustus 2007, dossierpagina 0.9). Bovendien was het bagagelabel beschadigd en heeft het blijkens het proces-verbaal van 15 november 2007, opgemaakt door [verbalisant], mogelijk aan een andere koffer gezeten. Overigens is de koffer op vingerafdrukken onderzocht en zijn er –volgens de officier van justitie- geen vingerafdrukken van verdachte op aangetroffen. Deze omstandigheden wettigen twijfel omtrent verdachtes betrokkenheid bij het ten laste gelegde feit.
Dat verdachte in het bezit was van een claimtag, waarvan het nummer correspondeert met die op het aan de koffer met cocaïne bevestigde bagagelabel, neemt die twijfel niet weg. Daarbij is van belang dat verdachte heeft verklaard dat zij die claimtag bij het inchecken heeft ontvangen, en denkt dat deze is afgegeven nadat haar handbagage is gewogen. Mede gelet op het feit dat haar handbagage een gewicht had van 10 kilogram, acht de rechtbank verdachtes verklaring niet ongeloofwaardig.
5. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte ten laste is gelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- een KLM-claimtag, 0074KL197119;
- een hotelreservering;
- een North West-instapkaart;
- een e-vliegticket, 012 4972191495;
- een grijskleurig telefoontoestel, Sagem;
- een Telcel-simkaart;
- een KLM/Northwest-instapkaart;
- een notitie/memo;
- 2.990 US-dollar;
- 20 Mexicaanse pesos.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
- een KLM-bagagelabel, 0074KL197119.
6. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E.L. Grosheide, voorzitter,
mrs. A.M. Koolen-Zwijnenburg en E.P.W van de Ven, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier A.B. van Velzen,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 december 2007.