ECLI:NL:RBHAA:2007:BF0420
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.G. Kemmers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag waterschapsbelastingen en woz-waarde
In deze zaak heeft eiser, X, beroep ingesteld tegen de aanslag waterschapsbelastingen voor het jaar 2006, opgelegd door de heffingsambtenaar van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De aanslag, gedateerd op 30 april 2006, bedraagt € 148,57. Eiser betwist de aanslag op de grond dat hij ten tijde van de oplegging nog geen waardebeschikking had ontvangen voor de onroerende zaak gelegen aan c-straat 3 Bov. te Z. De rechtbank heeft op 24 mei 2007 een zitting gehouden waarbij eiser in persoon aanwezig was, terwijl de verweerder vertegenwoordigd werd door A, B en C. Eiser heeft ter zitting een pleitnota overgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de woz-waarde van de onroerende zaken, waaronder c-straat 3 Bov., correct heeft vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat de omstandigheid dat de beschikking met de woz-waarde nog niet aan eiser was bekendgemaakt, niet in de weg staat aan het gebruik van deze waarde als heffingsmaatstaf voor de aanslag waterschapsbelastingen. De rechtbank verwijst naar artikel 120, tweede lid van de Waterschapswet, waarin staat dat de heffingsmaatstaf de op de voet van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde is.
De rechtbank verklaart het beroep van eiser voor zover dat zich richt tegen het besluit van 3 oktober 2006 betreffende de aanslag 2006 ongegrond en verklaart het beroep overigens niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. R.G. Kemmers en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken. Eiser kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.