ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3227
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.A. Otter
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek tot wijziging verblijfplaats minderjarige
In deze zaak heeft de vader beroep aangetekend tegen de beslissing van de Stichting Bureau Jeugdzorg om de verblijfplaats van zijn minderjarige kind te wijzigen, waarbij het kind bij de moeder zou worden geplaatst. De kinderrechter heeft op 31 januari 2008 de zitting gehouden, waarbij de vader, de moeder en de vertegenwoordiger van de Stichting aanwezig waren. De vader heeft betoogd dat de gezinssituatie van de moeder nog steeds onveilig is, gezien het huiselijk geweld in het verleden en de recente geboorte van een nieuw kind. Hij is van mening dat de uithuisplaatsing van zijn kind bij hem moet worden voortgezet, omdat de moeder niet in staat is om een veilige opvoedingssituatie te bieden. De Stichting heeft echter aangegeven dat de situatie van de moeder is verbeterd en dat zij voldoet aan de gestelde eisen voor de terugplaatsing van het kind.
De kinderrechter heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de gewijzigde omstandigheden nog te broos zijn om het beroep van de vader gegrond te verklaren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het in het belang van het kind is om duidelijkheid te hebben over zijn verblijfplaats en dat een verdere wijziging op dit moment niet wenselijk is. De kinderrechter heeft het beroep van de vader ongegrond verklaard en een basis omgangsregeling vastgesteld, waarbij de vader en de minderjarige eenmaal per veertien dagen een weekend samen kunnen doorbrengen en de helft van de vakanties en feestdagen in onderling overleg kunnen bepalen. Tevens is de kinderrechter van mening dat juridische stappen nodig zijn om het gezag over de minderjarige gezamenlijk door beide ouders te laten uitoefenen.