ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3528
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. Koolen-Zwijnenburg
- F.F.W. Brouwer
- E.B. de Vries-van den Heuvel
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne en voorbereidingshandelingen voor cocaïne transport
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 4 februari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen betrokken was bij de opzettelijke invoer van ongeveer 16 kilogram cocaïne in Nederland. De verdachte, die niet zelf op Schiphol werkte, maakte gebruik van zijn hogere positie binnen de organisatie om medewerkers op Schiphol in te schakelen voor de invoer van de verdovende middelen. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder de invoer van cocaïne en voorbereidingshandelingen voor een cocaïne transport. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten 2 en 3 van de tenlastelegging, waarbij hij opzettelijk cocaïne binnen het grondgebied van Nederland had gebracht en anderen had geprobeerd te bewegen om ook betrokken te zijn bij de invoer van verdovende middelen. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden en oordeelde dat de tenlastelegging voldoende feitelijk was omschreven. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bij de invoer van cocaïne bewezen op basis van de beschikbare bewijsmiddelen, waaronder telefoongesprekken en verklaringen van medeverdachten. De verdachte werd uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, waarbij de rechtbank rekening hield met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd. Tevens werd verbeurdverklaring van in beslag genomen goederen uitgesproken.