ECLI:NL:RBHAA:2008:BD6293

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
4 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/996507-04
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beleggingsfraude en betalingspiramide met oplichting en valsheid in geschrifte

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 4 juli 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van beleggingsfraude en het opzetten van een betalingspiramide. De verdachte, geboren in 1943, werd ervan beschuldigd tussen 15 april 1999 en 19 april 2005 in Nederland, samen met anderen, opzettelijk oplichting te hebben gepleegd door valse hoedanigheden aan te nemen en investeerders te misleiden. De verdachte had zich voorgedaan als 'investmentbanker' met meer dan 35 jaar ervaring en beloofde rendementen van 12% tot 24% per jaar. Hij heeft verschillende slachtoffers, waaronder [slachtoffer1] en [slachtoffer2], bewogen tot het afgeven van aanzienlijke geldbedragen, in totaal bijna 2 miljoen euro. De rechtbank achtte de tenlasteleggingen bewezen, waaronder medeplegen van oplichting, overtredingen van de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995 en de Wet Toezicht Kredietwezen 1992, en valsheid in geschrifte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en legde een gevangenisstraf van twee jaar op, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Daarnaast werden vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot schadevergoeding aan verschillende slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op grote schaal mensen had benadeeld en dat zijn handelen ernstige gevolgen had voor de slachtoffers, die betalingsproblemen ondervonden door de oplichting.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige economische strafkamer
Parketnummer: 15/996507-04
Uitspraakdatum: 4 juli 2008
Verstek
verkort strafvonnis (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 juni 2008 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1943 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels:
- [slachtoffer1] (ongeveer EUR 43.000,-) en/of
- [slachtoffer2] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of
- [slachtoffer3] (ongeveer EUR 46.000,-) en/of
- [slachtoffer4] (ongeveer EUR 41.690,-) en/of
- [slachtoffer5] (ongeveer EUR 23.700,-) en/of
- [slachtoffer6] (ongeveer EUR 150.000,-) en/of
- [slachtoffer7] (ongeveer EUR 147.500,-) en/of
- [slachtoffer8] (ongeveer EUR 29.496,-) en/of
- [slachtoffer9] (ongeveer EUR 110.000,-) en/of
- [slachtoffer10] (ongeveer EUR 80.000,-) en/of
- [slachtoffer11] (ongeveer 30.000,-) en/of
- [slachtoffer12] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of
- [slachtoffer13] (ongveeer EUR 35.000,-) en/of
- [slachtoffer14] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of
- [slachtoffer15] (ongeveer EUR 20.000,-) en/of
- [slachtoffer16] (ongeveer EUR 40.000,-) en/of
- [slachtoffer17] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of
- [slachtoffer18] (ongeveer EUR 100.000,-) en/of
- [slachtoffer19] (ongeveer EUR 28.000,-) en/of
(een) ander(en)
heeft bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedragen, in elk geval van enig goed, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- voorgewend en/of gesteld dat verdachte "investmentbanker" was en/of meer dan 35 jaar ervaring in de (internationale) beurshandel had (in Londen en/of New York en/of Chicago en/of Singapore en/of Hong Kong en/of Tokio) en/of
- aan inleggers rendementen van tussen de 12% en de 24% per jaar beloofd, in ieder geval enig minimumrendement en/of
- voorgewend dat voor rekening en risico van verdachte en/of Apollo Garant Inc. en/of Apollo Garant AG zou worden gehandeld en/of
- voorgewend dat de investering tegen koersfluctuaties was/zou (worden) ingedekt en/of
- voorgewend dat er voor investeerders effectenrekeningen/’Security Accounts’ (bij “een van de bekendste Amerikaanse Investmentbanken”) zouden worden geopend, waarop ingelegde gelden op eigen naam van de investeerders zouden worden geregistreerd en/of
- aan inleggers beloofd dat ze hun inleg altijd terug konden krijgen, waardoor die bovengenoemde perso(o)n(en) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 2
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, al dan niet handelend namens en/of handelend onder de naam Apollo Garant Inc. en/of Apollo Garant AG, tezamen en in vereniging met [bedrijf] en/of Westford Consultancy BV en/of (een) ander(en), (telkens) opzettelijk zonder vergunning als effectenbemiddelaar of vermogensbeheerder in of vanuit Nederland diensten heeft/hebben aangeboden en/of doen aanbieden en/of verricht en/of doen verrichten door beroeps- of bedrijfsmatig (telkens) op grond van een overeenkomst het beheer te voeren over effecten die toebehoren aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon, danwel over middelen ter belegging in effecten, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders in de voornoemde periode voor diverse personen, waaronder [slachtoffer1] en/of [slachtoffer2] en/of [slachtoffer3] en/of [slachtoffer4] en/of [slachtoffer5] en/of [slachtoffer6] en/of [slachtoffer7] en/of [slachtoffer8] en/of [slachtoffer9] en/of [slachtoffer10] en/of (een) ander(en), aangeboden om Amerikaanse staatsobligaties te kopen en deze tegen koersverlies te laten verzekeren;
Feit 3
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, al dan niet handelend namens en/of handelend onder de naam Apollo Garant Inc. en/of Apollo Garant AG, tezamen en in vereniging met [bedrijf] en/of Westford Consultancy BV en/of (een) ander(en), opzettelijk (telkens) bedrijfsmatig al dan niet op termijn opvorderbare gelden van het publiek heeft aangetrokken en/of ter beschikking heeft gehad en/of verkregen, te weten (onder andere) van de volgende personen de daarna genoemde bedragen:
- [slachtoffer1] (ongeveer EUR 43.000,-) en/of
- [slachtoffer2] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of
- [slachtoffer3] (ongeveer EUR 46.000,-) en/of
- [slachtoffer4] (ongeveer EUR 41.690,-) en/of
- [slachtoffer5] (ongeveer EUR 23.700,-) en/of
- [slachtoffer6] (ongeveer EUR 150.000,-) en/of
- [slachtoffer7] (ongeveer EUR 147.500,-) en/of
- [slachtoffer8] (ongeveer EUR 29.496,-) en/of
- [slachtoffer9] (ongeveer EUR 110.000,-) en/of
- [slachtoffer10] (ongeveer EUR 80.000,-) en/of
- [slachtoffer11] (ongeveer 30.000,-) en/of
- [slachtoffer12] (ongeveer EUR 30.000,-) en/of
- [slachtoffer13] (ongveeer EUR 35.000,-) en/of
- [slachtoffer14] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of
- [slachtoffer15] (ongeveer EUR 20.000,-) en/of
- [slachtoffer16] (ongeveer EUR 40.000,-) en/of
- [slachtoffer17] (ongeveer EUR 22.689,-) en/of
- [slachtoffer18] (ongeveer EUR 100.000,-) en/of
- [slachtoffer19] (ongeveer EUR 28.000,-) en/of
(een) ander(en)
Feit 4
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), (telkens) (een) (bank)rekeningoverzicht(en), - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk op voornoemd(e) geschrift(en) de naam "Bear Stearns" opgenomen alsmede een vals (verzonnen) rekeningnummer en/of saldo op voornoemde geschrift(en) gezet, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1
hij op tijdstippen in de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels:
- [slachtoffer1] 43.000,- euro en
- [slachtoffer2] 30.000,- euro, en
- [slachtoffer3] 46.000,- euro, en
- [slachtoffer4] 41.690,69 euro, en
- [slachtoffer5] 23.700,- euro, en
- [slachtoffer6] 150.000,- euro, en
- [slachtoffer7] 147.500,- euro, en
- [slachtoffer8] 29.495,71 euro, en
- [slachtoffer9] 109.999,94 euro, en
- [slachtoffer10] 80.000,- euro, en
- [slachtoffer11] 30.000,- euro, en
- [slachtoffer12] 30.000,- euro, en
- [slachtoffer13] 35.000,- euro, en
- [slachtoffer14] 22.689,01 euro, en
- [slachtoffer15] 20.000,- euro, en
- [slachtoffer16] 40.000,- euro, en
- [slachtoffer17] 22.689,01 euro, en
- [slachtoffer18] 100.000,- euro, en
- [slachtoffer19] 28.000,- euro, en
anderen
heeft bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedragen, immers hebben verdachte en zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk:
- voorgewend dat verdachte "investmentbanker" was en meer dan 35 jaar ervaring in de (internationale) beurshandel had (in Londen en New York en Chicago en Singapore en Hong Kong en Tokio) en
- aan inleggers rendementen van tussen de 12% en de 24% per jaar beloofd, in ieder geval enig minimumrendement en
- voorgewend dat de investering tegen koersfluctuaties was en zou worden ingedekt en
- voorgewend dat er voor investeerders effectenrekeningen/’Security Accounts’ bij “een van de bekendste Amerikaanse Investmentbanken” zouden worden geopend, waarop ingelegde gelden op eigen naam van de investeerders zouden worden geregistreerd en
- aan inleggers beloofd dat ze hun inleg altijd terug konden krijgen,
waardoor die bovengenoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Feit 2
hij op tijdstippen in de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, handelend onder de naam Apollo Garant Inc. en Apollo Garant AG, tezamen en in vereniging met [bedrijf] en Westford Consultancy BV, telkens opzettelijk zonder vergunning als effectenbemiddelaar in Nederland diensten heeft aangeboden of doen aanbieden en heeft verricht door bedrijfsmatig telkens op grond van een overeenkomst het beheer te voeren over effecten die toebehoren aan een natuurlijk persoon, dan wel over middelen ter belegging in effecten, immers hebben verdachte en zijn mededaders in de voornoemde periode voor diverse personen, waaronder [slachtoffer1] en [slachtoffer2] en [slachtoffer3] en [slachtoffer4] en [slachtoffer5] en [slachtoffer6] en [slachtoffer7] en [slachtoffer8] en [slachtoffer9] en [slachtoffer10], aangeboden om Amerikaanse staatsobligaties te kopen en deze tegen koersverlies te laten verzekeren.
Feit 3
hij op tijdstippen in de periode van 15 april 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort en/of Zwolle en/of Wijhe en/of Rolde, handelend onder de naam Apollo Garant Inc. en/of Apollo Garant AG, tezamen en in vereniging met [bedrijf] en Westford Consultancy BV, opzettelijk telkens bedrijfsmatig al dan niet op termijn opvorderbare gelden van het publiek heeft aangetrokken en ter beschikking heeft gehad, te weten (onder andere) van de volgende personen de daarna genoemde bedragen:
- [slachtoffer1] 43.000,- euro, en
- [slachtoffer2] 30.000,- euro, en
- [slachtoffer3] 46.000,- euro, en
- [slachtoffer4] 41.690,69 euro, en
- [slachtoffer5] 23.700,- euro, en
- [slachtoffer6] 150.000,- euro, en
- [slachtoffer7] 147.500,- euro, en
- [slachtoffer8] 29.495,71 euro, en
- [slachtoffer9] 109.999,94 euro, en
- [slachtoffer10] 80.000,- euro, en
- [slachtoffer11] 30.000,- euro, en
- [slachtoffer12] 30.000,- euro, en
- [slachtoffer13] 35.000,- euro, en
- [slachtoffer14] 22.689,01 euro, en
- [slachtoffer15] 20.000,- euro, en
- [slachtoffer16] 40.000,- euro, en
- [slachtoffer17] 22.689,01 euro, en
- [slachtoffer18] 100.000,- euro, en
- [slachtoffer19] 28.000,- euro.
Feit 4
hij in de periode van 1 mei 1999 tot en met 19 april 2005 te Zandvoort, telkens bankrekeningoverzichten, - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte telkens valselijk op voornoemde geschriften de naam "Bear Stearns" opgenomen alsmede een vals rekeningnummer en saldo op voornoemde geschriften gezet, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
Feit 2
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 7 lid 1 van de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995
Feit 3
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 82 lid 1 van de Wet Toezicht Kredietwezen 1992
Feit 4
valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sancties en van overige beslissingen
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de vorderingen van [slachtoffer5] te Zwolle, [slachtoffer6] te Zwolle, [slachtoffer7] te Oosterhout, [slachtoffer3] te IJsselstein, [slachtoffer8] te Zwolle, [slachtoffer4] te Zwolle, [slachtoffer1] te Voorst, [slachtoffer9] te Angerlo, [slachtoffer10] te Zwolle, [slachtoffer11] te ’s-Heerenbroek, [slachtoffer12] te Zutphen, [slachtoffer13] te Deventer, [slachtoffer14] te Dedemsvaart, [slachtoffer15] te Dronten, [slachtoffer16] te Zwolle, [slachtoffer2] te Zwolle, [slachtoffer17] te Zwolle, [slachtoffer18] te UK en [slachtoffer19] te Zwolle toegewezen dienen te worden tot telkens de hoogte van het ingelegde bedrag minus het retour ontvangen bedrag. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de goederen die in beslag zijn genomen worden onttrokken aan het verkeer.
6.2. Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon en de draagkracht van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en met name uit het vanwege Reclassering Nederland uitgebrachte rapport van 4 juni 2008 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft, samen met anderen, op grote schaal mensen op doortrapte wijze grote geldbedragen afhandig gemaakt en zich derhalve schuldig gemaakt aan oplichting van meerdere personen. Hiervoor is verdachte de eerstverantwoordelijke. Hij heeft immers middels twee tussenpersonen, [medeverdachte1] en [medeverdachte2], een groot aantal beleggingsovereenkomsten gesloten met een groot aantal personen. Verdachte heeft hiervoor het zogeheten Apollo Groeiprogramma opgezet en zijn vrouw, medeverdachte [medeverdachte3], als bestuurder laten fungeren van Apollo Garant AG, Apollo Garant Inc. en Stichting Beheer Derdengelden Apollo. Hij heeft zichzelf gepresenteerd als ‘investmentbanker’. Met medewerking van [medeverdachte1] en [medeverdachte2] heeft verdachte een brochure opgesteld om het programma te verduidelijken voor potentiële beleggers. Daarbij is als uitgangspunt genomen de door verdachte reeds eerder in de Engelse en Duitse taal vervaardigde folder. Het geld dat werd ingelegd diende overgemaakt te worden op de derdengeldrekening van een advocaat, waardoor extra vertrouwen werd opgewekt. De inleg zou vervolgens worden overgemaakt naar een Amerikaanse investeringsbank (Bear Stearns) op eigen naam van de investeerders, maar de gelden zijn nimmer overgemaakt. De investering zou verzekerd worden tegen koersfluctuaties. Ook werd de potentiële beleggers voorgespiegeld dat ze altijd hun inleg konden terugkrijgen. De aan deze overeenkomsten verbonden hoge rendementen, van 12 of zelfs 24%, werden aanvankelijk wel uitbetaald aan de inleggers. Echter, vanaf januari 2004 werd, na een aantal haperingen in de betalingen aan de beleggers, helemaal niets meer uitbetaald. Verdachtes handelen heeft tientallen personen ernstig benadeeld voor een bedrag van in totaal bijna 2 miljoen euro. Verschillende slachtoffers hebben hierdoor betalingsproblemen gekregen. Verdachte heeft het geld dat de beleggers hebben ingelegd rondgepompt via verschillende bankrekeningen, onder andere de bankrekening van zijn pleegdochter. Door zijn handelen heeft hij bewust een betalingspiramide gecreëerd. Verdachte heeft opzet gehad op het verkrijgen van gelden terwijl hij wist dat hij de door de afgesloten overeenkomsten aangegane financiële verplichtingen uiteindelijk niet zou kunnen nakomen. De rechtbank meent dat onder bovengenoemde omstandigheden sprake is van oplichting middels een samenweefsel van verdichtsels. Door zelf afschriften na te maken van zogenaamde rekeningen op naam van Bear Stearns en die ten behoeve van de investeerders in de Apollo programma’s te versturen als zijnde echte, door Bear Stearns afgegeven afschriften, heeft verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift.
Het handelen van verdachte levert eveneens strijd op met het bepaalde in de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995 alsmede met hetgeen artikel 82 Wet Toezicht Kredtietwezen 1992 voorschrijft. Immers heeft hij zonder vergunning als effectenbemiddelaar.geopereerd en op termijn opvorderbare gelden van het publiek aangetrokken. Daarmee heeft verdachte het vertrouwen dat personen in het geld- en kredietwezen moeten kunnen hebben, geschonden.
Op grond van het hiervoor overwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
De rechtbank realiseert zich daarbij, dat het met de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van verdachte slecht is gesteld. Zij benadrukt derhalve in dit verband de in het reclasseringsrapport uitgesproken wenselijkheid voorafgaande aan de detentie een beoordeling van verdachtes detentiegeschiktheid te laten plaatsvinden.
6.3. Vorderingen benadeelde partijen
De benadeelde partij [slachtoffer1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 52.847, 86 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 30.100,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 2.403,97 exclusief BTW.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer6] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 150.000,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 117.900,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer19] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 90.422,91 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 24.640,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer3] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 71.700,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 23.405,55 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer12] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 45.700,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat, nu [slachtoffer12] reeds bij de civiele rechter een procedure is gestart en daardoor een executoriale titel heeft verkregen, niet nogmaals een procedure bij de strafrechter gestart kan worden. De benadeelde partij zal dan ook niet in de vordering kunnen worden ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer15] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 42.496,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 19.000,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 400,- exclusief BTW.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer8] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 30.197,80 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 17.107,46 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 590,- exclusief BTW.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer5] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 35.076,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 11.949,17 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer7] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 147.500,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 86.793,25 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 41.727,27 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 32.578,97 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer9] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 156.200,- ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 78.660,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer10] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 118.400,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 65.600,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer11] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 31.200,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 23.500,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer13] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 35.700,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 32.900,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer14] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 63.615,45 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 13.613,31 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 454,- exclusief BTW.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer2] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 30.350,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 30.000,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer17] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 22.689,01 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 13.613,31 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer18] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 100.000,-ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 91.500,- eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
De benadeelde partij [slachtoffer16] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 40.952,- ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 17.879,87 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het bewezen verklaarde feit. In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat, indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten worden vastgesteld op € 800,- exclusief BTW.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet in haar vordering ontvangen.
6.4. Schadevergoedingsmaatregelen
De rechtbank acht tevens termen aanwezig om schadevergoedingsmaatregelen aan verdachte op te leggen tot de bedragen waartoe de vorderingen van de respectievelijke benadeelde partijen zijn toegewezen, te weten:
[slachtoffer1] € 30.100,-
[slachtoffer6] € 117.900,-
[slachtoffer19] € 24.640,-
[slachtoffer3] € 23.405,55
[slachtoffer15] € 19.000,-
[slachtoffer8] € 17.107,46
[slachtoffer5] € 11.949,17
[slachtoffer7] € 86.793,25
[slachtoffer4] € 32.578,97
[slachtoffer9] € 78.660,-
[slachtoffer10] € 65.600,-
[slachtoffer11] € 23.500,-
[slachtoffer13] € 32.900,-
[slachtoffer14] € 13.613,31
[slachtoffer2] € 30.000,-
[slachtoffer17] € 13.613,31
[slachtoffer18] € 91.500,-
[slachtoffer16] € 17.879,87
6.5. Onttrekking aan het verkeer (36c)
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten 4 computers, een printer en een memo recorder, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met behulp van die voorwerpen zijn begaan of voorbereid. Het ongecontroleerde bezit van voormelde, in beslag genomen voorwerpen is in strijd met het algemeen belang.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36b, 36c, 36f, 47, 57, 225, 326 van het Wetboek van Strafrecht
82 van de Wet Toezicht Kredietwezen 1992
7 van de Wet Toezicht Effectenverkeer 1995
1, 2, 6 van de Wet op de Economische Delicten
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.1. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens deze feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer12] niet-ontvankelijk in de vordering.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer1] geleden schade tot een bedrag van € 30.100,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer1] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op € 2.403,97 en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer1] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 30.100,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 14 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer6] geleden schade tot een bedrag van € 117.900,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer6] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer6] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 117.900,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 56 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer19] geleden schade tot een bedrag van € 24.640,-en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer19] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer19] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 24.640,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 12 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer3] geleden schade tot een bedrag van € 23.405,55 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer3] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer3] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 23.405, 55 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer15] geleden schade tot een bedrag van € 19.000,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer15] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 400,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer15] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 19.000,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 9 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer8] geleden schade tot een bedrag van € 17.107, 46 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer8] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 590,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer8] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 17.107,46,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer5] geleden schade tot een bedrag van € 11.949,17 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer5] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer5] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 11.949,17 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer7] geleden schade tot een bedrag van € 86.793,25 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer7] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer7] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van
€ 86.793,25 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 42 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer4] geleden schade tot een bedrag van € 32.578,97 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer4] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer4] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 32.578,97 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 16 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer9] geleden schade tot een bedrag van € 78.660,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer9] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer9] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 78.660,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 53 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer10] geleden schade tot een bedrag van € 65.600,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer10] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer10] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 65.600,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 31 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer11] geleden schade tot een bedrag van € 23.500,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer11] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer11] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 23.500,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer13] geleden schade tot een bedrag van € 32.900,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer13] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer13] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 32.900,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 16 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer14] geleden schade tot een bedrag van € 13.613,31 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer14] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 454,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer14] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 13.613,31 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 6 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer2] geleden schade tot een bedrag van € 30.000,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer2] voornoemd, rekeningnummer 949400, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer2] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 30.000,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 14 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer17] geleden schade tot een bedrag van € 13.613,31 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer17] voornoemd, rekeningnummer 91.76.39.715, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer17] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 13.613,31 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 7 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer18] geleden schade tot een bedrag van € 91.500,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer18] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer18] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 91.500,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 44 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer16] geleden schade tot een bedrag van € 17.879,87 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer16] voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat, indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 800,- en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer16] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 17.879,87 bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 9 dagen hechtenis.
Bepaalt dat, voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een medeverdachte aan de benadeelde partij of de staat is betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Onttrekt aan het verkeer:
- 1.00 STK Diverse Rode Big Tower “PC-II”A.0IV.1.1
- 1.00 STK Diverse A.0.IV.1.2. Asus “PC-III”
- 1.00 STK Diverse A.0.IV.1.3. Dyna “PC-IV”
- 1.00 STK Diverse HP all in One incl. voeding/usb1.00 STK Diverse A.0.IV.1.6 HP printer/fax/copier/scanner
- 1.00 STK Diverse A.0.IV.1.7 Premier memo recorder
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.M. Verpalen, voorzitter,
mr. A.C. Terwiel-Kuneman en mr. E.A. Minderhoud, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. E. de Witte,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 juli 2008.
Mr. A.C. Terwiel-Kuneman en mr. E.A. Minderhoud zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.