ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ6476
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- R.E.A. Toeter
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding wegens onterecht ondergane detentie en voorlopige hechtenis
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 6 augustus 2009 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van verzoeker, ingediend door mr. I.R. Rigter, tot toekenning van een schadevergoeding ten laste van de Staat. Verzoeker had 175 dagen in voorlopige hechtenis doorgebracht wegens verdenking van overtreding van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, maar werd uiteindelijk vrijgesproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om een vergoeding toe te kennen voor de ondergane detentie. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op de forfaitaire dagvergoeding zoals bedoeld in artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verzoeker, die werkloos was en bij zijn broer woonde. De rechtbank oordeelde dat verzoeker minder materiële schade had geleden dan de gemiddelde verdachte, omdat hij geen kosten voor huisvesting of levensonderhoud had hoeven maken. Uiteindelijk is aan verzoeker een vergoeding van € 6.600,- toegekend, bestaande uit een combinatie van bedragen voor de dagen doorgebracht in een politiebureau en in een huis van bewaring, evenals de kosten voor zijn raadsman. De rechtbank heeft het verzoek tot vergoeding op deze wijze ingewilligd, maar het meer of anders verzochte afgewezen.