ECLI:NL:RBHAA:2010:BO5289
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden en kennelijk onredelijk ontslag
In deze arbeidszaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 4 augustus 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een timmerman die sinds 1988 in dienst was bij Regiobouw, en zijn werkgever, Regiobouw. Eiser vorderde schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag, nadat zijn arbeidsovereenkomst op 29 april 2009 was opgezegd vanwege bedrijfseconomische omstandigheden. Eiser stelde dat de gevolgen van het ontslag voor hem te ernstig waren in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging. De kantonrechter oordeelde dat het enkele feit dat er geen afvloeiingsregeling was getroffen, het ontslag niet kennelijk onredelijk maakte. De werkgever had een redelijk aanbod gedaan om de gevolgen van het ontslag te verzachten, en de kantonrechter concludeerde dat de gevolgen voor eiser niet zodanig ernstig waren dat dit het ontslag kennelijk onredelijk maakte. De vordering van eiser werd afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.
De procedure begon op 7 oktober 2009 toen eiser Regiobouw dagvaardde. Na een schriftelijke reactie van Regiobouw volgde een comparitie van partijen op 19 februari 2010. Eiser had een salaris van € 2.782,40 bruto per maand en was bijna 58 jaar oud ten tijde van het ontslag. Regiobouw had toestemming gevraagd aan het UWV om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, wat werd goedgekeurd op basis van de bedrijfseconomische noodzaak. Eiser voerde aan dat hij door het ontslag in financiële problemen kwam en dat hij gedwongen werd om met pensioen te gaan, wat zijn pensioen zou verlagen. De kantonrechter hield rekening met de omstandigheden van het ontslag, de leeftijd van eiser, en de beperkte mogelijkheden voor ander passend werk in de bouwsector door de economische crisis. Uiteindelijk werd de vordering van eiser afgewezen, en de kantonrechter oordeelde dat Regiobouw zich als goed werkgever had gedragen.