zaaknummer / rolnummer: 161474 / HA ZA 09-1323
Vonnis van 10 november 2010
de rechtspersoon naar buitenlands recht
EVA & CLAUDI A/S,
gevestigd te Risskov,
eiseres,
advocaat mr. E.T. van den Hout,
1. de vennootschap onder firma
KARCO V.O.F.,
gevestigd te Haarlem,
2. [A],
wonende te Zandvoort,
3. [B],
wonende te Zandvoort,
gedaagden,
advocaat mr. P.J. Stuy.
Partijen zullen hierna E&C en Karco c.s. genoemd worden. Gedaagden afzonderlijk zullen Karco, [A] en [B]worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 december 2009,
- het proces-verbaal van comparitie van 19 april 2010,
- de brief van mr. Stuy van 12 mei 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Karco c.s. exploiteert een kledingwinkel. E&C levert aan Karco c.s. op bestelling kleding - via haar agente Trademarx - en Karco c.s. verkoopt deze kleding in haar winkel aan derden.
2.2. Karco c.s. heeft bij E&C (onder meer) de zomercollectie 2008, de wintercollectie 2008, de lentecollectie 2009 en de zomercollectie 2009 besteld.
E&C heeft van genoemde collecties alleen het eerste gedeelte van de wintercollectie 2008 (hierna ook: wintercollectie 2008/1) aan Karco c.s. geleverd. Ter zake van de niet-geleverde collecties heeft E&C geen facturen aan Karco c.s. gezonden.
2.3. Bij faxbericht van 29 september 2008 heeft Trademarx het volgende email-bericht van E&C aan Karco c.s. doorgezonden:
We tried to find a solution for the overdue invoices and deliveries still waiting tot be shipped to you. The Spring Collection had been almost paid by you (only EUR 977,27 is still outstanding) and for this we thank you.
We can ship you now the summer collection 167 pieces. Trademarx had asked us, however, to keep the summer collection and deliver you the autumn/winter collection, because you would have problems with you insurance company. We are not responsible for the problems you have with your insurance, never the less we would like to help our clients if possible.
As service we could offer you the cancellation of the summer pieces 2008, but we have some strict conditions. We send you the 50% of the winter collection now and 50% after full payment of the first delivery end of the month, in week of 27th October. The second part of the collection has to be fully paid on December 15th at the latest. After the last payement we will cancel the summerpieces 100%.
We expect you to agree upon these conditions, and look forward to receiving your acceptance in writing.
[B] heeft dit bericht voor accoord ondertekend en dezelfde dag (via Trademarx) aan E&C geretourneerd.
2.4. Bij brief van 23 januari 2009 heeft E&C het volgende aan Karco c.s. bericht:
“Referring to our letter dated 29.09.2008 we are sorry to learn that our agreement regarding payment was not uphold.
We still have an open amount of EUR 1.795,27 not including interests, and moreover we have the full Summer Collection plus half the Autumn/Winter Collection for shipment. We offered you to cancel the Summer-pieces back in September, but only if you received and paid the full Winter Collection. However, as this did not happen as agreed upon, we now hold you liable for the cost of both the full Summer Collection and the remaining Winter-pieces, amounting for the Summer Collection EUR 10.420,00 and for the Autumn Collection EUR 5.841,00.
Furthermore we now have an upcoming Spring and Summer Collection, both in production meaning that we cannot cancel anything at our producers. Spring comes to an amout of EUR 11.158,00 and Summer of EUR 982,00.
Being where we are now we need an agreement that you are willing and able to uphold and furthermore we need to see your interest in solving the matter, so we must insist upon you paying the outstanding amount of EUR 1.795,27 immediately and we expect to see the amount arriving at our bank account no later than Wednesday, January 28th 2009. Otherwise we must send the full amount including interests and outstanding deliveries further to our lawyer in The Netherlands for him to take the matter to court.
However, as we expect you to pay the amount mentioned before Wednesday we also ask you to send us a proposal as to how we can solve the problem with the remaining deliveries, both Summer and Autumn 2008 plus Spring and Summer 2009. We cannot offer to cancel anything without penalty, but on the other hand we cannot see how you should be able to pay for all 4 collections at once, so we expect an input from you by Wednesday next week.”
2.5. Bij brief van 17 maart 2009 heeft de advocaat van E&C Karco c.s. gesommeerd om binnen 5 dagen een bedrag van € 36.267,47 (inclusief rente en kosten) te voldoen. In de brief is genoemd bedrag gespecificeerd. De hiervoor onder 2.3. genoemde brief is als tweede bijlage bij de brief gevoegd.
2.6. Bij faxbericht van 23 maart 2009 heeft Karco c.s. aan de advocaat van E&C onder meer het volgende bericht:
“Na uw schrijven in 2voud, hadden Eva & Claudi dit ook maar gedaan, of ten minste aangetekend verstuurd, wil ik u melden dat ik de brief van bijlage 2 nooit ontvangen heb, anders had ik natuurlijk de openstaande nota meteen betaald!
Ikzelf dacht dat er nog een bedrag van € 600,- openstond & deze heb ik na aftrek van 2 kreditnota’s (12/12 & 10/2) voldaan op 17/2.
Met spoed heb ik de restantnota overgemaakt, zodat ik geen facturen heb openstaan!
Voor niet geleverde bestellingen kan ik echter niet betalen, bestellingen van zomer & herfstcollectie 200 [rechtbank: 2008] & lente & zomer 2009 zijn nimmer ontvangen.
Nu de facturen voor reeds ontvangen goederen allen voldaan zijn, kunt u opdracht geven de voorjaarscollectie 2009 te leveren.
Op 31 januari 2009 heb ik mijn inkoop afspraak met Trademarx geannuleerd, vreemd dat ik ook niets van hun vernomen heb over “een” of “de” brief, ik ga er dan ook vanuit dat deze nimmer verzonden is.”
3. Het geschil
3.1. E&C vordert samengevat - veroordeling van Karco c.s. tot betaling van € 35.203,24, vermeerderd met rente en kosten.
3.2. Karco c.s. voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Gegeven de omstandigheid dat E&C in Denemarken is gevestigd, draagt de vordering een internationaalrechtelijk karakter. Derhalve dient allereerst ambtshalve de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering kennis te nemen en zo ja, welk recht op de vordering van toepassing is.
De rechtbank acht zich op grond van artikel 2 van de in deze zaak toepasselijke Verordening (EG) nr. 44/2001 “Brussel I” (EEX-Verordening) bevoegd, aangezien Karco c.s. in Nederland zijn woonplaats heeft.
Beide partijen gaan er blijkens hun verklaringen ter comparitie vanuit dat op het onderhavige geschil het Nederlands Burgerlijk Wetboek van toepassing. Gelet op deze (impliciete) rechtskeuze door partijen, is op de beoordeling van het onderhavige geschil Nederlands recht van toepassing.
Zomercollectie 2008 en tweede gedeelte wintercollectie 2008
4.2. E&C vordert betaling van de kosten van de zomercollectie 2008 en van het tweede deel van de wintercollectie 2008 (hierna: wintercollectie 2008/2) ten bedrage van € 16.216,00 en legt daaraan het volgende ten grondslag.
Door partijen is een afspraak gemaakt over de annulering van de zomercollectie 2008. Door ondertekening van het onder 2.3 genoemde email-bericht heeft Karco c.s. de aan deze annulering verbonden strikte, opschortende, voorwaarden aanvaard. Deze voorwaarden hielden in dat de wintercollectie 2008/1 zou worden uitgeleverd en door Karco c.s. uiterlijk 27 oktober 2008 moest worden betaald. Daarna zou de wintercollectie 2008/2 worden uitgeleverd, waarvoor door Karco c.s. uiterlijk 15 december 2008 moest worden betaald. Nu Karco c.s. niet heeft voldaan aan de voorwaarde van tijdige betaling van de kosten van de wintercollectie 2008/1, is de gemaakte afspraak vervallen en is de bestelling van de zomercollectie 2008 niet geannuleerd. E&C heeft het recht de levering van de zomercollectie 2008 en wintercollectie 2008/2 uit te stellen totdat aan de vereisten van de op 29 september 2008 gemaakte afspraak was voldaan, dan wel in ieder geval schadevergoeding te verlangen ter zake van gederfde winst. De collecties zijn door Karco c.s. besteld en door E&C geproduceerd. E&C lijdt schade doordat deze collecties niet door Karco c.s. worden betaald, terwijl zij daarvoor wel kosten heeft moeten maken en winst derft. Voor deze schade, die gelijk is aan de aan Karco c.s. in rekening gebrachte kosten voor de collecties, is Karco c.s. aansprakelijk, aldus E&C.
4.3. Karco c.s. bestrijdt dat zij de kosten van de zomercollectie 2008 en wintercollectie 2008/2 is verschuldigd aan E&C. Zij voert daartoe aan dat Karco c.s. weliswaar aanvankelijk in verzuim was met de tijdige betaling van de wintercollectie 2008/1, maar dat zij dit verzuim heeft hersteld door na ontvangst van de onder 2.5 genoemde sommatie het ter zake van de wintercollectie 2008/1 openstaande bedrag alsnog te voldoen. Daarmee is (alsnog) voldaan aan de voorwaarden die waren gesteld aan de annulering van de zomercollectie 2008. Deze collectie is dan ook geannuleerd en daarvoor behoeft daarom niet te worden betaald. Bovendien is de zomercollectie 2008 en de wintercollectie 2008/2 niet door E&C aan Karco c.s. geleverd en zijn daarvoor geen facturen ontvangen, terwijl E&C zich ten aanzien van deze collecties niet op een opschortingsrecht kon beroepen. Karco c.s. is dan ook niet in verzuim, aldus Karco c.s..
4.4. In de eerste plaats houdt partijen verdeeld de vraag of de zomercollectie 2008 op grond van de (in het onder 2.3 genoemde email-bericht neergelegde) afspraken is geannuleerd, nu E&C de wintercollectie 2008/1 aan Karco c.s. heeft geleverd en Karco c.s. deze collectie niet tijdig (volledig) heeft betaald. Die vraag betreft de uitleg van genoemde tussen partijen gemaakte afspraken. Daarbij geldt dat de vraag hoe in een schriftelijke overeenkomst de verhouding van partijen is geregeld en of die overeenkomst een leemte laat die moet worden aangevuld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van die overeenkomst. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
4.5. Naar het oordeel van de rechtbank moeten de in de laatste alinea van het onder 2.3 genoemde email-bericht geformuleerde voorwaarden voor annulering van de zomercollectie 2008 worden begrepen als strikte voorwaarden, waaraan geheel moet zijn voldaan alvorens tot annulering van de zomercollectie 2008 wordt overgegaan. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat deze zomercollectie door Karco c.s. zonder voorbehoud was besteld. Eerst wanneer de betaling voor de wintercollectie 2008/2 tijdig was gedaan, zou de zomercollectie 2008 worden geannuleerd. Dat volgt niet slechts uit de bewoordingen van de voorwaarden, maar sluit ook aan bij de onbestreden verklaring van E&C ter comparitie dat het aanbod van E&C om de zomercollectie 2008 zonder kosten voor Karco c.s. niet uit te leveren zeer bijzonder was en in de branche ongebruikelijk.
4.6. Niet in geschil is dat Karco c.s. de kosten voor de aan haar uitgeleverde wintercollectie 2008/1 in strijd met de daarover gemaakte afspraak niet tijdig - dat wil zeggen niet uiterlijk op 27 oktober 2008 - volledig aan E&C had voldaan. Daarmee staat vast dat niet aan de voorwaarden voor annulering van de zomercollectie 2008 is voldaan en de daarover gemaakte afspraak is vervallen. De bestelde zomercollectie 2008 is dan ook niet geannuleerd. Aan de stelling van Karco c.s. dat niet duidelijk is op grond waarvan E&C aan de annulering van de zomercollectie 2008 nadere voorwaarden had verbonden, terwijl annulering op basis van de tussen partijen geldende algemene voorwaarden zonder meer mogelijk was, gaat de rechtbank voorbij, reeds omdat Karco c.s. door ondertekening van het email-bericht van 29 september 2008 de door E&C gestelde voorwaarden heeft aanvaard. Wanneer zij die voorwaarden ter discussie had willen stellen, had zij dat bij die gelegenheid moeten doen.
4.7. Ter comparitie is komen vast te staan - en overigens is ook tussen partijen niet in geschil - dat ten aanzien van de levering en betaling van de door Karco c.s. bestelde collecties de gebruikelijke gang van zaken tussen partijen was dat eerst de betreffende collectie door E&C aan Karco c.s. werd geleverd, dat daarbij of kort daarna de daarbij behorende factuur aan Karco c.s. werd gezonden, waarna Karco c.s. de collectie betaalde.
4.8. Nu, zoals hiervoor is overwogen, de op deze gewone gang van zaken uitzondering makende afspraak met betrekking tot de zomercollectie 2008 is vervallen en voorts gesteld noch gebleken is dat ten aanzien van deze collectie anderszins een afwijkende afspraak is gemaakt, geldt ten aanzien van de zomercollectie 2008 dat E&C in beginsel gehouden was eerst deze collectie aan Karco c.s. te leveren, waarna Karco c.s. gehouden was de daarvoor verschuldigde kosten te voldoen.
Ten aanzien van de wintercollectie 2008/2 geldt eveneens dat, nu gesteld noch gebleken is dat ten aanzien van deze collectie een afwijkende afspraak is gemaakt, E&C in beginsel gehouden was eerst deze collectie aan Karco c.s. te leveren, waarna Karco c.s. gehouden was de daarvoor verschuldigde kosten te voldoen.
4.9. Vast staat dat E&C de zomercollectie 2008 en de wintercollectie 2008/2 niet aan Karco c.s. heeft geleverd. E&C heeft in dit verband gesteld dat zij het recht had de levering van beide collecties uit te stellen totdat aan de vereisten van de op 29 september 2008 gemaakte afspraak was voldaan. Indien E&C zich met deze stelling heeft willen beroepen op een opschortingsrecht, wordt dit beroep door de rechtbank verworpen. E&C heeft niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat zij, nadat door Karco c.s. de wintercollectie 2008/1 alsnog volledig was betaald, nog een opeisbare vordering op Karco c.s. had die opschorting van haar leveringsverplichting rechtvaardigde. Voor zover E&C zich met haar eerst ter comparitie ingenomen standpunt dat zij niet langer het vertrouwen had dat uitgeleverde collecties door Karco c.s. zouden worden voldaan, heeft willen beroepen op de in artikel 6:263 BW geregelde onzekerheidsexceptie, wordt dit beroep eveneens als onvoldoende onderbouwd verworpen. E&C heeft niet gesteld welke concrete omstandigheden haar goede grond gaven te vrezen dat Karco c.s. de tegenover de levering staande betalingsverplichting niet zou nakomen.
4.10. Het vorenstaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat E&C met betrekking tot de zomercollectie 2008 en de wintercollectie 2008/2 (nog) niet aan haar leveringsverplichting heeft voldaan. Dat brengt mee dat Karco c.s. op haar beurt (nog) niet gehouden is om de kosten voor deze collecties te voldoen. Karco c.s. heeft dan ook terecht aangevoerd dat zij met de betaling van deze kosten niet in verzuim is.
4.11. E&C heeft ten slotte nog gesteld dat de kosten voor de zomercollectie 2008 en de wintercollectie 2008/2 door het niet voldoen door Karco c.s. aan de op 29 september 2008 gestelde voorwaarden opeisbaar zijn geworden, alsmede dat E&C het recht had schadevergoeding van Karco c.s.te verlangen ter zake van gederfde winst nadat Karco c.s. niet aan genoemde voorwaarden had voldaan. De rechtbank kan E&C in deze, overigens niet nader onderbouwde, stellingen niet volgen. Voor zover bedoeld is te stellen dat het niet nakomen door Karco c.s. van de op 29 september 2008 aan annulering van de zomercollectie 2008 verbonden voorwaarden is aan te merken als een (tot schadevergoeding verplichtende) tekortkoming in de nakoming in de zin van artikel 6:74 BW, wordt deze stelling verworpen. Immers, zoals hiervoor is overwogen is door het niet nakomen van genoemde voorwaarden (slechts) de - van de oorspronkelijk tussen partijen geldende gang van zaken afwijkende - afspraak tot annulering van de zomercollectie 2008 vervallen.
Een tekortkoming in de nakoming van Karco c.s. in haar betalingsverplichting is daarmee echter niet vanzelfsprekend gegeven. De rechtbank verwijst in dit verband naar hetgeen zij hiervoor onder 4.7 tot en met 4.10 heeft overwogen.
4.12. Gelet op het vorenstaande zal de vordering van E&C tot veroordeling van Karco c.s. tot betaling van de aan de zomercollectie 2008 en wintercollectie 2008/2 verbonden kosten worden afgewezen.
Lentecollectie 2009 en zomercollectie 2009
4.13. E&C vordert voorts betaling van de kosten van de lentecollectie 2009 en van de zomercollectie 2009 ten bedrage van € 12.140,00 en legt daaraan ten grondslag dat deze collecties door Karco c.s. zijn besteld en door E&C zijn geproduceerd. E&C stelt deze collecties niet geleverd te hebben omdat zij gerechtigd was de levering van deze collecties op te schorten, zolang E&C nog een opeisbare vordering op Karco c.s. had ter zake van de kosten van de zomercollectie 2008 en de wintercollectie 2008/2. E&C lijdt schade doordat deze collecties niet door Karco c.s. worden betaald, terwijl zij daarvoor wel kosten heeft moeten maken en winst derft. Voor deze schade, die gelijk is aan de aan Karco c.s. in rekening gebrachte kosten voor de collecties, is Karco c.s. aansprakelijk, aldus E&C.
4.14. Met Karco c.s. is de rechtbank evenwel van oordeel dat E&C, nu zij de collecties niet geleverd heeft, ter zake geen opeisbare vordering heeft op Karco c.s..
Zij overweegt daartoe allereerst dat ook ten aanzien van deze collecties geldt dat eerst E&C had moeten leveren alvorens Karco c.s. gehouden was de daarvoor verschuldigde kosten te voldoen. Zoals hiervoor is overwogen, is Karco c.s. met betrekking tot de betaling van de kosten van de zomercollectie 2008 en de wintercollectie 2008/2 niet in verzuim. Nu ter zake van die kosten derhalve geen sprake is van een opeisbare vordering van E&C op Karco c.s., komt aan E&C de door haar gestelde opschortingsbevoegdheid niet toe.
4.15. Het vorenstaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat E&C (ook) met betrekking tot de lentecollectie 2009 en de zomercollectie 2009 niet aan haar leveringsverplichting heeft voldaan. Dat brengt mee dat Karco c.s. op haar beurt niet gehouden is om de kosten voor deze collecties te voldoen. Karco c.s. heeft dan ook terecht aangevoerd dat zij met de betaling van deze kosten niet in verzuim is.
4.16. Nu E&C haar vordering betreffende de aan de lentecollectie en zomercollectie 2009 verbonden kosten overigens niet nader heeft onderbouwd, zal deze worden afgewezen.
4.17. Nu de vordering van E&C tot betaling door Karco c.s. van de aan de vier genoemde collecties verbonden kosten wordt afgewezen, zullen ook de bijkomende vorderingen tot vergoeding van rente en buitengerechtelijke kosten worden afgewezen.
4.18. E&C zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Karco c.s. worden begroot op:
- vast recht EUR 775,00
- salaris advocaat 1.158,00 (2,0 punten × tarief EUR 579,00)
Totaal EUR 1.933,00
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt E&C in de proceskosten, aan de zijde van Karco c.s. tot op heden begroot op EUR 1.933,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Jochem en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2010.?