ECLI:NL:RBHAA:2010:BO9375

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
12 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15-740357-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid openbaar ministerie en bewijsuitsluiting in grootschalige cocaïnehandel

In deze zaak heeft de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Haarlem op 12 april 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van grootschalige handel in cocaïne en heroïne, wapenbezit en het voorhanden hebben van munitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging, ondanks verweren van de verdediging over de onzorgvuldigheid van de verhoren van drugsgebruikers. De rechtbank oordeelt dat de verhoren, die in de thuissituatie van de getuigen plaatsvonden, niet in strijd zijn met het strafprocesrecht. De rechtbank heeft echter wel de verklaringen van twee getuigen, die gelijktijdig door de politie zijn verhoord, uitgesloten van bewijs, omdat deze wijze van verhoren ontoelaatbaar werd geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich tezamen en in vereniging schuldig heeft gemaakt aan de handel in cocaïne en heroïne, waarbij uit observaties en telefoongesprekken bleek dat de handel op zeer grote schaal plaatsvond. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook beslist dat verschillende in beslag genomen voorwerpen onttrokken worden aan het verkeer, omdat deze in strijd zijn met de wet en het algemeen belang.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/740357-09
Uitspraakdatum: 12 april 2010
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 maart 2010 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Heerhugowaard Alkmaar, locatie Schutterswei, te Heerhugowaard.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na toegelaten aanpassing van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1. hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 september
2008 tot en met 8 juli 2009 te IJmuiden, gemeente Velsen en/of Beverwijk en/of
Heemskerk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk
heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval
(telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal
bevattende heroïne (diacetylmorfine) en/of een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne en/of andere harddrugs, zijnde heroïne en/of cocaïne en/of
die andere harddrugs (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a
van die wet;
2. hij op of omstreeks 08 juli 2009 te IJmuiden, gemeente Velsen, voorhanden heeft
gehad 8, in ieder geval meerdere (centraalvuur)patronen (kal 9 mm, Luger), in
elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III;
3. hij op of omstreeks 8 juli 2009 te IJmuiden, gemeente Velsen, opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 3 gram, in elk geval een hoeveelheid van een
materiaal bevattende cocaine, zijnde cocaine een middel als bedoeld in de bij
de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet;
4. hij op of omstreeks 08 juli 2009 te IJmuiden, gemeente Velsen, een
traangasbuisje, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met
(een)giftige en/of verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende
stof(fen) van de categorie II, onder 6° voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak.
2.1. Bespreking van het niet-ontvankelijkheidverweer
De raadsman heeft betoogd, dat het openbaar ministerie niet ontvankelijk behoort te worden verklaard in de vervolging van verdachte. Hij heeft daartoe zakelijk weergegeven aangevoerd, dat verdachte door onduidelijkheden over de status van en onrechtmatigheden bij de verhoren van verslaafden en de daarbij gehouden enkelvoudige fotoconfrontaties, in ernstige mate in zijn verdedigingsbelang is geschaad.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt hiertoe als volgt.
Verweer met betrekking tot het horen van de getuigen en de wijze van confrontatie
De raadsman heeft betoogd, dat de verklaringen die door de door hem bedoelde drugsgebruikers bij de politie zijn afgelegd onbetrouwbaar zijn en om die reden voor het bewijs buiten beschouwing moeten worden gelaten. Daartoe is allereerst aangevoerd dat de politie de drugsgebruikers ontoelaatbaar heeft benaderd en verhoord.
In het bijzonder heeft de raadsman erop gewezen dat de drugsgebruikers bij de rechter-commissaris hebben verklaard, dat zij destijds bij de politie als getuigen zijn gehoord en niet als verdachten. Tegelijkertijd zou hen zijn medegedeeld, dat zij zouden worden vastgezet als ze niet zouden meewerken. Dit rijmt niet met de cautie die de politie hen zou hebben gegeven, althans volgens het proces-verbaal, aldus de raadsman.
Nog daargelaten het belang dat verdachte bij dit verweer zou kunnen hebben, nu de cautie gegeven wordt om een verdachte duidelijk te maken dat hij zichzelf niet hoeft te belasten, zodat schending van deze norm verdachte niet regardeert, overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank constateert uit de processen-verbaal van verhoor, dat alle drugsgebruikers door de politie als verdachten zijn verhoord. Hen is medegedeeld waarvan zij werden verdacht, alsmede zijn zij er allen op gewezen dat zij niet tot antwoorden verplicht waren.
De rechtbank heeft geen reden om op dit punt te twijfelen aan de op ambtseed dan wel
-belofte opgemaakte processen-verbaal. De rechtbank hecht in dit verband minder waarde aan de enkele opmerking van de drugsgebruikers bij de rechter-commissaris, dat zij bij de politie als getuigen en niet als verdachten zijn gehoord, dan wel dat zij niet hadden begrepen dat zij als verdachte bij de politie waren verhoord.
Voor zover de raadsman heeft betoogd, dat het onzorgvuldig is om de drugsgebruikers thuis en niet op het politiebureau te verhoren, vermag de rechtbank niet in te zien welke geschreven of ongeschreven regel van strafprocesrecht zich ertegen verzet dat verdachten in hun thuissituatie worden gehoord.
Nu blijkens de processen-verbaal de verhoren hebben plaatsgevonden met inachtneming van de daartoe gestelde processuele waarborgen, verwerpt de rechtbank dit verweer.
Naar het oordeel van de rechtbank is dit anders bij de verklaringen die door mevrouw [getuige 1] en de heer [getuige 2] zijn afgelegd. Gebleken is dat deze drugsgebruikers gelijktijdig door de politie zijn verhoord en dat ze ook gelijktijdig de hen getoonde foto’s van de verdachten hebben bekeken. Deze gebruikers hebben verklaard dat ze elkaar tijdens het politieverhoor aanvulden. Deze wijze van verhoren acht de rechtbank ontoelaatbaar, maar niet dermate ernstig dat geen sprake meer kan zijn van een behandeling van de zaak die aan de beginselen van een behoorlijke procesorde voldoet. De rechtbank zal wel de bij de politie afgelegde verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] voor het bewijs buiten beschouwing laten.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen die door hen zijn afgelegd bij de rechter-commissaris wel mee kunnen werken tot het bewijs.
Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat de politie tijdens de verhoren ontoelaatbare druk op de drugsgebruikers heeft uitgeoefend dan wel hen heeft gestuurd bij het ondervragen.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit de verklaringen van de drugsgebruikers die bij de politie zijn afgelegd blijkt niet dat deze niet in vrijheid zijn afgelegd. Blijkens de processen-verbaal is de drugsgebruikers meegedeeld dat zij geen verklaring hoefden af te leggen, desondanks heeft een aantal van hen dit wel gedaan. Voorts zijn de verklaringen aan hen voorgelezen en volhardden zij bij hun verklaringen. De opmerking van een aantal drugsgebruikers bij de rechter-commissaris dat de politie hen mee zou nemen naar het bureau als ze niet zouden meewerken, vindt geen steun in andere processtukken en mist derhalve feitelijke grondslag.
Voor zover de raadsman heeft betoogd dat de politie ontoelaatbaar sturend heeft opgetreden richting de drugsgebruikers toen zij werden geconfronteerd met de foto’s van de verdachten van drugshandel overweegt de rechtbank als volgt.
Aan de drugsgebruikers zijn door de politie in totaal 10 foto’s getoond van de op dat moment reeds aangehouden verdachten van drugshandel. Anders dan in het geval waarbij een getuige een verdachte eenmaal (vluchtig) ziet, kenden de drugsgebruikers een aantal van de verdachten, voor zover zij bij hen drugs afnamen, al langere tijd. In het geval dat een herkenning van een voorgehouden foto plaatsvindt, noemen de drugsgebruikers ofwel onmiddellijk de (bij)naam van de bij hen reeds bekende drugsleverancier ofwel wordt verklaard dat het gezicht van een drugsleverancier wordt herkend. Dat er in een enkel geval vervolgens door de politie een naam van een verdachte bij wordt genoemd, acht de rechtbank niet dusdanig sturend of anderszins ontoelaatbaar dat daardoor de fotoherkenningen onbetrouwbaar en daardoor voor het bewijs onbruikbaar zouden zijn.
Niet-ontvankelijkheidsverweer /bewijsuitsluiting
Nu de rechtbank van oordeel is dat er geen ernstige vormverzuimen hebben plaatsgevonden is de rechtbank, anders dan de raadsman, van oordeel dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het openbaar ministerie ook overigens ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, zakelijk weergegeven, gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht;
- onttrekking aan het verkeer van de op de beslaglijst vermelde goederen.
4. Bewijsbeslissingen
4.1. Bewijsmiddelenverweer
De raadsman heeft ter zitting betoogd dat de verklaringen die door de door hem bedoelde drugsgebruikers bij de politie zijn afgelegd onbetrouwbaar zijn en om die reden voor het bewijs buiten beschouwing moeten worden gelaten. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat de politie tijdens de verhoren ontoelaatbare druk op de drugsgebruikers heeft uitgeoefend dan wel hen heeft gestuurd bij het ondervragen. Zoals hiervoor onder 2.1. overwogen volgt de rechtbank het verweer van de raadsman niet, behalve ten aanzien van de door [getuige 1] en [getuige 2] bij de politie afgelegde verklaringen.
4.2. Redengevende feiten en omstandighedeni
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen:
Vanaf begin 2008 ontvangt de politie Kennemerland signalen, dat er door een groep jongeren uit de IJmond-gemeenten wordt gedeald in zowel cocaïne als heroïne.ii
In september 2008 meldt een buurtbewoner, dat hij vermoedt dat er drugs wordt gedeald vanuit een auto, een grijze Opel Corsa met kenteken [kenteken], die op dat moment op naam van [medeverdachte 1] (verder: [medeverdachte 1]) blijkt te staan. Ook in november 2008 worden er mogelijke drugstransacties vanuit die auto gemeld.iii
Op 15 november 2008 worden [medeverdachte 1] en [verdachte] (verder: [verdachte]) bij elkaar in voormelde Opel Corsa gesignaleerd.iv Later verklaarde [getuige 3] dat [verdachte] op dat moment druk aan het dealen zou zijn.v
Op 16 december 2008 krijgt de politie informatie dat een negerjongen met de naam [verdachte] sinds zijn vrijlating uit de gevangenis harddrugs aan het dealen zou zijn en op dat ogenblik de grootste dealer van de wijk zou zijn.vi
Op 9 januari 2009 rijdt [medeverdachte 2] (verder: [medeverdachte 2]) voornoemde Opel Corsa. Na staandehouding worden in de auto onder meer aangetroffen 50 wikkels met bruin poeder (heroïne) en een telefoon met het nummer [telefoonnummer 1].vii
Op 8 februari 2009 wordt [medeverdachte 3] (hierna de noemen [medeverdachte 3]) staande gehouden in eerder genoemde Opel Corsa in bezit van drie mobiele telefoons en ongeveer € 900,00 euro in diverse bankbiljetten.viii
Op 9 februari 2009 worden [medeverdachte 1] en [verdachte] wederom samen gezien in een auto, een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2], en blijkt dat [verdachte] € 3.090,00 aan kleine coupures bij zich heeft.ix
Op 11 februari 2009 wordt gezien dat een zich opvallend gedragend persoon, welke later bleek te zijn genaamd [getuige 4], kennelijk als afnemer betrokken was bij een drugstransactie.x Zij verklaart dat [verdachte], met een beetje Chineesachtige naam, die als bijnaam [bijnaam verdachte] heeft, de grote dealer is en anderen voor zich laat rijden. Zij verklaart verder voor het bestellen van drugs twee nummers van [verdachte] te hebben gekregen: [telefoonnummer 1] (hierna: …[telefoonnummer 1]) en [telefoonnummer 2] (hierna: …[telefoonnummer 2]).xi
Voorts verklaart op 11 februari 2009 de van winkeldiefstal verdachte [getuige 5], dat hij zijn drugs betrekt van een dealer genaamd [verdachte], een negroïde jongen, die de laatste tijd een grote dealer was geworden en die als werkgebied Beverwijk, Heemskerk, Velsen, Purmerend en Assendelft heeft. [getuige 5] belde zijn bestelling door naar het nummer …[telefoonnummer 1].xii
Als er eind februari 2009 twee drugsgebruikers overlijden na en door het gebruik van heroïne en [getuige 6], de vriendin van één van deze slachtoffers, verklaart dat haar vriend voor de heroïne gebeld had met het nummer …[telefoonnummer 1] en de heroïne was geleverd door een Turkse jongen die voor [verdachte] reed en die inmiddels gebruik zou maken van een nieuw telefoonnummer [telefoonnummer 3] (hierna: …[telefoonnummer 3]), wordt besloten een onderzoek in te stellen naar het dealen door die groep jongeren en hun omgeving.xiii
In het kader van dat onderzoek heeft het OM de verstrekking van de historische en/of toekomstige gegevens gevorderd van de telefoonnummers …[telefoonnummer 1], …[telefoonnummer 2], …[telefoonnummer 3], [telefoonnummer 4], [telefoonnummer 5] [telefoonnummer 6]. Dit laatste nummer stond geregistreerd op naam van [medeverdachte 1]. Voorts heeft het OM bevelen afgegeven tot stelselmatige observatie van [verdachte], [medeverdachte 1] en de dan ook als verdachten aangemerkte [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] (hierna de noemen [medeverdachte 1]).xiv
Uit de ontvangen verkeersgegevens van telefoonnummer …[telefoonnummer 3] blijkt dat over de periode van 19 februari 2009 tot en met 8 juli 2009 in totaal 38.504 records zijn verwerkt.xv
Op 19 maart 2009 werd [verdachte] aangetroffen in IJmuiden in een auto naar zijn zeggen gehuurd door een vriend [medeverdachte 1], terwijl bij verdachte bij fouillering € 2.515,00 wordt aangetroffen in kleinere coupures.xvi Bij van 13 mei 2009 tot en met 18 mei 2009 uitgevoerde observaties wordt onder andere gezien, dat [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2], en ook [medeverdachte 1], rondrijden in Beverwijk en Heemskerk en daar korte contacten hebben met derden. Ook zijn er korte bezoekjes aan de [adres 1] te Beverwijk.xvii Naar aanleiding van die korte bezoekjes aan het adres [adres 1] te Beverwijk rijst het vermoeden, dat dit adres een stashplaats voor drugs is. Bij het uitkijken van de beelden van een op die woning geplaatste observatiecamera wordt waargenomen, dat onder meer [medeverdachte 3], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op verschillende dagen in de periode van 3 juni 2009 tot en met 2 juli 2009 die woning in- en uitlopen.xviii
Op 8 juli 2009 worden als verdachte aangehouden [medeverdachte 3]xix, [medeverdachte 2]xx, [medeverdachte 4]xxi, [verdachte]xxii en [medeverdachte 1]xxiii.
In de auto waarin [medeverdachte 3] is aangehouden, een Renault Megane met kenteken [kenteken 3], is onder andere aangetroffen een papiertje met daarop het telefoonnummer [telefoonnummer 7] (hierna: …[telefoonnummer 7]), alsmede de delen I en II van het kentekenbewijs van die auto.xxiv
In de auto, een BMW met kenteken [KENTEKEN 4], waarin [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] op 8 juli 2009 het tankstation te Heemskerk opreden en vervolgens zijn aangehouden, zijn onder meer aangetroffen vier brokjes vermoedelijke hash, een aankoopbewijs van het mobiele nummer …[telefoonnummer 7], een tweetal mobiele telefoons (merk LG, respectievelijk Nokia).xxv De LG betreft het nummer [telefoonnummer 8]xxvi en de Nokia betreft het nummer …[telefoonnummer 3].xxvii
In de fouillering van [medeverdachte 4] zijn op 8 juli 2009 aangetroffen een geldbedrag ad € 95,00 en een telefoon van het merk Samsung, voorzien van het nummer [telefoonnummer 9](hierna: …[telefoonnummer 9]).xxviii
In de fouillering van [medeverdachte 2] wordt dan aangetroffen een mobiele telefoon met het nieuwe dealnummer …[telefoonnummer 7].xxix Bij [medeverdachte 2] worden verder in zijn onderbroek aangetroffen 35 bolletjes met cocaïne en een zakje met heroïne.xxx
Uit opgenomen en afgeluisterde gesprekken van telefoonnummer …[telefoonnummer 3] met het nummer …[telefoonnummer 9] kan worden afgeleid, dat de gebruiker van laatstgenoemde nummer een goede relatie is van [verdachte] en [medeverdachte 1], kennelijk harddrugs bewerkt of bereidt en samenwerkt met de gebruiker van het nummer …[telefoonnummer 3].xxxi
Van de drugstelefoon ….[telefoonnummer 3] werd over de periode van 22 juni 2009 tot 9 juli 2009 een onderzoek telecommunicatie verricht. In die periode werden gesprekken opgenomen, onder andere met personen die geïdentificeerd konden worden en bekend stonden als drugsgebruikers. Die gesprekken gaan over het (al dan niet versluierd) bestellen en (af)leveren van drugs.xxxii
In de broekzak van [medeverdachte 2] werd bij diens aanhouding op 8 juli 2009 een mobiele telefoon, merk Nokia, aangetroffen met simkaartnummer …[telefoonnummer 7] (pagina 430).xxxiii
Uit in de periode van 22 juni 2009 tot 9 juli 2009 opgenomen en afgeluisterde gesprekken van (de in de fouillering van [medeverdachte 4] aangetroffen Samsung met) telefoonnummer …[telefoonnummer 9] blijkt deze telefoon in gebruik is van een persoon die zichzelf [bijnaam] of [bijnaam] noemt.
De gesprekken 49, 128, 215, 247, 251, 288, 289, 300, 369 en 370 van de opgesomde belcontacten zijn contacten met het nummer [telefoonnummer 8], in gebruik bij een persoon die zich [bijnaam] noemt. In gesprek 49 (1 juli 2009 te 00:48 uur) bevestigt de gebruiker van het nummer …[telefoonnummer 9] desgevraagd “donker van die neger naar die Turk te hebben gebracht”.
De gesprekken 129, 130, 216, 217 tot en met 220 zijn belcontacten met het nummer [telefoonnummer 6], het getapte nummer van [medeverdachte 1].
De overige als relevant aangeduide belcontacten van [medeverdachte 4] hebben alle betrekking op (af)leveringen en bestellingen van drugs.xxxiv Tijdens één van deze gesprekken meldt [medeverdachte 4] aan zijn vader dat hij nu de hele week voor die jongens rijdt.xxxv
Uit verkregen verkeersgegevens van (de in de broekzak van [medeverdachte 2] aangetroffen Samsung met) het telefoonnummer …[telefoonnummer 7] blijkt dat dit nummer op 17 juni 2009 in gebruik is genomen en was geplaatst in de telefoon met Imeinummer [imeinummer] en dat daarmee op (zo begrijpt de rechtbank) 6 juli 2009 98 SMS-berichten zijn verzonden naar dezelfde belcontacten als die van de besteltelefoons …[telefoonnummer 1] en …[telefoonnummer 3].xxxvi Uit afgeluisterde telefoongesprekken concludeert de rechtbank dat op die datum aan de afnemers het nieuwe telefoonnummer is doorgegeven.xxxvii
Voorts is uit analyse van de verkeersgegevens van het nummer …[telefoonnummer 1] gebleken, dat dit nummer in de periode van 15 september 2008 tot en met 19 maart 2009 in gebruik is geweest als zogenaamde dealtelefoon van harddrugs en dat de simkaart met MSISDNnummer [telefoonnummer 1] in negen verschillende mobiele telefoons geplaatst is geweest, onder meer in gebruik bij [medeverdachte 2] en [verdachte].xxxviii
Op 8 juli 2009 worden in de door [verdachte] gehuurde woning aan de [adres] te IJmuiden bij doorzoeking daarvan aangetroffen een bord met (2,72 gram) cocaïne, almede een aantal met aan de handel in drugs te associëren voorwerpen.xxxix
In de woning aan de [adres] te Beverwijk, die - naar later is gebleken - door [medeverdachte 2] ten behoeve van [medeverdachte 3] is gehuurd, zijn onder andere aangetroffen een geldbedrag van € 2.480,00, 2 weegschalen, een ansichtkaart met een cd doosje met daarin een wikkel met cocaïne en een zakje met 33 wikkels met cocaïne.xl
Uit verkeersgegevens van de nummers …[telefoonnummer 1] en …[telefoonnummer 3] is gebleken dat [getuige 7] zeer veelvuldig, bijna dagelijks, contact had met deze besteltelefoons.xli Op 9 juli 2009 is [getuige 7] hierover gehoord, waarbij haar een aantal foto’s is getoond. Zij verklaart dan onder meer dat:
- zij [verdachte] op de haar getoonde foto’s herkent op foto B6, hem nauwelijks ziet en wel eens van hem heeft gekocht;
- zij de man op foto B7 ([medeverdachte 2]) herkent als [bijnaam] en dat zij onder anderen van deze het meest heeft gekocht; van [bijnaam] ([medeverdachte 2]) heeft ze nog geen 3 dagen geleden gekocht;
- zij in het begin van het jaar nog van [bijnaam] ([medeverdachte], de man op foto B1) heeft gekocht. Ze werd wel eens door hem geïntimideerd en vindt hem een naar mannetje;
- zij elke dag kocht bij die groep en het niet uitmaakte wie er kwam;
- zij bestelde op de nrs. …[telefoonnummer 1] en …[telefoonnummer 3], het laatste actuele nummer;
- ze (de dealers) altijd in verschillende samenstelling kwamen;
- zij de man op foto B3 ([medeverdachte 4]) kent als “[bijnaam]”;
- zij de man op foto A10 ([medeverdachte 1]) wel eens (af en toe) heeft gezien;
- zij al een paar jaar klant van deze lijn is.xlii
Uit verkeersgegevens van de nummers …[telefoonnummer 1] en …[telefoonnummer 3] is gebleken dat [getuige 8] veelvuldig contact had met deze besteltelefoons.xliii Op 9 juli 2009 is zij hierover gehoord, waarbij haar een aantal foto’s is getoond. Zij verklaart dan onder meer dat:
- zij bestelde via …[telefoonnummer 3] en (sinds een week) via …[telefoonnummer 7];
- dit nummer wordt opgenomen met [bijnaam], die altijd samen rijdt met [medeverdachte 8] of [medeverdachte 4];
- zij ongeveer een jaartje klant is bij deze leverancier;
- het eerst [medeverdachte] was die reed, maar dat [bijnaam] en [bijnaam] het van [medeverdachte] hebben overgenomen, omdat het mogelijk te gevaarlijk voor hem was geworden;
- [bijnaam] onlangs 3 maanden heeft vastgezeten en [medeverdachte] een uur later met hetzelfde nummer gewoon weer doorreed in een zilvergrijs Opeltje;
- de verdovende middelen werden gebracht in een grijze Volvo, de donkerblauwe BMW van [bijnaam] of de grijze Opel van [medeverdachte].
- zij [bijnaam] herkent op foto A2;
- zij [verdachte], die in het begin met [medeverdachte] was, al jaren kent en herkent op foto A5;
- zij [bijnaam], tegen wie ze ook wel eens [bijnaam] zeggen en die vaak heeft geleverd, herkent op foto A6 ([medeverdachte 2]);
- zij [medeverdachte], die zij de viezerik noemt en bij wie ze gekocht heeft, herkent op foto A7;
- zij [medeverdachte 1], die een paar keer aan haar heeft geleverd, herkent op foto B9.xliv
Uit verkeersgegevens van de nummers …[telefoonnummer 1] en …[telefoonnummer 3] is gebleken dat drugsgebruikster [getuige 9]zeer veelvuldig, bijna dagelijks, contact had met deze besteltelefoons.xlv Op 9 juli 2009 is zij hierover verhoord, waarbij haar een aantal foto’s is getoond. Zij verklaart dan onder meer dat:
- zij de telefoonnummers …[telefoonnummer 3] en …[telefoonnummer 1] herkent;
- zij [medeverdachte] (foto B1) kent van een tijd geleden;
- zij vanaf 14 juli 2008 klant is bij deze leverancier;
- de verdovende middelen bij haar werden bezorgd door onder anderen [bijnaam], [medeverdachte], [bijnaam] en [verdachte];
- [bijnaam] (foto B3) en Kees (foto B7) de laatste tijd samen reden.xlvi
Uit verkeersgegevens van het nummer…[telefoonnummer 3] is gebleken dat er diverse contacten waren tussen de telefoon in gebruik bij [getuige 10]en dit bestelnummer.xlvii Op 9 juli 2009 is [getuige 10] gehoord, waarbij haar een aantal foto’s is getoond. Zij verklaart onder meer dat:
- zij ongeveer 4 keer in de week heroïne gebruikt;
- zij sinds een week bestelt via het nummer …[telefoonnummer 7];
- zij ongeveer drie maanden klant is van deze leverancier;
- zij A2 ([medeverdachte 4]) herkent als de chauffeur;
- zij van A6 ([medeverdachte 2]) wel eens wat heeft gekocht;
- A5 ([verdachte]) mogelijk wel eens heeft gereden;
- zij het koopt aan een donkerblauwe auto, waarin de jongen van foto A2 rijdt en dat de jongen van A6 er wel eens bij zat.xlviii
Uit verkeersgegevens van het nummer…[telefoonnummer 3] is gebleken dat er contacten waren tussen de telefoon in gebruik bij [getuige 11]en de drugsbesteltelefoon.xlix Op 23 juli 2009 is [getuige 11]gehoord, waarbij hem een aantal foto’s is getoond. Hij verklaart onder meer dat:
- hij, als hij geld heeft, iedere dag cocaïne gebruikt;
- hij deze kocht bij iemand die zich ‘[bijnaam]’ noemt en iemand die zich ‘[bijnaam]’ noemt;
- hij hen kon bereiken op …[telefoonnummer 3] of …[telefoonnummer 7] en in het verleden op …[telefoonnummer 1];
- hij de personen op de foto’s A8 ([medeverdachte 3]) en A9 ([medeverdachte 6]) herkent als mannen waar hij wel eens coke van heeft gekocht na een telefonische bestelling;
- ze afspraken op onder meer de parkeerplaats bij [parkeerplaats] te Beverwijk of de parkeerplaats bij de coffeeshop [naam coffeeshop] op het [adres];
- de bestelde middelen iedere keer door andere personen werden afgeleverd.l
Uit telecommunicatie-onderzoek naar de besteltelefoon …[telefoonnummer 3] is [getuige 12] als klant geïdentificeerd. Op 3 augustus 2009 is [getuige 12] verhoord, waarbij hem een aantal foto’s is getoond.li Hij verklaart onder meer:
- de door u uitgewerkte gesprekken die u mij hebt laten lezen (pagina’s 318 t/m 320), herken ik. Ik heb die gesprekken gevoerd;
- die gesprekken gaan over het kopen van harddrugs. Ik gebruik namelijk cocaïne;
- ik ben ongeveer een halfjaar geleden klant van hen geworden;
- ik kocht gemiddeld drie keer per week cocaïne bij hen;
- ik herken de telefoonnummers …[telefoonnummer 1] en …[telefoonnummer 3], beide nummers heb ik daarvoor gebeld;
- er werd gebruik gemaakt van een zwarte BMW en een Volvo;
- C1 ([medeverdachte 2]) herken ik als één van de verkopers; hij reed wel eens samen met iemand anders in een Volvo en hij was ook bijrijder van de BMW;
- C4 ([medeverdachte 4]) bestuurde meestal de BMW en was dan samen met C1 ([medeverdachte 2]);
- C7 ([verdachte]) herken ik, hij reed vooral in het begin, dus een half jaar terug en dat duurde dan een maand;
- B10 ([medeverdachte 3]) herken ik, hij reed ook wel eens in de Volvo en was dan samen met C1 ([medeverdachte 2]) die dan bijrijder was;
- het meest kocht ik van C1 ([medeverdachte 2]), de anderen waren dan de bestuurders van de auto.lii
De rechtbank acht op grond van de volgende feiten en omstandigheden duidelijk geworden dat [medeverdachte 1] auto’s ten behoeve van de handel in verdovende middelen ter beschikking heeft gesteld aan zijn medeverdachten:
Ten aanzien van voornoemde Opel Corsa met kenteken [kenteken], die sinds 6 augustus 2008 op naam stond van [medeverdachte 1]liii, is – naast hetgeen hiervoor reeds vermeld – onder meer gebleken dat:
- de bestuurder van dit voertuig op 6 oktober 2008 in Zandvoort staande is gehouden in verband met een reeks gepleegde overtredingen ter zake de Wegenverkeerswet. Deze bestuurder blijkt te zijn: [medeverdachte 2];liv
- de bestuurder van dit voertuig op 8 februari 2009 staande is gehouden op de Alkmaarseweg in Beverwijk. Het blijkt te gaan om [medeverdachte 3], die drie mobiele telefoons en (in zijn kleding) ongeveer € 900,00 bij zich had. Hij verklaart de auto te hebben geleend van [medeverdachte 1], met wie hij bevriend is.lv
Ten aanzien van voornoemde Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 2], waarin [medeverdachte 1] op 9 februari 2009 samen is gezien met [verdachte], terwijl laatstgenoemde € 3.090,00 aan kleine coupures bij zich hadlvi, is voorts onder meer gebleken dat:
- dit voertuig op 18 januari 2009 door [verhuurder], autoverhuurbedrijf te Amsterdam, is verhuurd aan [naam vriendin], de vriendin van [verdachte];lvii
- dit voertuig volgens een melding op 18 januari 2009 is gebruikt bij het vermoedelijk dealen van harddrugs in Beverwijk;lviii
- [medeverdachte 1] op 25 januari 2009 in dit voertuig is aangetroffen in Heemskerk;lix
- [medeverdachte 1] op 11 februari 2009 met minimaal 4 mobiele telefoons in dit voertuig is gezien in Beverwijk;lx
- [medeverdachte 1] op 12 en 13 februari 2009 eveneens in dit voertuig is gezien in Beverwijk.lxi
Ten aanzien van voornoemde Renault Megane met kenteken [kenteken 3], waarin [medeverdachte 3] op 8 juli 2009 is aangehouden, bij welke aanhouding onder meer een papiertje met daarop het dealtelefoon met nummer …[telefoonnummer 7] is aangetroffenlxii, is voorts onder meer gebleken dat dit voertuig tot 16 februari 2009 op naam heeft gestaan van [medeverdachte 2] en vanaf die datum op naam staat van [medeverdachte 1], de vader van verdachte [medeverdachte 1].lxiii Onder [medeverdachte 3] is op 14 juli 2009 het (niet meer geldige) kentekenbewijs 1B van dit voertuig op naam van [medeverdachte 2] in beslag genomen.lxiv
Ten aanzien van een grijze Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 5] is onder meer gebleken dat:
- dit voertuig door [verhuurder], autoverhuurbedrijf te Amsterdam, op 3 maart 2009 is verhuurd aan [medeverdachte 1] voor een periode van 12 dagen;lxv
- dit voertuig op 3 maart 2009 is aangetroffen op de [adres] te IJmuiden en het voertuig meer dan waarschijnlijk in gebruik is bij [verdachte];lxvi
- op 15 maart 2009 is gezien dat [verdachte] uit een coffeeshop aan de [adres] te Heemskerk komt en in dit voertuig stapt;lxvii
- op 16 maart 2009 is gezien dat [verdachte] in dit voertuig wegreed vanaf het Stationsplein te Beverwijklxviii;
- op 18 maart 2009 dit voertuig is aangetroffen voor de deur van [adres] te IJmuiden;lxix
- op 19 maart 2009 is gezien dat [verdachte] als bestuurder van dit voertuig optrad. Hij wordt aangehouden wegens rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. In zijn zakken wordt € 2515,- aangetroffen. Verder viel op dat hij ten minste vijf mobiele telefoons voorhanden had. Het voertuig wordt in beslag genomen;lxx
- op 2 april 2009 het voertuig opnieuw is aangetroffen op de [adres] te IJmuiden;lxxi
- op 11 april 2009 dit voertuig voor de woning van [verdachte] is gezien;lxxii
- op 29 april 2009 is gezien dat [verdachte] dit voertuig bestuurde. In verband met de volledige rijontzegging van [verdachte] is het voertuig wederom in beslag genomen;lxxiii
- op 14 juli 2009 onder [verdachte] een huurcontract van [verhuurder], autoverhuurbedrijf te Amsterdam, voor dit voertuig voor de periode 14 april 2009 – 14 mei 2009 op naam van [medeverdachte 1] in beslag is genomen.lxxiv
Verder zijn in de door [verdachte] gehuurde woning aan de [adres] te IJmuiden bij de doorzoeking op 8 juli 2009 onder andere nog aangetroffen een zakje met 8 patronen van het merk Luger type 9 mm en een busje pepperspray van het merk Protect.lxxv
Met betrekking tot de aangetroffen patronen heeft verdachte tegenover de politie verklaard, dat deze in zo’n kaarsending lagen en niet van hem waren. Hij heeft geen pistool en zou dus niet weten wat hij er mee zou moeten. Het aangetroffen busje pepperspray, zo heeft verdachte ter terechtzitting verklaard, was van hem en had hij uit Spanje meegenomen. Volgens hem was het busje leeg.lxxvi
Nu de goederen in zijn woning zijn aangetroffen en hij op de hoogte was van het feit dat deze goederen zich daar bevonden, kan het opzettelijk voorhanden hebben van vorenbedoelde goederen bewezen verklaard worden.
4.3. Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
1. hij op tijdstippen gelegen in de periode van 1 september 2008 tot en met 8 juli 2009 te IJmuiden, gemeente Velsen, en Beverwijk en Heemskerk, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en vervoerd een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne (diacetylmorfine) en een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde heroïne en cocaïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2. hij op 8 juli 2009 te IJmuiden, gemeente Velsen, voorhanden heeft gehad 8 centraalvuur-patronen (kal 9 mm, Luger);
3. hij op 8 juli 2009 te IJmuiden, gemeente Velsen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
4. hij op 8 juli 2009 te IJmuiden, gemeente Velsen, een traangasbusje, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met een verstikkende en traanverwekkende stof van de categorie II, onder 6° voorhanden heeft gehad.
Hetgeen aan verdachte onder meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
1. Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
2. Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
3. Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
4. Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van sancties
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het vanwege de Brijder Verslavingszorg uitgebrachte vroeghulp interventierapport van 10 juli 2009, is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich tezamen en in vereniging schuldig gemaakt aan de handel in cocaïne en heroïne. Uit de observaties en de aanzienlijke hoeveelheid gesprekken met de bestel-telefoons, met gemiddeld 500 gesprekken per dag, oplopend tot 38.504 records over de periode van 19 februari 2009 tot en met 8 juli 2009, heeft de rechtbank voorts afgeleid dat de handel op zeer grote schaal plaatsvond. Daarbij rekent de rechtbank verdachte zwaar aan dat hij en zijn medeverdachten zeer professioneel handelden. Met gebruikmaking van een zogenaamde besteltelefoon, op een pre-paid nummer dat regelmatig wisselde, met de kennelijke intentie om buiten het zicht van justitie te blijven, werden door drugsgebruikers bestellingen geplaatst. Deze bestellingen werden in versluierde bewoordingen afgehandeld. De drugs werden vervolgens naar een afgesproken plaats gebracht, met gebruikmaking van diverse auto’s, van waaruit aan de drugsgebruikers de drugs werden verschaft. Verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] hadden daarbij naar het oordeel van de rechtbank vooral een aansturende rol, waarbij [medeverdachte 1] de auto’s regelde. Dit sluit ook aan bij de verklaring van getuige [getuige 8] die verklaart dat [medeverdachte] de laatste tijd anderen voor zich liet rijden, kennelijk omdat hij het zelf te gevaarlijk vond worden. De verdachten [medeverdachte 4], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] leverden de drugs af. Verdachte [medeverdachte 3] was in hoofdzaak verantwoordelijk voor het stashen van de drugs.
De rechtbank rekent het verdachte en zijn mededaders bovendien zwaar aan, dat zij - kennelijk met het enkele doel om zichzelf snel te verrijken en met totale veronachtzaming van de belangen van anderen - zich bezig hebben gehouden met die handel in harddrugs.
Algemeen bekend is dat het gebruik van harddrugs de volksgezondheid in ernstige mate in gevaar kan brengen.
Door de dood van twee harddrugsgebruikers, die zich in de omgeving en kennissenkring van verdachte bevonden, is een en ander voor verdachte overduidelijk kenbaar geweest.
Voorts pleegt de handel in drugs gepaard te gaan met overlast, zoals in casu ook daadwerkelijk het geval was, gezien de klachten van omwonenden rondom de handel in de buurt van onder meer een schoolplein en een winkelcentrum. Voorts genereert het gebruik hiervan strafbare feiten, nu de verslaafden zichzelf in de regel de drugs eerst kunnen verschaffen na het plegen van strafbare feiten, hetgeen de maatschappij in zijn geheel tot grote last is.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van meerdere vuurpatronen en het bezit van een busje traangas. Voorts had verdachte ongeveer 3 gram cocaïne aanwezig in zijn woning, welk aanwezig hebben strafbaar is gesteld in artikel 2 aanhef onder C Opiumwet.
De rechtbank rekent het verdachte in het bijzonder aan dat hij zich reeds eerder schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten, net vrij was na een detentie voor een Opiumwetdelict, in een proeftijd liep en ten tijde van het plegen van de strafbare feiten onder behandeling was bij de Brijder.
De rechtbank is van oordeel dat - gelet op het vorenstaande - aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden dient te worden opgelegd
8. Beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst onder de nummers 2, 3, 14 en 15 vermelde in beslag genomen voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het onder 1 bewezen verklaarde feit met betrekking tot die voorwerpen is begaan en/of voorbereid.
De rechtbank is voorts van oordeel dat de op de beslaglijst onder nummer 16 vermelde in beslag genomen voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het onder 3 bewezen verklaarde feit met betrekking tot die voorwerpen is begaan.
De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de op de beslaglijst onder de nummers 28 en 29 vermelde in beslag genomen voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de onder 2 en 4 bewezen verklaarde feiten met betrekking tot die respectieve voorwerpen zijn begaan.
Het ongecontroleerde bezit van voormelde, in beslag genomen voorwerpen is in strijd met de wet en het algemeen belang.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36b, 36c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
2 en 10 van de Opiumwet;
26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
10. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van TWAALF (12) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
- een plastic (Dekamarkt)tas, inhoudende een koffiemolen, twee metalen schaaltjes en een eetlepel;
- een ovenplaat met restanten van drugs;
- drie keukenmessen met restanten van drugs;
- een digitale weegschaal (Tanita);
- een bord met restanten van drugs;
- een hashpers met drukplaatjes en krik/pomp;
- een busje pepperspray (Protect);
- acht patronen (Luger 9 mm).
11. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.Th. Goossens, voorzitter,
mrs. F.G. Hijink en A.J. Medze, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers A.B. van Velzen en mr. H. van de Vijver,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 april 2010.
i De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. Elk bewijsmiddel wordt, ook op onderdelen, slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop het blijkens de inhoud in het bijzonder betrekking heeft. Schriftelijke stukken worden slechts in samenhang met andere bewijsmiddelen gebezigd.
ii Proces-verbaal van relaas van onderzoek d.d. 12 augustus 2009 (map 1, dossierpagina 5).
iii Proces-verbaal van persoonsdossier [medeverdachte] d.d. 24 juli 2009 (map 8, dossierpagina 104).
iv Proces-verbaal bevindingen d.d. 11 maart 2009 (map 8, dossierpagina’s 38 t/m 40).
v Proces-verbaal bevindingen d.d. 20 mei 2009 (map 8, dossierpagina 41)
vi Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 december 2008 (map 8, dossierpagina 41A).
vii Proces-verbaal Start onderzoek BEEK d.d. 9 april 2009 (map 1, dossierpagina 43).
viii Proces-verbaal bevindingen d.d.8 februari 2009 (map 1, dossierpagina 105 en 10
ix Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 april 2009 (map 8, dossierpagina’s 33 en 34).
x Proces-verbaal bevindingen d.d. 12 maart 2009 (map 9, dossierpagina’s 37 t/m 39).
xi Proces-verbaal van verhoor d.d. 11 februari 2009 (map 9, dossierpagina’s 45 t/m 47).
xii Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 mei 2009 (map 8, dossierpagina 45)
xiii Proces-verbaal van relaas van onderzoek d.d. 12 augustus 2009 (map 1, dossierpagina 7) en Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 maart 2009 (map 9, dossierpagina 229).
xiv Proces-verbaal van relaas van onderzoek d.d. 12 augustus 2009 (map1, dossierpagina’s 7 t/m 14).
xv Proces-verbaal van analyse telecommunicatie-onderzoek 06-14688527 d.d. 13 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 191).
xvi Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 maart 2009 (map 8, dossierpagina‘s 21 t/m 24)
xvii Processen-verbaal van observaties, met fotobijlagen, d.d. 13 mei 2009, 14 mei 2009 en 19 mei 2009 (map 6, dossierpagina’s 155 tot en met 192).
xviii Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 augustus 2009 (map 6, dossierpagina 46).
xix Proces-verbaal aanhouding d.d. 8 juli 2009 (map 8, dossierpagina’s 225 en 226).
xx Proces-verbaal aanhouding d.d. 8 juli 2009 (map 8, dossierpagina’s 203 en 204).
xxi Proces-verbaal aanhouding d.d. 8 juli 2009 (map 8, dossierpagina’s 158 en 159).
xxii Proces-verbaal aanhouding d.d. 8 juli 2009 (map 8, dossierpagina’s 52 en 53).
xxiii Proces-verbaal aanhouding d.d. 8 juli 2009 (map 8, dossierpagina’s 285 en 286).
xxiv Proces-verbaal bevindingen d.d. 8 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 504).
xxv Proces-verbaal van observatie d.d. 8 juli 2009 (map 6, dossierpagina’s 246 t/m 249) en Proces-verbaal Bevindingen d.d. 8 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 507)
xxvi Proces-verbaal relevante gesprekken d.d. 28 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 502)
xxvii Proces-verbaal relevante gesprekken d.d. 9 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 430)
xxviii Proces-verbaal bevindingen d.d. 9 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 518) en Proces-verbaal Relevante gesprekken d.d. 27 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 483).
xxix Proces-verbaal Analyse telecommunicatie d.d. 15 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 432 en 436).
xxx Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 513), Proces-verbaal testen verdovende middelen d.d. 8 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 531 t/m 533), Proces-verbaal verdovende middelen d.d. 5 augustus 2009 (nagezonden, los opgenomen) en het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 24 augustus 2009, zaaknummer 2009.08.04.195 / Aanvraag 3, kenmerk opdrachtgever PL1256/09-016632 (nagezonden, los opgenomen).
xxxi Proces-verbaal Aanvraag bevel onderzoek van telecommunicatie d.d. 29 juni 2009 (map 5.3, dossierpagina 897).
xxxii Onder meer Proces-verbaal Relevante gesprekken d.d. 9 juli 2009 (map 1.2., dossierpagina’s 216/217, gesprek 22 juni 2009 te 15.23.16 uur, dossierpagina 221, gesprek 22 juni 2009 te 21.23.15 uur, dossierpagina 222, gesprek 22 juni 2009 te 22.37.58 uur, dossierpagina 224, gesprek 23 juni 2009 te 13.24.12 uur, dossierpagina 224, gesprek 23 juni 2009 te 13.24.12 uur, dossierpagina 233, gesprek 23 juni te 20.09.02 uur, dossierpagina 234, gesprek 23 juni 2009 te 20.20.20 uur, dossierpagina 241,242, gesprek 24 juni 2009 te 12.34.20, dossierpagina 248, gesprek 24 juni 2009 te 18.34.32 uur, dossierpagina 253, gesprek 24 juni 2009 te 22.52.47 uur, dossierpagina 259, gesprek 25 juni 2009 te 16.15.06 uur, dossierpagina 260, gesprek 25 juni 2009 te 16.44.24 uur, dossierpagina 264, gesprek 25 juni 2009 te 20.24.02 uur, dossierpagina 264, gesprek 25 juni 2009 te 20.34.24 uur, dossierpagina 271, gesprek 26 juni 2009 te 11.34.17 uur, dossierpagina 278, gesprek 26 juni 2009 te 20.04.32 uur, dossierpagina 284, gesprek 27 juni 2009 te 00.37.26 uur.
xxxiii Proces-verbaal van Relevante gesprekken d.d. 9 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina’s 212 t/m 430).
xxxiv Proces-verbaal van Relevante gesprekken d.d. 27 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina’s 461 t/m 483).
xxxv Proces-verbaal van Relevante gesprekken d.d. 27 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 464)
xxxvi Proces-verbaal van analyse telecommunicatie 0643542069 d.d. 15 juli 2009 (map 1.2., dossierpagina’s 431 t/m 439).
xxxvii Proces-verbaal van Relevante gesprekken d.d. 9 juli 2009 (map 1.2., dossierpagina 426)
xxxviii Proces-verbaal van Analyse telecommunicatie-onderzoek d.d. 2 mei 2009 (map 1, dossierpagina 79).
xxxix Processen-verbaal onderzoek woning d.d. 9 juli 2009, met fotobijlagen (map 9, pagina’s 82 t/m 121), Proces-verbaal testen verdovende middelen (map 1.2, dossierpagina’s 538 en 539) en het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 augustus 2009, zaaknummer 2009.08.04.195 / Aanvraag 2, met kenmerk opdrachtgever PL1256/09-016632 (nagezonden, los opgenomen).
xl Proces-verbaal onderzoek woning d.d. 8 juli 2009 (map 9, dossierpagina’s 57 en 58), Proces-verbaal testen verdovende middelen d.d. 9 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina’s 536 en 537); het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 14 augustus 2009, zaaknummer 2009.08.04.195 / Aanvraag 1, met kenmerk opdrachtgever PL1256/09-016632 (nagezonden, los opgenomen).
xli Proces-verbaal van Identificatie klant d.d. 14 juni 2009 (map 2, dossierpagina’s 2 t/m 11).
xlii Proces-verbaal van verhoor d.d. 9 juli 2009 (map 2, dossierpagina’s 24 t/m 26) en Proces-verbaal bevindingen d.d. 29 juli 2009 (map 2, dossierpagina 27).
xliii Proces-verbaal van Identificatie klant d.d. 14 juni 2009 (map 2, dossierpagina’s 31 t/m 36).
xliv Proces-verbaal van verhoor d.d. 9 juli 2009 (map 2, dossierpagina’s 42 t/m 51) en Proces-verbaal bevindingen d.d. 9 juli 2009 (map 2, dossierpagina 51).
xlv Proces-verbaal van Identificatie klant d.d. 14 juni 2009 (map 2, dossierpagina’s 55 t/m 61).
xlvi Proces-verbaal van verhoor d.d. 9 juli 2009 (map 2, dossierpagina’s 73 t/m 76) en Proces-verbaal bevindingen d.d. 29 juli 2009 (map 2, dossierpagina 81).
xlvii Proces-verbaal van Identificatie klant d.d. 31 juli 2009 (map 2, dossierpagina’s 196 en 197).
xlviii Proces verbaal van verhoor d.d. 9 juli 2009 (map 2, dossierpagina’s 206 t/m 210) en Proces-verbaal bevindingen d.d. 9 juli 2009 (map 2, dossierpagina 215).
xlix Proces-verbaal van Identificatie klant d.d. 1 augustus 2009 (map 2, dossierpagina’s 219 en 220).
l Proces-verbaal van verhoor d.d. 23 juli 2009 (map 2, dossierpagina’s 228 t/m 232) en Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2009 (dossierpagina 237).
li Proces-verbaal van Tonen foto’s bij verhoor d.d. 3 augustus 2009 (map 2, dossierpagina’s 316 en 317).
lii Proces-verbaal van verhoor d.d. 3 augustus 2009 (map 2, dossierpagina’s 326 t/m 328).
liii Bevraging landelijke systemen d.d. 9 februari 2009 (map 1, dossierpagina 107).
liv Proces-verbaal bevindingen voertuig d.d. 21 mei 2009 (map 1, dossierpagina 98).
lv Proces-verbaal bevindingen d.d. 8 februari 2009 (map 1, dossierpagina’s 105 en 106).
lvi Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 april 2009 (map 8, dossierpagina’s 33 en 34).
lvii Proces-verbaal bevindingen d.d. 11 maart 2009 (map 1, dossierpagina 95) en Proces-verbaal van persoonsdossier [verdachte] (map 8, dossierpagina 9).
lviii Proces-verbaal bevindingen d.d. 26 maart 2009 (map 1, dossierpagina 94).
lix Proces-verbaal bevindingen voertuig d.d. 21 mei 2009 (map 1, dossierpagina 88).
lx Proces-verbaal bevindingen d.d. 11 februari 2009 (map 1, dossierpagina’s 91 en 92).
lxi Proces-verbaal bevindingen voertuig d.d. 21 mei 2009 (map 1, dossierpagina 89).
lxii Proces-verbaal bevindingen d.d. 8 juli 2009 (map 1.2, dossierpagina 504).
lxiii Proces-verbaal bevindingen voertuig d.d. 13 juli 2009 (map 1, dossierpagina’s 133 t/m 137) en Proces-verbaal persoonsdossier [medeverdachte] d.d. 24 juli 2009 (map 8, dossierpagina 98).
lxiv Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 14 juli 2009 (map 7, dossierpagina 118) en Kopie kentekenbewijs (map 7, dossierpagina 161).
lxv Kopie huurcontract d.d. 3 maart 2009 (map 8, dossierpagina 110).
lxvi Proces-verbaal bevindingen d.d. 20 maart 2009 (map 8, dossierpagina 21).
lxvii Proces-verbaal bevindingen d.d. 20 maart 2009 (map 8, dossierpagina 30).
lxviii Proces-verbaal bevindingen d.d. 20 mei 2009 (map 8, dossierpagina’s 43 en 44).
lxix Proces-verbaal bevindingen d.d. 24 maart 2009 (map 8, dossierpagina 27).
lxx Proces-verbaal bevindingen d.d. 20 maart 2009 (map 8, dossierpagina 22).
lxxi Proces-verbaal van persoonsdossier d.d. 8 juli 2009 (map 8, dossierpagina 7).
lxxii Proces-verbaal van persoonsdossier d.d. 8 juli 2009 (map 8, dossierpagina 6).
lxxiii Proces-verbaal van persoonsdossier d.d. 8 juli 2009 (map 8, dossierpagina 6).
lxxiv Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 14 juli 2009 (map 7, dossierpagina 204).
lxxv Processen-verbaal onderzoek woning d.d. 9 juli 2009 (map 9, pagina’s 123 t/m 126) en Proces-verbaal Wapenexpertise d.d. 17 juli 2009 met fotobijlage (map 9, dossierpagina’s 127 t/m 129).
lxxvi Proces-verbaal van verhoor d.d. 9 juli 2009 (map 8, dossierpagina 76).