ECLI:NL:RBHAA:2011:BP3482

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
26 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
140342 - HA ZA 07-1327
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep op dwaling bij LevensPlan-overeenkomst en wijziging van de overeenkomst

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 26 januari 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eisers [A] en [B] en gedaagde Falcon Leven B.V. De zaak betreft een beroep op dwaling door de eisers ten aanzien van het hefboomeffect en het prognoserendement bij de totstandkoming van een LevensPlan-overeenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers en de verzekeraar Falcon overeenstemming hebben bereikt over een wijzigingsvoorstel, zoals bedoeld in artikel 6:230 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Dit voorstel heeft het door dwaling veroorzaakte nadeel voor de eisers op afdoende wijze opgeheven, waardoor deskundige voorlichting niet langer nodig was. De rechtbank heeft de gevolgen van de overeenkomst gewijzigd op basis van artikel 6:230 lid 2 BW, zoals door partijen overeengekomen. Falcon is als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op EUR 3.047,31. De uitspraak volgt op een procedure die meerdere aktes en tussenvonnissen heeft gekend, waarbij de rechtbank eerder heeft geoordeeld dat het beroep op dwaling slaagde. De rechtbank heeft de gewijzigde eis van de eisers toegewezen en de primaire vordering van de eisers afgewezen, omdat partijen het niet eens waren over de wijziging van de overeenkomst. De rechtbank heeft uiteindelijk de overeenkomst gewijzigd zoals onder r.o. 2.4 omschreven en de proceskosten aan de zijde van de eisers toegewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 140342 / HA ZA 07-1327
Vonnis van 26 januari 2011
in de zaak van
1. [A],
wonende te [plaats],
2. [B],
wonende te [plaats],
eisers,
advocaat mr. A.P. Kranenburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FALCON LEVEN B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. S.Y.Th. Meijer.
Partijen zullen hierna [A c.s.] en Falcon genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 juli 2010
- de akte van Falcon van 25 augustus 2010
- de akte houdende uitlating tevens houdende vermeerdering van eis van [A c.s.] van 25 augustus 2010
- de antwoord akte van Falcon van 8 september 2010
- de nadere akte tevens houdende wijziging eis van [A c.s.] van 6 oktober 2010
- de antwoord akte van Falcon van 20 oktober 2010.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. Bij tussenvonnis van 17 juni 2009 heeft de rechtbank geoordeeld dat het door [A c.s.] gedane beroep op dwaling slaagt ten aanzien van het hefboomeffect en het prognoserendement. Voorts heeft de rechtbank in genoemd tussenvonnis onder r.o. 4.16 overwogen dat zij niet bevoegd is de overeenkomst te vernietigen, indien de gevolgen van de overeenkomst zodanig worden gewijzigd dat deze wijziging het door [A c.s.] bij ongewijzigde instandhouding geleden en te lijden nadeel op afdoende wijze opheft.
De rechtbank heeft Falcon vervolgens in de gelegenheid gesteld tot nadere onderbouwing van haar stelling dat het door haar gedane voorstel het nadeel voor [A c.s.] op afdoende wijze opheft.
Bij akte van 30 september 2009 heeft Falcon een (nader) voorstel gedaan tot wijziging van de gevolgen van het Levensplan.
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 14 juli 2010 onder r.o. 2.14 overwogen dat het door Falcon gedane voorstel ter opheffing van het nadeel van [A c.s.] (in beginsel) kan worden aangemerkt als een voorstel in de zin van artikel 6:230 lid 1 BW. De rechtbank heeft voorts overwogen behoefte te hebben aan voorlichting door een onafhankelijke deskundige teneinde te kunnen beoordelen of het door Falcon gedane voorstel op afdoende wijze het nadeel voor [A c.s.] opheft.
2.2. Uit de door partijen na het tussenvonnis van 14 juli 2010 gewisselde aktes blijkt dat [A c.s.] het door Falcon na het tussenvonnis aangepaste wijzigingsvoorstel heeft geaccepteerd. Gelet hierop achten partijen een deskundigenbenoeming niet langer opportuun.
2.3. Waar [A c.s.] zich op het standpunt stelt dat het wijzigingsvoorstel van Falcon zijn nadeel op afdoende wijze opheft, zal de rechtbank hem daarin volgen. Deskundige voorlichting is bij die stand van zaken niet langer nodig.
Gewijzigde eis
2.4. De laatstelijk bij akte van 6 oktober 2010 gewijzigde eis van [A c.s.] luidt:
Dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
(primair) zal verklaren voor recht dat de tussen partijen gesloten LevensPlan-overeenkomst op de voet van art.6:230 lid 1 BW is gewijzigd, althans (subsidiair) deze overeenkomst op de voet van art.6:230 lid 2 BW zal wijzigen, in die zin dat:
-Falcon tevens is gehouden om het aantal units, dat nodig is om het nadeel door het hefboomeffect (met inachtneming van het feit dat de overlijdensrisicodekking in 2005 is beëindigd) op te heffen, toe te voegen aan het Levensplan;
-hetgeen dient te geschieden door, binnen 7 dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, 8,631 basisunits en 75,485 cumulerende units aan het Levensplan toe te voegen;
-Falcon tevens is gehouden het aantal units, dat nodig is om het nadeel door de onjuiste prognose (gedurende de hele looptijd van het Levensplan) op te heffen, toe te voegen aan het Levensplan;
-hetgeen dient te geschieden door, binnen 7 dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, aan het Levensplan toe te voegen het aantal units dat in iedere maand gedurende de periode vanaf 1 september 1996 (aanvang Levensplan) tot aan 1 april 2007 extra verkregen had kunnen worden voor (telkens) EUR 40,30 (NFL 88,80, te weten NFL 270,80 -/- NFL 182);
-hetgeen dient te geschieden door telkens, voor iedere maand in de periode vanaf 1 april 2007 tot 1 september 2026 (einde Levensplan), waarvoor [A-B] de overeengekomen premie ter hoogte van EUR 89,39 (NFL 197) zal betalen, aan het Levensplan units voor een waarde van EUR 129,69 (EUR 89,39 + EUR 40,30) toe te voegen;
(voor zover nodig met instandhouding van de eis als verwoord in eerdere processtukken)
met veroordeling van Falcon in de kosten van het geding.
2.5. De rechtbank oordeelt dat, aangezien tussen partijen vaststaat dat het wijzigingsvoorstel van Falcon het nadeel voor [A c.s.] afdoende opheft, zij op de voet van art.6:230 lid 1 BW niet bevoegd is tot de eerder gevorderde vernietiging van de overeenkomst tussen partijen.
2.6. De gewijzigde primaire vordering strekt tot een verklaring voor recht dat de tussen partijen gesloten Levensplan-overeenkomst is gewijzigd overeenkomstig het aangepaste wijzigingsvoorstel door Falcon.
2.7. Falcon voert verweer tegen de door [A c.s.] primair gevorderde verklaring voor recht.
2.8. Uit het enkele feit dat Falcon verweer voert tegen de gevorderde verklaring voor recht, blijkt dat partijen het niet met elkaar eens zijn dat partijen de overeenkomst (al) hebben gewijzigd. De rechtbank zal daarom de primaire vordering afwijzen.
2.9. Falcon meent dat de rechtbank kan volstaan met het uitspreken van een zuiver declaratoir vonnis waarin het wijzigingsvoorstel wordt vastgelegd onder de ontbindende voorwaarde dat de beslissingen in de eerdere tussenvonnissen in deze zaak in hoger beroep in stand zullen blijven. Voor zover de rechtbank niet zal overgaan tot het uitspreken van een dergelijk zuiver declaratoir vonnis, heeft Falcon de rechtbank ook verzocht de gevolgen van de overeenkomst op de voet van artikel 6:230 lid 2 BW in overeenstemming met het gewijzigde petitum te wijzigen.
2.10. De rechtbank zal geen declaratoir vonnis, als door Falcon bedoeld, uitspreken. Aangezien [A c.s.] blijkens de door hem ingediende akten niet instemt met de door Falcon bedoelde ontbindende voorwaarde, bestaat hierover geen wilsovereenstemming tussen partijen. Reeds hierom zal de rechtbank, wat ook zij van de vraag of een dergelijke ontbindende voorwaarde verenigbaar is met de werking van art.6:230 lid 2 BW, niet overgaan tot het uitspreken van een dergelijk zuiver declaratoir vonnis.
2.11. De gewijzigde subsidiaire vordering strekt ertoe dat de rechtbank de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van het nadeel voor [A c.s.] zal wijzigen als gevorderd.
2.12. Gelet op het voorgaande is de gewijzigde subsidiaire vordering als niet betwist toewijsbaar.
2.13. De rechtbank zal Falcon als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de proceskosten. Falcon meent dat, voor zover zij in de kosten zal worden veroordeeld, de omvang van de kosten moet worden vastgesteld aan de hand van het liquidatietarief. [A c.s.] heeft niet gevorderd dat Falcon tot betaling van meer of andere proceskosten wordt veroordeeld dan die berekend aan de hand van het liquidatietarief. De rechtbank zal Falcon daarom veroordelen tot betaling van de proceskosten tot een bedrag berekend aan de hand van dit tarief. De kosten aan de zijde van [A c.s.] worden begroot op:
- dagvaarding EUR 84,31
- vast recht 251,00
- salaris advocaat 2.712,00 (6,0 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 3.047,31
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. wijzigt de overeenkomst tussen partijen zoals onder r.o. 2.4 omschreven,
3.2. veroordeelt Falcon in de proceskosten, aan de zijde van [A c.s.] tot op heden begroot op EUR 3.047,31,
3.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr S. Sicking, mr J.E. van Praag en mr S.D. Lindenbergh en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2011.?