4.5. Toelichting IDR post 4421:
“Deze post omvat alle artikelen van al dan niet gedraaid hout of van inlegwerk van hout, die niet zijn genoemd en niet zijn begrepen onder de voorgaande posten van dit hoofdstuk en ook niet onder andere hoofdstukken van de nomenclatuur (zie onder meer Aantekening 1 IDR op dit hoofdstuk), ongeacht hun samenstelling.
Hieronder vallen eveneens houten delen van artikelen, bedoeld bij vorige posten, andere dan die van post 44.16.
De artikelen bedoeld bij deze post mogen zowel zijn vervaardigd van gewoon hout, als van spaanplaat of dergelijke platen, van vezelplaat, van gelaagd hout of van verdicht hout (zie Aantekening 3 IDR op dit hoofdstuk).
Hier worden met name ingedeeld:
1. spoelen, cops en klossen, voor het spinnen of voor het weven en klossen voor naaigaren, enz. Deze artikelen die gewoonlijk dienen voor het opwinden van garens of metaaldraad bestaan in de regel uit een kegel- of cilindervormige schacht van gedraaid hout, die meestal over de gehele lengte is doorboord en al dan niet is voorzien van een rand aan een of aan beide zijden. Deze post omvat ook klossen bestaande uit een schacht van gedraaid hout, met flenzen of kragen van hout of van andere stoffen, die meestal gebruikt worden voor het oprollen van geïsoleerd draad voor het geleiden van elektriciteit;
2. materieel voor het boerenbedrijf (konijnenhokken, kippenhokken en andere hokken, bijenkorven, kooien, troggen, jukken, enz.);
3. toneelschermen, schrijnwerkersbanken, naairamen met spanschroef voor het strak houden van draden bij het handboekbinden, ladders en lage trapjes (met drie of vier treden), schragen, letters, cijfers, uithangborden en dergelijke artikelen, labels voor de tuinbouw, verkeersborden, tandenstokers, rolgordijnen, jalouzieën en dergelijke artikelen, mallen, gordijn- en jalouzierollen met of zonder veren, latwerk voor afrasteringen, spoorbomen, kleerhangers, was- en strijkplanken, wasknijpers, spieën, wiggen of keggen voor timmerwerk, roerstokken, roeispanen en pagaaien, roeren, doodkisten, enz.;
4. blokjes voor bestrating, houten blokjes, van gelijke afmetingen, met in de regel rechte hoeken. Zij worden verkregen op een afkortzaag met diverse zaagbladen. Op de zijkanten van bedoelde blokjes zijn soms klosjes gespijkerd, om na het leggen tussenruimten te laten, die de blokjes speling geven bij het krimpen en uitzetten;
5. hout, dat geschikt is gemaakt voor de vervaardiging van lucifers.
Hiermede worden onder meer luciferhoutjes of -stokjes bedoeld, die verkregen worden door houtdraad op de gebruikelijke luciferlengte te snijden, maar vooral door afgestoken of geschild hout te verdelen in stroken of strippen ter breedte van een luciferlengte en door die stroken of strippen vervolgens in stokjes of houtjes van de gebruikelijke afmetingen te snijden. Zij kunnen ook in groot getal worden vervaardigd door een blok hout in een bepaalde machine in één bewerking in stokjes te verdelen. Bedoelde luciferhoutjes mogen geïmpregneerd zijn met chemicaliën, zoals ammoniumfosfaat, maar mogen niet zijn voorzien van ontvlambare koppen. Tot dezelfde groep behoren eveneens houtstrippen of -stroken, die aan één zijde zijn getand of uitgekeept en dienen voor de vervaardiging van lucifers in boekjes;
6. schoenpinnen, op dezelfde wijze verkregen als luciferhoutjes. Zij zijn rond, vierkant of rechthoekig en aan één uiteinde aangepunt. Zij worden evenals schoenspijkers gebruikt voor het oppinnen van schoenzolen;
7. inhoudsmaten, andere dan die voor keukengebruik, bedoeld bij post 44.19;
8. houten heften voor tafelmessen, lepels en vorken;
9. panelen bestaande uit enkel gezaagde houten latten, opeengelijmd ter vergemakkelijking van het transport of met het oog op een latere bewerking;
10. geprofileerd hout, verkregen door het samenvoegen van een profiel met een stuk hout of een ander profiel (ander dan dat bedoeld bij post 44.18).”