ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3509
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting door termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 7 februari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente [P] over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de aan hem opgelegde naheffingsaanslag, maar zijn beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift te laat was ingediend. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn begon op de dag na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. De uitspraak op bezwaar was gedateerd op 9 maart 2011 en verzonden op 11 maart 2011, waardoor de termijn eindigde op 26 april 2011. Eiser had zijn beroepschrift pas op 23 augustus 2011 ingediend, wat resulteerde in een termijnoverschrijding van meer dan drie maanden.
Eiser voerde aan dat hij niet duidelijk was over de wijze van indienen van beroep en dat hij meerdere malen bij de gemeente had geïnformeerd. De rechtbank oordeelde echter dat de rechtsmiddelverwijzing in de uitspraak op bezwaar voldoende duidelijk was en dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat zijn termijnoverschrijding verschoonbaar was. De rechtbank concludeerde dat het op de weg van eiser lag om tijdig beroep in te stellen en dat de brief van eiser van 15 maart 2011 niet als beroepschrift kon worden aangemerkt, omdat hij daarin niet de intentie uitsprak om beroep in te stellen.
De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en kwam niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak. De uitspraak werd gedaan door mr. A.A. Fase, in aanwezigheid van mr. H.H. Ruis, griffier. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te Amsterdam, binnen zes weken na de verzenddatum.