ECLI:NL:RBHAA:2012:BW1184
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Daalmeijer
- A.E. Patijn
- E.J. Bellaart
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in verkeerszaak na dodelijke aanrijding met graafmachine
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 6 april 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 15 september 2009 met een graafmachine een dodelijke aanrijding heeft veroorzaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, terwijl hij met de graafmachine over de Willem de Zwijgerlaan te Overveen reed, het zicht op een voetganger, die aan de rechterzijde van de weg liep, was ontnomen door bosschages en de stand van de giek van de graafmachine. De voetganger, die zijn fiets aan de hand meedroeg, werd aangereden en overleed als gevolg van deze aanrijding.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de verdachte niet in staat was om het ongeval te voorkomen, omdat hij op het moment dat hij het slachtoffer kon zien, onvoldoende reactietijd had. De officier van justitie had de verdachte beschuldigd van roekeloos rijgedrag, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was voor schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden, waaronder de obstructie van het zicht, niet aan de verdachte konden worden toegerekend.
Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel de primair als de subsidiair ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting.