ECLI:NL:RBHAA:2012:BY1624
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling van veroordeelde wegens niet-naleving voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 26 september 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van een veroordeelde. De rechtbank oordeelde dat de vordering kon worden toegewezen, omdat de veroordeelde de aan de voorwaardelijke invrijheidstelling verbonden bijzondere voorwaarden niet had nageleefd. De rechtbank stelde vast dat de veroordeelde, ondanks eerdere kansen, niet in staat of bereid was om zich aan de afspraken te houden. De reclassering had verschillende trajecten ingezet, maar deze waren door de houding van de veroordeelde gestagneerd. De rechtbank zag geen reden om aanvullende bijzondere voorwaarden te stellen, aangezien de reclassering de veroordeelde niet meer begeleidbaar achtte.
De veroordeelde was op 10 oktober 2011 voorwaardelijk in vrijheid gesteld onder de voorwaarde dat hij zich niet aan een strafbaar feit schuldig zou maken en zich zou melden bij de reclassering. Tijdens de zitting was de veroordeelde niet aanwezig, maar zijn raadsvrouw en een reclasseringswerker waren wel aanwezig. De reclasseringswerker verklaarde dat de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden hield en dat hij manipuleerde. De officier van justitie volhardde in de vordering tot herroeping, terwijl de raadsvrouw pleitte voor een tweede kans voor de veroordeelde.
De rechtbank oordeelde dat de vordering tot herroeping moest worden toegewezen en gelastte dat het gedeelte van de vrijheidsstraf dat niet ten uitvoer was gelegd, alsnog moest worden ondergaan, te weten voor de duur van 487 dagen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de niet-naleving van de voorwaarden door de veroordeelde en de eerdere kansen die hem waren geboden.