ECLI:NL:RBLEE:2001:AD4632

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
16 oktober 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/080163-01
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • W. Wieland
  • A. Tubben
  • J. Goederee
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek ter terechtzitting in een strafzaak met betrekking tot de verdachte en de noodzaak van multidisciplinaire rapportage

Op 16 oktober 2001 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1968. Tijdens de beraadslaging kwam de rechtbank tot de conclusie dat het onderzoek ter terechtzitting onvolledig was geweest, met name met betrekking tot de persoon van de verdachte. De rechtbank baseerde zich op een psychiatrische rapportage van psychiater Van Os, gedateerd 12 september 2001, waarin werd vastgesteld dat de verdachte leed aan een ziekelijke stoornis met een gering ziekte-inzicht en een lage motivatie voor verandering. Van Os overwoog een TBS-maatregel, niet alleen voor de verandering van de problematiek, maar vooral ter bescherming van de maatschappij en de moeder van de verdachte. De kans op recidive werd als groot ingeschat, mogelijk met een meer agressief delict in de toekomst.

Gezien de zorgwekkende bevindingen in de rapportage besloot de rechtbank om nader onderzoek te laten verrichten. De rechtbank heropende het onderzoek ter terechtzitting en schorste dit tegelijkertijd, met de opdracht om de zaak te verwijzen naar de rechter-commissaris voor het opstellen van een multidisciplinaire rapportage over de verdachte. Dit vonnis werd uitgesproken door de voorzitter en twee rechters, met de griffier aanwezig. De rechtbank gaf aan dat de zaak binnen vier maanden na de uitspraak opnieuw behandeld zal worden, waarbij het onderzoek ter terechtzitting hervat zal worden op een nader te bepalen datum en tijd.

Uitspraak

Arrondissementsrechtbank Leeuwarden
Sector strafrecht
VERKORT VONNIS
Uitspraak: 16 oktober 2001
Parketnummer: 17/080163-01
Ter terechtzitting gevoegde parketnummers 17/020499-00 en 17/040347-00.
Ter berechting gevoegde parketnummers 17/020500-00, 17/032618-00 en 17/032522-00.
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de ter terechtzitting gevoegde zaken van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboortegemeente],
wonende te [adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 2 oktober 2001.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr M.G. Doornbos, advocaat te Assen.
TELASTELEGGING
Aan dit vonnis zijn door de griffier gewaarmerkte fotokopieën van de dagvaardingen gehecht, waaruit de inhoud van de telasteleggingen geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
In de telasteleggingen voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Op schriftelijke vordering van de officier van justitie ter terechtzitting is de telastelegging met parketnummer 17/080163-01 gewijzigd, zoals in die vordering staat omschreven. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van die vordering is aan dit vonnis gehecht. De inhoud daarvan moet als hier ingevoegd worden beschouwd.
BERAADSLAGING
De rechtbank is tijdens de beraadslaging tot het oordeel gekomen dat het onderzoek ter terechtzitting, met betrekking tot de persoon van verdachte, onvolledig is geweest.
Uit de omtrent verdachte door psychiater Van Os opgemaakte psychiatrische rapportage d.d. 12 september 2001 blijkt dat de ziekelijke stoornis bij verdachte wordt gekenmerkt door een gering ziekte-inzicht en dientengevolge een geringe motivatie om tot verandering te komen. Onderzoeker Van Os heeft advisering van een TBS-maatregel overwogen, niet zo zeer met het oog op een verandering van de problematiek, maar met name vanwege bescherming van de maatschappij en de moeder van verdachte. Voorts blijkt dat onderzoeker de kans groot acht dat verdachte op de langere termijn zal recidiveren, mogelijk met een meer agressief delict vanwege zijn toenemende onmacht.
De rechtbank vindt het in de rapportage gestelde zeer zorgwekkend en ziet daarin aanleiding om, mede ten behoeve van de beantwoording van de vraag of en hoe aan de verdachte hulp kan worden geboden, nader onderzoek te laten verrichten.
De rechtbank zal dan ook het onderzoek ter terechtzitting heropenen onder gelijktijdige schorsing hiervan en de zaak verwijzen naar de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken, teneinde omtrent verdachte multi-disciplinaire rapportage op te laten maken.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT
RECHTDOENDE
Heropent het onderzoek onder gelijktijdige schorsing hiervan.
Verwijst de zaak in volle omvang naar de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken, teneinde uitvoering te geven aan het hiervoor overwogene.
Beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting dient te worden hervat op een nader te bepalen dag en uur, binnen vier maanden na deze uitspraak.
Dit vonnis is gewezen door mr Wieland, voorzitter, mr Tubben en mr Goederee, rechters, bijgestaan door mr Van der Lelie, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 oktober 2001.
Mrs. Tubben en Goederee zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.