ECLI:NL:RBLEE:2007:BB2384
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling en informatieplicht tussen grootouders en minderjarige
In deze zaak hebben verzoekers, grootouders van een minderjarige, een verzoek ingediend bij de Rechtbank Leeuwarden om een omgangsregeling vast te stellen en om verweerders, de ouders van de minderjarige, een informatieplicht op te leggen. De rechtbank heeft op 5 september 2007 uitspraak gedaan in deze kwestie. Verzoekers stelden dat er een nauwe persoonlijke betrekking bestond tussen hen en hun kleinzoon, wat door verweerders werd betwist. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende feiten en omstandigheden zijn die de conclusie ondersteunen dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking in de zin van artikel 1:377f BW. Dit werd onderbouwd door verschillende contactmomenten tussen verzoekers en de minderjarige, waaronder een gezamenlijke vakantie en e-mailcommunicatie waarin de grootouders betrokkenheid bij de opvoeding van de minderjarige werd aangemoedigd.
De rechtbank oordeelde dat, hoewel er spanningen waren tussen de partijen, het in het belang van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de minderjarige is om grootouders te leren kennen. Echter, gezien de huidige spanningen en het gebrek aan contact, werd een omgangsregeling vastgesteld van één zondag per zes weken, waarbij de grootouders de minderjarige in het bijzijn van de ouders of een vertrouwenspersoon konden ontmoeten. Daarnaast werd een informatieplicht opgelegd, waarbij verweerders verplicht werden om verzoekers op de hoogte te stellen van belangrijke zaken met betrekking tot de minderjarige, zoals gezondheid en schoolvorderingen, en hen elke zes maanden een recente foto van de minderjarige te sturen.
De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is gegeven door mr. Th.G. Lautenbach, lid van de kamer en kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 5 september 2007.