ECLI:NL:RBLEE:2008:BD1726
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van boetebeschikking wegens onvoldoende bewijs van opzet of grove schuld bij belastingplichtige
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 7 mei 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een ondernemer die een winkel in woonaccessoires exploiteerde, en de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had eiseres een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004, vergezeld van een boete van € 3.717,--. De inspecteur handhaafde deze aanslag en boete na bezwaar, waarop eiseres beroep instelde bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 11 maart 2008 werd duidelijk dat eiseres haar belastingaangiften had laten verzorgen door een belastingadviseur, maar dat deze adviseur tekort was geschoten in zijn werkzaamheden. Eiseres stelde dat zij niet op de hoogte was van de te weinig afgedragen omzetbelasting, omdat zij zelf onvoldoende fiscale kennis had. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat eiseres een onverantwoorde keuze had gemaakt voor haar adviseur of dat zij grove schuld had bij het niet tijdig voldoen van de belastingverplichtingen.
De rechtbank concludeerde dat er geen grond was voor het opleggen van een vergrijpboete, omdat niet was aangetoond dat het aan opzet of grove schuld van eiseres te wijten was dat de omzetbelasting niet tijdig was voldaan. De rechtbank vernietigde daarom zowel de uitspraak op bezwaar als de boetebeschikking en veroordeelde de inspecteur in de proceskosten van eiseres. Eiseres kreeg ook het door haar betaalde griffierecht vergoed. De uitspraak biedt inzicht in de zorgplicht van belastingplichtigen en de rol van belastingadviseurs in het voldoen aan belastingverplichtingen.