ECLI:NL:RBLEE:2012:BX6737

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
4 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
387956 \ CV EXPL 12-2654
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door bestratingswerkzaamheden bij buurman

In deze zaak heeft Autohandel Twijzel B.V. een vordering ingesteld tegen drie gedaagden, waaronder Vastgoed B.V. en Vloeren en Wonen B.V., wegens schade die zou zijn ontstaan door bestratingswerkzaamheden uitgevoerd door een derde partij in opdracht van de gedaagden. De eiseres stelt dat de werkzaamheden hebben geleid tot verontreiniging van haar voertuigen en bedrijfspand met stof en zanddeeltjes, wat resulteerde in schade van € 8.432,00. De gedaagden hebben de aansprakelijkheid betwist en aangevoerd dat de schade niet het gevolg is van hun handelen, maar eerder van de droogteperiode voorafgaand aan de werkzaamheden.

De kantonrechter heeft de vordering van Autohandel Twijzel afgewezen. De rechter oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de gedaagden opdracht hebben gegeven voor de bestratingswerkzaamheden niet automatisch leidt tot onrechtmatig handelen. Er was geen bewijs dat de gedaagden nalatig waren in hun informatieplicht of dat de bestratingswerkzaamheden gevaarlijk waren. Bovendien werd gesteld dat de schade niet was veroorzaakt door een gevaarlijke opstal, maar door de werkzaamheden van de ingeschakelde stratenmaker.

De rechter concludeerde dat er geen causaal verband was tussen de bestratingswerkzaamheden en de schade die Autohandel Twijzel beweerde te hebben geleden. De vordering werd afgewezen en Autohandel Twijzel werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, vastgesteld op € 500,00. Dit vonnis is uitgesproken op 4 september 2012.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
Vonnis van 4 september 2012
zaaknummer / rolnummer: 387956 \ CV EXPL 12-2654
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AUTOHANDEL TWIJZEL B.V.,
gevestigd te Twijzel,
eiseres,
gemachtigde: J.A. Wiegersma te De Westereen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[GEDAAGDE] VASTGOED B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GEDAAGDE] VLOEREN EN WONEN B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[GEDAAGDE] HOLDING B.V.,
allen gevestigd te Twijzel,
gedaagden,
gemachtigde: mr. A.W. Manso Cabreros-Hendriks te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna Autohandel Twijzel en [gedaagde] c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Autohandel Twijzel voert een onderneming, zijnde een handel in (gebruikte) auto's, staande en gelegen aan het perceel Optwizel 29 te Twijzel. [gedaagde] c.s. voert op het aangrenzende terrein, Optwizel 27 te Twijzel, een onderneming, gericht op de verkoop van meubels en vloeren alsmede het leggen en onderhoud van vloeren.
2.2. Op of omstreeks 8 maart 2011 heeft de firma [A] (hierna te noemen: [A]) in opdracht en voor rekening van [gedaagde] c.s. zand en bestratingmaterialen laten aanbrengen rondom het bedrijfspand van [gedaagde] c.s. in het kader van de bestrating van het bedrijfsterrein van [gedaagde] c.s.
2.3. Bij brief van 30 maart 2011 heeft de gemachtigde van Autohandel Twijzel onder andere het volgende geschreven aan [gedaagde] c.s.:
"U heeft in maart 2011 een onrechtmatige daad gepleegd waardoor mijn cliënte schade heeft geleden (…). De onrechtmatige daad is gelegen in het navolgende.
Voor het inrichten van uw perceel (…) heeft u, of is in opdracht van u, (…) zand en bestratingsmaterialen aangebracht rondom uw bedrijfspand. Als gevolg van deze werkzaamheden zijn de auto's op het perceel van cliënte evenals haar bedrijfspand verontreinigd met stof en zanddeeltjes. (…) Hierbij stel ik (…) u aansprakelijk voor de geleden schade ad € 8.432,00."
3. De vordering
3.1. De vordering van Autohandel Twijzel strekt ertoe, dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] c.s. hoofdelijk, aldus dat wanneer de één betaalt de ander gekweten zal zijn, veroordeelt:
1. tot betaling aan Autohandel Twijzel tegen behoorlijk bewijs van kwijting van een bedrag van € 7.235,00, te vermeerderen met BTW en wettelijke rente vanaf de vervaldag tot aan de dag der algehele voldoening;
2. tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, begroot op een bedrag van
€ 904,00;
3. in de kosten van deze procedure.
3.2. [gedaagde] c.s. voert verweer. Op de stellingen en verweren van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil en de beoordeling daarvan
4.1. Autohandel Twijzel legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] c.s. jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld doordat als gevolg van in haar opdracht uitgevoerde bestratingswerkzaamheden op haar terrein een deel van het wagenpark (45 auto’s) alsmede het bedrijfspand van Autohandel Twijzel verontreinigd is geraakt. Autohandel Twijzel stelt dat [gedaagde] c.s. onzorgvuldig heeft gehandeld door niet te voorkomen dat ten gevolge van deze bestratingswerkzaamheden hinder en/of verontreiniging zou optreden. Zo heeft [gedaagde] c.s. Autohandel Twijzel (vooraf) niet geïnformeerd over deze werkzaamheden, zodat Autohandel Twijfel (indien nodig) niet een of meer schadebeperkende maatregelen heeft kunnen nemen. De schade, bestaande uit reinigingskosten die Autohandel Twijzel dientengevolge heeft moeten maken, dient [gedaagde] c.s. te vergoeden. Ter adstructie van haar stellingen heeft Autohandel Twijzel foto's overgelegd, waaruit de bestratingswerkzaamheden en de gevolgschade blijken, en offertes terzake van de kosten van de reinigingswerkzaamheden. Autohandel Twijzel stelt voorts dat [gedaagde] c.s. aansprakelijk is op grond van artikel 6:174 BW.
4.2. [gedaagde] c.s. heeft de vorderingen betwist, daartoe primair aanvoerend dat zij niet aansprakelijk kan worden gesteld voor vermeende fouten die zouden zijn gemaakt door [A]. Een beroep op artikel 6:171 BW gaat volgens [gedaagde] c.s. niet op omdat de werkzaamheden – het bestraten van het bedrijfsterrein – geen werkzaamheden betreffen ter uitoefening van het bedrijf van [gedaagde] c.s.
Subsidiair heeft [gedaagde] c.s. ten verwere aangevoerd dat Autohandel Twijzel als gevolg van de bestratingswerkzaamheden geen schade heeft geleden. Uit niets blijkt namelijk dat de auto’s door toedoen van de door [gedaagde] c.s. ingeschakelde stratenmaker onverkoopbaar zijn geworden, noch dat Autohandel Twijzel de schoonmaakwerkzaamheden ook echt heeft laten uitvoeren. Meer subsidiair heeft [gedaagde] c.s. aangevoerd dat het causaal verband tussen de in maart 2011 verrichte bestratingswerkzaamheden en de vermeende vervuiling van auto's op het terrein van Autohandel Twijzel ontbreekt. Als er al sprake is van vervuiling, is deze niet veroorzaakt door voornoemde werkzaamheden, maar door de periode van droogte voorafgaand aan de bestratingswerkzaamheden, die met zich brengt dat straatstof makkelijk opwaait.
4.3. De kantonrechter oordeelt dat – zelfs indien Autohandel Twijzel gevolgd zou worden in haar stelling dat zij schade heeft geleden als gevolg van de in maart 2011 verrichte bestratingswerkzaamheden en tussen deze werkzaamheden en de door Autohandel Twijzel geleden schade causaal verband bestaat – de vordering tot betaling van geleden schade afgewezen dient te worden. Het volgende wordt daartoe overwogen.
4.4. Het door Autohandel Twijzel gedane beroep op artikel 6:174 BW, die een kwalitatieve aansprakelijkheid voor de bezitter van een opstal vestigt, gaat niet op. Ingevolge dit artikel is namelijk de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen en zaken oplevert, aansprakelijk wanneer dit gevaar zich verwezenlijkt. Hiervan is in onderhavige zaak evenwel geen sprake. Immers, de gestelde schade is, aldus Autohandel Twijzel zelf, veroorzaakt door een door [gedaagde] c.s. ingeschakelde stratenmaker die het perceel van [gedaagde] c.s. (gedeeltelijk) heeft bestraat waarbij stof is vrijgekomen. De schade is derhalve niet veroorzaakt door een gevaarlijke opstal, waarvan [gedaagde] c.s. bezitter is.
4.5. De kantonrechter acht een aansprakelijkheid van [gedaagde] c.s. op grond van artikel 6:162 BW evenmin aanwezig. Immers, de enkele omstandigheid dat [gedaagde] c.s. opdracht heeft gegeven om haar perceel te laten bestraten, waardoor stof is vrijgekomen dat heeft geleid tot vervuilde auto’s en een vervuild bedrijfspand van Autohandel Twijzel levert nog geen onrechtmatig handelen op. Dit geldt ook voor het verwijt van Autohandel Twijzel dat [gedaagde] c.s. zou hebben nagelaten haar te informeren over de bestratingswerkzaamheden en niet heeft weten te voorkomen dat zij hinder heeft ondervonden van deze in haar opdracht uitgevoerde werkzaamheden. De kantonrechter is van oordeel dat Autohandel Twijzel niet heeft toegelicht waarom op [gedaagde] c.s. in dit geval een plicht rustte, die bij schending daarvan een nalaten in strijd met hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk is oplevert.
4.6. Voor zover Autohandel Twijzel haar vordering op artikel 6:171 BW heeft willen baseren, overweegt de kantonrechter dat deze stelling eveneens dient te worden gepasseerd. Immers, op grond van artikel 6:171 BW bestaat er een kwalitatieve aansprakelijkheid van een opdrachtgever voor fouten gemaakt door een niet-ondergeschikte bij werkzaamheden ter uitoefening van diens bedrijf. De door [A] verrichte bestratingswerkzaamheden zijn evenwel niet gedaan ter uitoefening van het bedrijf van [gedaagde] c.s., zodat niet geoordeeld kan worden dat [gedaagde] c.s. als opdrachtgever aansprakelijk kan worden gesteld voor fouten die [A] mogelijkerwijs heeft gemaakt.
4.7. Tot slot overweegt de kantonrechter dat voor zover Autohandel Twijzel met haar stelling dat zij na de aansprakelijkheidsstelling van [A] bij brief van 7 juni 2011 niets meer heeft vernomen van [A] dan wel haar verzekeraar, heeft willen betogen dat zij zich hierdoor gedwongen heeft gezien [gedaagde] c.s. te dagvaarden en niet [A], zulks geen doel treft. Het staat Autohandel Twijzel als eiseres immers vrij wie zij in de procedure wil betrekken en welke grondslag ze daarvoor wil aanvoeren.
4.8. Al hetgeen partijen overigens nog te berde hebben gebracht kan - als niet meer van belang zijnde voor de uitkomst van het geschil - onbesproken blijven.
4.9. Autohandel Twijzel zal al de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze kosten worden aan de zijde van [gedaagde] c.s. vastgesteld als volgt:
- salaris gemachtigde € 500,00 (2,0 punten x tarief € 250,00)
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. wijst de vorderingen van Autohandel Twijzel af;
5.2. veroordeelt Autohandel Twijzel in kosten van deze procedure, aan de zijde van [gedaagde] c.s. tot op heden vastgesteld op € 500,00;
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.G. Lautenbach en in het openbaar uitgesproken op 4 september 2012.
c 151