Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eiseres]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
MOTIVERING
het geschil
b.van feiten die zijn komen vast te staan - zullen specifiekere en/of meer in detail tredende stellingen van partijen aan de orde komen en gewogen worden bij de beoordeling onder
c.
- Stichting GroenekruisDomicura is actief op het terrein van de thuiszorg, kraamzorg en jeugdgezondheidszorg en doet ook aan advies en instructie op terreinen als voeding en dieet en aan uitlenen van hulp- en verpleegartikelen., terwijl GkD Huishoudelijke Hulp B.V. daarbinnen de huishoudelijke dienstverlening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en op de private markt op zich neemt, waarvoor zij een beroep kan doen op omtrent 800 personeelsleden.
- Als dienstverlener in het kader van de Wmo, waarin voor GkD een belangrijk deel van de omzet gelegen is, heeft GkD te maken met gemeenten als opdrachtgever / contractpartner en dan speciaal Maastricht, Heuvelland en gemeenten in de Westelijke en de Oostelijke Mijnstreek.
- Het is een feit van algemene bekendheid dat de gemeentelijke uitgaven op het vlak van (onder meer) de Wmo onder grote druk van landelijke bezuinigingen recentelijk onder het vergrootglas zijn komen te liggen.
- Als gevolg hiervan zijn bij contractverlenging of -vernieuwing door gemeenten aangepaste voorwaarden bedongen die zowel het volume als de prijs en andere contractvoorwaarden in voor GkD ongunstige zin veranderd hebben.
- Zo is er sprake van vervanging van thuiszorg in natura door bijstand van alfahulpen, vermindering van de zorgomvang en andere kostenbesparende maatregelen die alle tezamen de omzet van GkD nadelig beïnvloeden en haar dwingen te zoeken naar vormen van kostenbesparing en versterking van haar marktpositie.
- Een en ander heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering en de interne organisatie van GkD, meer speciaal waar het gaat om bezuiniging op de hulp bij het huishouden, en al bij de Nieuwjaarstoespraak van 2012 is dit onderwerp onder de aandacht van het personeel gebracht, op 23 januari 2012 gevolgd door een voorlopige presentatie van het project “Sterker in de markt” aan de diverse werknemers.
- Bedoeld project is geconcretiseerd in een op 1 maart 2012 uitgebrachte nota van de Stuurgroep “Sterker in de markt”, waarin een ‘nieuw bedrijfsmodel’ uitgewerkt is.
- Belangrijk element van dit door de bedrijfsleiding overgenomen model is de noodzaak om in de omvang en kosten van overhead in te grijpen, omdat deze in verhouding met de directe uitvoering te omvangrijk was en te weinig doelmatig.
- [eiseres], geboren op [geboortedatum], is van 9 juni 1980 tot 1 december 2012 bij GkD en haar rechtsvoorgangster(s) krachtens arbeidsovereenkomst in dienst geweest, laatstelijk als planner huishoudelijke hulp (functioneel onderdeel van het bedrijfsbureau) voor 37 uur per week tegen een maandloon van € 2 848,63 bruto plus 8% vakantiebijslag en 4% eindejaarsuitkering.
- Op 27 april 2012 heeft de ondernemingsraad van GkD aan de bestuurder een positief advies afgegeven over de voorgenomen interne reorganisatie (in samenhang met de nota “Sterker in de markt”), die met name het bedrijfsbureau en de daar werkzame werknemers raakte; wel wenste de OR de vinger aan de pols te houden omdat hij zich zorgen maakte over het lot van de betrokken werknemers en is de bestuurder geadviseerd de door deze in een brief aan de vakbonden toegezegde maatregelen ter ‘verhoging’ van de mobiliteit van deze werknemers ‘in acht te nemen’.
- Per 1 juni 2012 is [eiseres] wegens het vervallen van haar functie boventallig verklaard en op 29 juni 2012 heeft GkD het UWV WERKbedrijf verzocht om toestemming ex art. 6 BBA tot opzegging van de arbeidsverhouding met haar.
- Na schriftelijk debat in twee ronden is bij uitvoerig gemotiveerde beslissing d.d. 15 augustus 2012 conform unaniem advies van de Ontslagadviescommissie de gevraagde toestemming verleend. Het UWV WERKbedrijf was van oordeel dat de bedrijfseconomische / bedrijfsorganisatorische redenen voor ontslag van [eiseres] in voldoende mate aannemelijk gemaakt waren, dat van de kant van GkD het afspiegelingsbeginsel correct toegepast was (bij het vervallen van alle arbeidsplaatsen voor de functie van planner en het ontbreken van tweezijdige uitwisselbaarheid met andere functies) en dat tevens voldoende aannemelijk gemaakt was dat interne herplaatsing in een passende andere functie (op dat moment) niet mogelijk was. Van de bereidheid van GkD om [eiseres] voor externe herplaatsing gebruik te laten maken van het netwerk van GkD, inclusief een servicebureau voor de arbeidsmarkt, is kennisgenomen. Hetzelfde geldt voor de “Leidraad reorganisatie bedrijfsbureau”, doch het UWV onthield zich om begrijpelijke redenen van een oordeel over het eventueel aangewezen zijn van een passende ‘afvloeiingsregeling’ (het liet dit aan de rechter over).
- De bedoelde “Leidraad”, een inofficieel stuk dat intern door GkD opgesteld is en door de vakbonden verspreid is onder leden, bevat voor werknemers van het bedrijfsbureau wier functie geschrapt zou worden, allereerst de regel dat ‘
- Een sociaal plan is niet tot stand gekomen of door de vakbonden niet nodig geacht.
- Nadat [eiseres] in het voorjaar van 2012 (bij brief van 23 april 2012 bevestigd) te kennen gegeven had te willen solliciteren naar de nieuwe functie ‘operationeel teamleider’, heeft daarvoor tweemaal een gesprek maar (abusievelijk) geen assessment plaatsgevonden; in de sollicitatiegesprekken zelf was GkD echter al tot de conclusie gekomen dat [eiseres] ‘overduidelijk’ de geschiktheid voor de functie miste (op basis van het oordeel: ‘onvoldoende affiniteit met leidinggeven’ en ‘communicatief te zwak’ respectievelijk ‘te onzeker’).
- Naar een andere interne functie heeft [eiseres] niet gesolliciteerd ondanks suggesties of aansporingen van GkD.
- Binnen de Stichting waarvan GkD deel uitmaakt, geldt overigens sedert 30 maart 2012 een vacaturestop voor staffuncties en ondersteunende functies; er heeft wel een melding van boventalligheid van [eiseres] en haar lotgenoten plaatsgevonden aan andere ‘zorginstellingen’ in de regio’s waar GkD actief is; ook is [eiseres] aangemeld bij een bedrijf dat vacatures zoekt voor werkzoekenden.
- In een gesprek op 31 mei 2012 is [eiseres] door GkD voorgehouden dat zij per 1 juli 2012 boventallig zou zijn en is haar voorgesteld ‘een mobiliteitstraject te doorlopen’ met als alternatief een vorm van omscholing tot verzorgende-C.
- [eiseres] heeft ervoor gekozen zonder een dergelijk ‘traject’ op eigen kracht naar ander werk (bij voorkeur bij GkD) te zoeken.
- [eiseres], haar ‘vriend’ (in een brief d.d. 8 juni 2012 door GkD als ‘partner’ aangeduid) en haar gemachtigde hebben in juni 2012 en daarna zonder resultaat over een afvloeiingsregeling en over een vaststellingsovereenkomst ter vervanging van eventuele opzegging onderhandeld, zodat GkD bij brief van 28 augustus 2012 aan [eiseres] van de verkregen toestemming tot opzegging gebruik gemaakt heeft door de arbeidsovereenkomst tegen 1 december 2012 op te zeggen.
- Een in de brief van 8 juni 2012 als vervolg op het gesprek van 31 mei 2012 door GkD gedaan voorstel, gebaseerd op een einde van de relatie per 1 november 2012, vrijstelling van werk tot die datum, toekenning van een aan de WW-uitkering gekoppeld wachtgeld en gedeeltelijke betaling van pensioenpremie door GkD tijdens de wachtgeldperiode, is door / namens [eiseres] afgewezen en een tegenvoorstel van haar gemachtigde was voor GkD niet acceptabel.
- [eiseres] had ten tijde van de opzegging d.d. 28 augustus 2012 juist de leeftijd van 62 jaar bereikt.
- [eiseres] had een arbeidsverleden van 32 jaar bij GkD dat als tamelijk eenzijdig gekenmerkt kan worden. Weliswaar is onduidelijk gebleven wanneer zij de functie van planner bij het bedrijfsbureau is gaan uitoefenen en hoe lang zij zelf in de uitvoering actief geweest was, maar doorgroei naar een leidinggevende functie heeft zij niet gerealiseerd (getuige ook de conclusie van GkD dat zij daarvoor de benodigde capaciteiten mist en getuige verder het deswege mislukken van de sollicitatie naar de functie van operationeel teamleider).
- Gesteld noch gebleken is dat [eiseres] mettertijd op kosten van GkD zodanige op de algemene arbeidsmarkt gerichte scholing en training ontvangen heeft dat zij in het vooruitzicht van werkloosheid reële kansen heeft in andere beroepen en functies dan in de thuiszorg of eventueel de gezondheidszorg (in de laatste sector weliswaar ook waarschijnlijk niet zonder aanvullende scholing of zelfs omscholing).
- Ook omtrent enig aanbod van training voor leidinggevende of begeleidende (coachende) functies van de kant van GkD is niets gebleken.
- [eiseres] zelf heeft er in de fase van boventalligheid (na 31 mei 2012) van afgezien gebruik te maken van instrumenten die GkD in het kader van reorganisatie van het bedrijfsbureau beschikbaar had op het vlak van mobiliteitsbevordering, begeleiding en outplacement (ook al waren die in duur en omvang beperkt).
- Om haar moverende redenen (vooral gelegen in de duur van de opleiding in relatie tot haar leeftijd en afnemende fysieke vermogens) heeft [eiseres] er niet voor gekozen zich te laten omscholen voor de functie verzorgende-C.
- Ook heeft [eiseres] - in weerwil van suggesties of zelfs aansporingen van GkD in die richting - niet gesolliciteerd naar andere functies bij GkD dan de eerder vermelde functie van operationeel teamleider.
- Al met al moet geconcludeerd worden - ook al heeft [eiseres] nagelaten een statistisch overzicht van haar theoretische kansen op voorkoming of bekorting van werkloosheid in te brengen en ook al doet zij geen enkele mededeling omrent sollicitaties en/of gebruikmaking van het bureau dat GkD inschakelde voor matching van werkzoekenden en vacatures - dat voor [eiseres] het uitzicht op werk buiten GkD zeer beperkt tot nihil is.
- [eiseres] noemt zich ‘alleenstaand’, maar er is in de stukken wel sprake van een ‘vriend’ of zelfs van een ‘partner’.
- Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) kent voor verzekerden die in of na 1950 geboren zijn, de mogelijkheden van ‘FLEX-pensioen’ en vrijwillige voortzetting van pensioenopbouw buiten dienstverband (na het ontstaan van werkloosheid).
- Na 30 november 2012 ontstond voor [eiseres] naast recht op uitkering WW recht op (aanvullend) wachtgeld, doch over de precieze duur en omvang van de in het eerste jaar ontvangen bedragen laat zij concrete informatie achterwege.
alle uit de opzegging als zodanig voortvloeiendeschade te kunnen claimen en dat zij ook nog eens nalaat die schade op een behoorlijke manier te verantwoorden. De voor vergoeding in aanmerking komende schade dient immers gerelateerd te (kunnen) worden aan het tekortschieten van de werkgever zich als goed werkgever van het belang van de werknemer voldoende aan te trekken. Daarom zal de kantonrechter de toe te kennen schadevergoeding schattenderwijs - omdat begroting op andere wijze bij gebrek aan gegevens niet mogelijk is (art. 6:97 tweede zinsnede BW) - vooral baseren op de twee eerder relevant verklaarde factoren: een zekere toezegging van werkgeverszijde voor verdere pensioenbouw en bespaarde kosten van maatregelen ter bevordering van mobiliteit. Waar beide posten op € 5 000,00 bruto (of exclusief btw) geschat worden, zal [eiseres] ter compensatie van het onevenredig geacht nadeel dat de opzegging haar gebracht heeft, een schadevergoeding van € 10 000,00 bruto toegekend worden. Hoewel zij daarmee ten dele in het ongelijk gesteld wordt, althans de primaire vordering niet toewijsbaar geacht wordt, leidt dit oordeel tevens tot verwijzing van GkD in de proceskosten. Die worden aan de zijde van [eiseres] op in totaal € 1 051,82 bepaald.