In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 14 mei 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Direct Pay Services B.V. en een gedaagde partij. Direct Pay, als rechtsopvolgster van Essent Retail Energie B.V., vorderde betaling van een bedrag van € 1.657,57, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De vordering was gebaseerd op een nietszeggend exploot van dagvaarding, waarin onvoldoende feitelijke onderbouwing werd gegeven voor de gevorderde bedragen. De rechtbank oordeelde dat de presentatie van de vordering volstrekt onvoldragen was en dat er geen of onvoldoende grondslag was voor toewijzing van de vordering. De kantonrechter benadrukte dat Direct Pay, als frequent procederende partij, de procesregels had moeten kennen en toepassen. De rechtbank wees de vordering van Direct Pay integraal af en veroordeelde haar in de proceskosten van de gedaagde partij, die op € 150,00 werden begroot. De beslissing werd uitvoerbaar verklaard bij voorraad.