Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eiser]
de besloten vennootschap HOTEL DERLON MAASTRICHT B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
MOTIVERING
het geschil
b.van feiten die zijn komen vast te staan - zullen specifiekere en/of meer in detail tredende stellingen van partijen aan de orde komen en gewogen worden bij de beoordeling onder
c.
- Derlon heeft [eiser] op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor de duur van (vooralsnog) een jaar per 1 augustus 2011 in dienst genomen als chef-kok voor 32 uur per week en onder het toepasselijk verklaren van de bepalingen van de cao voor het horecabedrijf (via incorporatie in het schriftelijk aangegane contract).
- In het op 1 augustus 2011 gedateerde contract hebben partijen een nadere bepaling opgenomen (onder 12.f) van de volgende inhoud: ‘Uw arbeidsovereenkomst voor één jaar, zal bij goed functioneren worden omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd’.
- Voor de omvang van het basisloon gaat [eiser] uit van een maandbedrag van laatstelijk € 2 963,64 bruto (exclusief 8% vakantiebijslag), dat Derlon niet bestrijdt.
- De aldus toepasselijke cao in de versies die golden in de jaren 2011, 2012 en 2013 die voor dit geschil relevant zijn, regelt via de (onveranderd gebleven) artikelen 4.8 en 4.9 tamelijk strikt hoe het functioneren van de werknemer en het beoordelen van diens prestaties periodiek besproken worden (4.8 heeft het over ‘terugkoppeling’) langs de volgende lijnen: aan het begin afspraken over werk en persoonlijke ontwikkeling - voortgangsgesprek minimaal 1x per jaar - functioneringsgesprek aan begin kalenderjaar - nieuwe werkafspraken en prestatiedoelen - beoordeling aan de hand van uniform beoordelingssysteem werkgever (moet in onderneming bekend zijn) - informatie vooraf aan de werknemer over wijze van beoordeling - vastlegging uitkomst beoordeling, prestatiedoelen en actieplan - bij ‘matig of onvoldoende’ functioneren volgt een actieplan dat gericht is op verbetering.
- Van de kant van Derlon is ten aanzien van [eiser] geen enkel stuk ingebracht of genoemd dat te kwalificeren valt als schriftelijke werkafspraak, opleidingsplan, prestatiedoel, ontwikkelingsplan, voortgangsevaluatie, uitnodiging, verslag of agenda functioneringsgesprek, agenda of verslag beoordeling, beoordelingssysteem en/of actieplan dan wel verbeteringsplan.
- Bij brief van 28 maart 2013 heeft de opvolgend (en tevens huidig) ‘general manager’ van Derlon, [naam general manager], [eiser] een schriftelijke ‘officiële waarschuwing’ uitgereikt omdat hij ervoor verantwoordelijk werd geacht dat in strijd met de afspraak over het latere sluitingstijdstip van de keuken voor TEFAF-bezoekers niet nader genoemde ‘hotelgasten’ niet van een maaltijd voorzien werden.
- [eiser] heeft tegen die waarschuwing bezwaar aangetekend, zijn rol daarin betwist en aan de hand van het rooster kunnen aanwijzen dat de keuken tot de afgesproken tijd van 22:00 uur gedraaid heeft.
- Uit door Derlon bij antwoord overgelegde e-mailwisseling van 3 en 5 maart 2012 tussen toenmalig directeur of ‘general manager’ [naam toenmalig general manager] en ‘manager operations’ [naam manager operations] blijkt dat die laatste (destijds leidinggevende ten opzichte van [eiser]) de verantwoordelijkheid op zich nam voor eventueel in maart 2012 gemaakte fouten ten aanzien van de (extra) serviceverlening aan TEFAF-bezoekers / gasten in dat jaar.
- Weliswaar is op enig moment in de discussie tussen partijen een niet ondertekende kopie van een op ’26-jun-12’ gesteld stuk met de naam van ‘de heer [naam toenmalig general manager]’ als opsteller en gericht aan ‘de heer [eiser]’ opgedoken, maar de inhoud noch de historische verzending of afgifte aan [eiser] van dat stuk is door een ander (of [naam toenmalig general manager] zelf) uit eigen wetenschap bevestigd; in ieder geval heeft [eiser] uitdrukkelijk bestreden dat hij eerder kennis droeg van dit stuk dan op het moment dat zijn gemachtigde hem informeerde over de door haar van mr. Altmann ontvangen brief d.d. 10 juni 2013 waaraan het als bijlage gehecht was.
- Er bevindt zich bij de processtukken geen verslag en zelfs geen vermelding van een bespreking in juni of juli 2012 noch een agenda dat/die zou kunnen wijzen op een gezamenlijke evaluatie van het eerste jaar dat [eiser] bij Derlon werkzaam was.
- Wel is de arbeidsovereenkomst (volgens [eiser] zonder tegenspraak en zonder nadere afspraak over de vorm) voortgezet na 31 juli 2012.
- Bij brief van 27 mei 2013 heeft ‘Mevrouw [naam general manager]’ namens Derlon aan [eiser] (zonder enig voorafgaand evaluerend gesprek) ‘bevestigd’ dat zijn ‘dienstverband’ op 31 juli 2013 zou ‘eindigen’ met als enige reden ‘Einde arbeidsovereenkomst bepaalde tijd’ en onder aankondiging van ‘de eindafrekening’.
- Namens [eiser] heeft diens huidige gemachtigde met feitelijke en juridische argumenten bij brief van 7 juni 2013 hier bezwaar tegen aangetekend, hetgeen leidde tot weerwoord van mr. Altmann in de eerder vermelde brief van 10 juni 2013.
- In een gesprek op 18 juni 2013 heeft [naam general manager] [eiser], die gevraagd had om uitsluitsel over de situatie na 31 juli 2013, in het bijzijn van de leidinggevende [naam manager operations] laten weten ervan uit te blijven gaan dat de arbeidsovereenkomst (van rechtswege) op 31 juli 2013 zou eindigen en dat er geen intentie bestond aan de kant van Derlon om met [eiser] verder te gaan.
- de niet te verwaarlozen (alleszins reële) kans dat Derlon na 31 juli 2012 of zelfs na 31 juli 2013 bij voortzetting voor onbepaalde duur het functioneren toch in de strijd geworpen had (eventueel aangevuld met bedrijfseconomische argumenten) om via UWVWERKbedrijf of kantonrechter aan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur een einde te doen komen (omdat de opvattingen over de wijze van functioneren nu eenmaal uiteenliepen, zelfs als aanwijzingen voor disfunctioneren ontbreken).
- De (mede daarom) veel te speculatieve optie dat het contract van [eiser] bij Derlon een lang leven (minstens tien jaar volgens [eiser]) beschoren was.
- De beperkte mate van zekerheid dat wederhoor en een voor de vorm optimaal uitgevoerde toetsing van functioneren en prestatie in 2012 en 2013 [eiser] hadden kunnen behoeden voor het oordeel ‘niet goed functioneren’ en weigering van contractverlenging.
- Het voor de arbeidsmarkt bepaaldelijk niet ongunstige curriculum in combinatie met de voor een chef-kok niet al te ongunstige leeftijd, het voor die functie evenmin extreme loonniveau en de ten tijde van de aanzegging (27 mei 2013) betrekkelijk ruime overgangstijd van twee maanden voor [eiser] om zich op het betreden van de arbeidsmarkt als werkloze chef-kok voor te bereiden.
- Het ontbreken van een referentie aan de statistisch te verwachten werkloosheidsduur, hoewel deze niet zonder meer maatgevend is.
- De betrekkelijk korte werkelijke duur van het dienstverband.
- De afwachtende opstelling van de werknemer die tussentijds de werkgeefster niet op het incorrecte gedrag / de nalatige houding aansprak.
- De mogelijkheid om voorzieningen te treffen (eventueel tegen beperkte kosten) om schade in pensioenopbouw te voorkomen en om in aanvulling op tijdelijke WW-uitkering aanvullende inkomsten te verwerven (dit laatste effectueert [eiser] thans ook ten dele).
- Het ontbreken van in het ‘ontslag’ - als uitvloeisel van de opstelling van Derlon - gelegen extreme verwijten aan het adres van [eiser] die zijn prestige zouden kunnen ondermijnen of die schade toebrengen aan zijn goede naam.
- De bereidheid van Derlon om iets te doen in de sfeer van outplacement, introducties bij werkgevers en eventueel ook in de vorm van tijdelijke inkomensaanvulling.