Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
de publiekrechtelijke rechtspersoon ACADEMISCH ZIEKENHUIS MAASTRICHT
[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
MOTIVERING
het geschil
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 7 mei 2014, gaat het om een geschil tussen de publiekrechtelijke rechtspersoon Academisch Ziekenhuis Maastricht (AZM) en twee ouders, [gedaagde 1] en [gedaagde 2], over onbetaalde ziekenhuisfacturen. De ouders hebben hun kinderen met vergelijkbare aandoeningen laten behandelen door een KNO-arts in hetzelfde ziekenhuis, maar er ontstond verwarring over de facturen en de betaling daarvan door de ziektekostenverzekeraar. AZM vorderde een hoofdelijke veroordeling van de ouders tot betaling van € 1.645,32, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De ouders voerden aan dat zij nooit originele facturen hadden ontvangen en dat er mogelijk verwisseling van facturen had plaatsgevonden, aangezien beide dochters in 2011 soortgelijke behandelingen ondergingen.
De rechtbank oordeelde dat AZM onvoldoende had aangetoond dat de ouders in verzuim waren geraakt met betrekking tot de betaling van de facturen. De rechtbank concludeerde dat de ouders rauwelijks waren gedagvaard en dat de nevenvorderingen van AZM vervielen. De rechtbank wees de vordering van AZM toe tot een bedrag van € 1.645,32, met wettelijke rente, maar oordeelde dat de proceskosten moesten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitvoerbaar verklaard bij voorraad, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.